„Als Newton gelijk heeft, zijn de bekering van Israël en de wederkomst van Christus zeer nabij”
Isaac Newton verwierf blijvende faam als natuurkundige, maar hield zich ook intensief bezig met Bijbelonderzoek. Die kant van de grootste geleerde aller tijden werd welbewust lange tijd afgedekt. Vandaag is zijn opvallende theologische erfenis voor ieder toegankelijk.
Twee en een halve eeuw lagen de nagelaten manuscripten van Isaac Newton ongezien in laden. Sinds 1998 zijn ze voor ieder te raadplegen, via internet . Tot vreugde van dr. Kees Roos (83), emeritus hoogleraar wiskunde aan de universiteiten van Leiden en Delft. Zowel in zijn intreerede in Leiden (1999) als in zijn inaugurele rede (2003) en afscheidsrede (2010) in Delft verwees hij al naar het theologisch werk van Newton. Onder medewetenschappers vond het weinig weerklank. „Dat heeft alles te maken met de geloofsvijandige sfeer in de academische wereld”, constateert de hervormd-gereformeerde wiskundige uit Waddinxveen.
In augustus hield hij op de jaarlijkse ontmoetingsdag van zijn kerkelijke gemeente een lezing over de theologische erfenis van Newton. Tijdens een lunchmeeting van christenwetenschappers aan de TU Delft bracht hij een Engelstalige versie ten gehore. Prof. Dick den Hertog, de eerste die in Delft bij Roos promoveerde, adviseerde hem zijn verhaal te mailen naar de briljante Amerikaanse chemicus en nanotechnoloog James Tour, ook een overtuigd christen. „Ik kreeg een enthousiaste mail terug, waarin Tour me vroeg een bijdrage te leveren aan een videopodcast. Zo is het balletje gaan rollen. Daar ben ik blij mee, want er is in Nederland nog nauwelijks aandacht besteed aan de manuscripten van Newton en zijn visie op profetie.”
Wat kenmerkt die visie?
„Newton was beducht voor stellige uitspraken over de tijd en wijze van de vervulling van profetieën. Daar zijn ze volgens hem niet voor bedoeld. God gaf ze opdat de vervulling ervan een bewijs zou geven van Zijn bestaan en voorzienig bestuur. Dat vereist wel dat we de profetieën nauwgezet bestuderen, om te voorkomen dat we de vervulling niet onderkennen, zoals het Joodse volk Jezus bij Zijn eerste komst niet als de beloofde Messias herkende. Met alle gevolgen daarvan.”
Hoe bestudeerde Newton de profetieën?
„Hij zag twee hoogtepunten in de wereldgeschiedenis. Als eerste de komst van de Messias. Als tweede het herstel van het Joodse volk, voorafgaand aan de wederkomst van de Messias. Op basis van profetieën in het Oude Testament probeerde hij te bepalen wanneer de Heere Jezus geboren zou moeten worden. Hij kwam uit op 4 na Christus. Op soortgelijke wijze ging hij na wanneer de wederkomst van Christus en het bijbehorende herstel van het Joodse volk konden worden verwacht. Hij kwam met verschillende chronologische modellen.”
We moeten geen profeet spelen, zei Newton, en vervolgens sloeg hij zelf aan het rekenen.
„Ik interpreteer het zo dat hij christenen heeft willen helpen bij het herkennen van de vervulling van profetieën voor de laatste dagen. Om te voorkomen dat we er blind voor zijn. Dat zien we nu volop. Neem het huidige spreken van de Protestantse Kerk over Israël en de Palestijnen.”
„Newton heeft christenen willen helpen bij het herkennen van de vervulling van profetieën voor de laatste dagen” - Prof. Kees Roos, emeritus hoogleraar wiskunde aan de TU-Delft
Hoe kwam Newton tot zijn berekening van het herstel van het Joodse volk?
„Die baseerde hij op de perioden van 1290 en 1335 dagen waarover Daniël 12 spreekt. Newton beschouwt de dagen als jaren. De vraag is vervolgens wanneer die perioden beginnen. Newton noemt twee opties. De eerste is de gebeurtenis die voor hem duidelijk maakt dat de Rooms-Katholieke Kerk een valse kerk is. Dat ziet hij gebeuren in 800, als de paus een verbond sluit met de Franse koning en zich in feite aan hem onderwerpt. Later komt hij tot een andere berekening, op basis van wat Openbaring 16 zegt over de plaag die ontstaat als de vijfde engel zijn schaal over de aarde uitgiet. Newton ziet daarin de valse godsdienst die ontstaat als de profeet Mohammed in 609 zijn eerste mystieke ervaring heeft.
