Eerste examendag op Van Lodenstein College in Hoevelaken: „Vanmorgen pas geleerd”
Zenuwachtig? Brian van den Heuvel haalt zijn schouders op. „Neuh.” Hij is een van de 75 vmbo’ers (gl/tl) die zich dinsdagmorgen op het Van Lodenstein College in Hoevelaken over het examen geschiedenis buigt.
Boeken heeft Brian naar eigen zeggen niet open gehad. „Niet nodig. Geschiedenis is echt mijn ding.” Dat vak valt mee, vindt ook Lisanne van Loon. „Alleen gebeurtenissen in de juiste volgorde zetten is lastig.” Veel leerlingen zien meer op tegen Engels, dat deze middag op het examenrooster staat. „Hopelijk haal ik een 5,5”, zegt Emmely Kok in de aula.
Bij andere scholieren staat de spanning op het gezicht. „Zullen we het daar niet over hebben?” reageert Renske Bos op de vraag of ze last heeft van zenuwen. „Ik kan gewoon niet stilstaan.” Eleonora Lubbers zit kalm naast haar. „Ik zie het gewoon als een normale toetsweek.” De eerste twee examendagen zijn voor haar wel pittig. Na geschiedenis en Engels staan woensdag biologie en Duits op het programma. „Maar daarna kan ik rustig aan doen; dan hoef ik nog maar twee examens te maken.”
„Ik kan gewoon niet stilstaan van de zenuwen” - Renske Bos, scholier
Rond halfnegen zoeken de vierdeklassers een plek aan de tafels die in zeven lange rijen staan opgesteld in de gymzaal. Overal staat een flesje water en ligt een woordenboek, antwoordenblad en een boekje voor de dagopening – een speciale versie voor de examenperiode. Een van de docenten leest over de genezing van de verlamde, uit Mattheüs 9. „De examenperiode is een belangrijke tijd; je sluit je schoolloopbaan af”, zegt hij. „Op wie vertrouw je deze weken? Deze man verwachtte het in alles van God.”
Meevaller
Voordat de eerste examens uitgedeeld worden, krijgen de scholieren alle regels nog eens ingeprent. Dat ze altijd 20 tot 25 minuten van tevoren aanwezig moeten zijn. „Ging top vanmorgen.” Dat ze moeten schrijven met pen en tekenen met potlood, dat ze geen correctievloeistof mogen gebruiken en dat de docenten geen vragen over de inhoud van het examen mogen beantwoorden. „Maar steek gerust je vinger op als je je niet goed voelt of naar het toilet moet.” Wie klaar is, mag na een uur de zaal verlaten. „Doe het op je gemakje. Als het goed is, maak je een examen maar één keer.”
Het is bijna negen uur als vijf docenten bij een tafel onder de kleurrijke klimwand het plastic lostrekken van de examens. In de zaal valt een wat ongemakkelijke stilte. De ene leerling klikt rusteloos met z’n pen, de ander bijt op z’n nagels en een volgende wipt gevaarlijk achterover. Een paar minuten later klinkt alleen nog het geritsel van papier en af en toe een diepe zucht.
„Goed te doen”, concludeert geschiedenisdocent Henk van de Beek terwijl hij de opgaven doorkijkt. „Vrij veel vragen over de Tweede Wereldoorlog – dat weten ze allemaal wel.” De leraar wijst op een foto van Hitler bij een nazibijeenkomst. „Deze had ik ook op een repetitie zitten. Dat gebeurt eigenlijk nooit, dat ze een bron al eens gezien hebben.” Absolute meevaller vindt hij dat alleen de eerste vijf vragen over staatsinrichting gaan. „Normaal is dat wel de helft van het examen. En dit onderdeel vinden ze altijd moeilijk.”
„Meevaller dat er maar vijf vragen over staatsinrichting gaan” - Henk van de Beek, geschiedenisleraar
Uitstel
Teamcoördinator Diederick de Weert, lid van de examencommissie, heeft het hele jaar zijn handen vol aan de examens. Zo zet hij wekelijks op een rij welke leerlingen twee of meer onvoldoendes hebben. Dit jaar waren er meer met een achterstand dan anders. „We hebben er flink aan moeten trekken om iedereen op niveau te krijgen. Veel jongeren stellen hun leerwerk uit tot het laatste moment.” Doel is voor De Weert dat 100 procent slaagt. Dat lukt vaak niet, al liggen de cijfers wel boven het landelijk gemiddelde. Alleen met Engels hebben de Lodensteinscholieren meer moeite en scoren ze lager.
Om tien uur trekken de eerste jongens de deur van de gymzaal alweer achter zich dicht. Ging best, zegt Herman Bloed. „Ik had verwacht dat het examen moeilijker zou zijn. En ik heb er vanmorgen pas voor geleerd.”
„We hebben er flink aan moeten trekken om iedereen op niveau te krijgen” - Diederick de Weert, lid examencommissie