Zilte tocht door Yerseke
Een mosselkotter laat zijn netten zakken. De Zilte Route in Yerseke is leerzaam. Want wat zijn dat voor grote potloden in het gras? En waarom staan er enorme bakken met water bij de haven?
Een meeuw zit op het dak van de hervormde kerk. De wandeling, die hier start, is gemakkelijk te volgen via de kleine bordjes met ”Zilte Route”.
Het eerste deel van de wandeling gaat door het centrum van Yerseke, langs oude panden en winkels.
Op een hoek van de straat staat een bankje. Mosselbank, staat erop. Met aan de andere kant de vertaling voor toeristen: Banque des moules.
Wie diep inademt, ruikt de zeelucht al. We gaan de binnendijk op en wandelen verder over het fietspad. Links is het dorp te zien, rechts het industriegebied. De namen op de panden vertellen dat Yerseke een vissersdorp is. In de verte deinen masten van boten.
Een trap leidt de zeedijk op. Aan de andere kant van de dijk ligt een strandje, dat ’s zomers erg populair is. De Oosterschelde glinstert; in de verte is de Zeelandbrug zichtbaar. Een groene kotter laat zijn netten zakken bij de mosselpercelen, die gemarkeerd worden door lange palen.
De route gaat verder onderaan de dijk, langs het water. Nog meer kotters komen in beeld. Op het pad ligt een oester; een restant van een meeuwenmaaltje? Een grijze vogel met een lange snavel scheert over het water.
Achter de dijk liggen kotters in de haven. Wie die beter wil zien, moet even de dijk op klauteren. Een van de boten draagt de naam Deo Juvante, wat betekent: Met Gods hulp.
Op de hoek van de dijk staat het beeld De Mosselman. De kromgebogen man kijkt over de haven uit, met in zijn hand een mand vol mossels. Het 1,75 meter hoge bronzen beeld van kunstenaar Lou Boonman is in 1981 onthuld door prinses Juliana. De gemeente wil met dit beeld uitdrukken dat Yerseke het centrum is van de oester- en mosselcultuur.
De route gaat verder onderaan de dijk. In het gras liggen lange palen met gekleurde punten. Het lijken net reuzenpotloden, maar het zijn bakens die vissers gebruiken om hun percelen op zee te markeren. De palen liggen keurig gesorteerd op lengte.
Verder gaat het, over een soort boulevard van houten vlonders, langs allerlei restaurantjes waar je natuurlijk van vis, mosselen en oesters kunt genieten.
We passeren grote bakken met water. Dat zijn de oesterputten –natte pakhuizen– waarin oesters klaarliggen om verzonden te worden naar landen in West-Europa. Een grote kraan hijst een pallet met kratten vol met de zeevruchten omhoog. Meeuwen kijken krijsend toe. Naast de putten staan diverse oude huisjes. Sommige dateren zelfs van 1870. Een prachtig gezicht. Alsof je teruggaat in de tijd.