Als je daar de getallen 1290 en 1335 bij optelt, krijg je jaartallen die van grote betekenis blijken te zijn voor het herstel van het Joodse volk.”
Waarom heeft Newton niets uit deze manuscripten gepubliceerd?
„Dat zal te maken hebben met zijn vragen bij de gangbare triniteitsleer. Hij was zeker geen ariaan, maar had wel grote problemen met formuleringen van Athanasius. Het bekend worden hiervan zou het einde hebben betekend van zijn wetenschappelijke loopbaan aan Trinity College, onderdeel van de Universiteit van Cambridge.”
Hoe ziet u zijn visie op de Drie-eenheid?
„Dat punt heb ik in mijn lezing bewust niet aangeroerd. Het gaat mij om zijn eerbied voor de Schriften. Newton is hét bewijs dat je als wetenschapper gelovige kunt zijn en blijven. Hij maakte zich grote zorgen over het toenemende ongeloof onder wetenschappers. Typerend is het citaat: „Laat mij u daarom smeken niet te vertrouwen op de mening van wie dan ook, want de kans is groot dat gij bedrogen wordt. Veel minder moet gij vertrouwen op het oordeel van de menigte, want zo zult gij zeker bedrogen worden. Maar doorzoek de Schriften en dat door veelvuldig te lezen en voortdurend te mediteren over wat gij leest, en bid ernstig tot God om uw inzicht te verlichten als gij de waarheid zult vinden.”
„Doorzoek de Schriften en dat door veelvuldig te lezen en voortdurend te mediteren over wat gij leest” - Isaac Newton, natuurkundige, wiskundige, alchemist, theoloog
Heel mooi vind ik ook wat Newton schrijft over de wijze waarop God Zich openbaart in de natuur en natuurwetten, waaronder de door hem geformuleerde gravitatiewet. Door de zwaartekracht houdt God de hele kosmos in stand. De harmonie in het universum was naar Newtons overtuiging niet te danken aan toeval, maar aan het ontwerp door een intelligent Wezen.”
Hoe beoordeelt u het feit dat Newtons manuscripten juist nu bekendheid krijgen?
„Naar aanleiding van zijn gravitatiewet ontving Newton een brief van bisschop Richard Bentley. Die vroeg hem of hij in deze wet een bewijs voor het bestaan van God zag. Newton antwoordde bevestigend en sloot af met de zin: „Er is nog een ander argument voor een Godheid dat ik als zeer sterk beschouw, maar totdat de principes waarop het is gebaseerd beter worden ontvangen, denk ik dat het raadzamer is om het te laten slapen.”
Die zin intrigeerde me in 1999 al. De manuscripten van Newton gaven me het antwoord. Het andere argument is de profetie over het herstel van het Joodse volk. Het had in zijn tijd weinig zin om daar Godsbewijs aan te ontlenen. Daarom liet hij dit argument slapen. Toen de vervulling van deze profetie begon, kwamen zijn theologische manuscripten openbaar. Dat kan geen toeval zijn. Newton roept ons toe: Slaap niet!”
„Newton is hét bewijs dat je als wetenschapper gelovige kunt zijn en blijven” - Prof. Kees Roos
Komt er een boek van uw hand over Newtons theologische erfenis?
„Zo’n boek is er al: ”The Metaphysical World of Isaac Newton”, door John Chambers. Ik hoop dat er nu jonge mensen komen die onderdelen van Newtons nalatenschap tot onderwerp van een dissertatie maken. Ze zullen onder de indruk komen van de fenomenale theologische en historische kennis van deze man.”
De Amerikaanse filosoof Richard Popkin stelde dat Newton een groot alchemist en theoloog was, die ook nog aan natuurkunde deed.
„Dat is wat gechargeerd, maar het is een feit dat Newton zich vooral met theologie bezigheid. Deze kant van hem is welbewust onder de tafel gehouden. Dat typeert het klimaat in de wetenschap. Voor christenwetenschappers zijn de manuscripten van Newton een bemoediging en aansporing. In zijn eigen woorden: „Schaamt u niet voor de waarheid, maar belijdt haar openlijk en tracht ook uw broeder te overtuigen, opdat gij bij de opstanding zult beërven de belofte gedaan in Daniël 12 vers 3, dat zij die velen tot gerechtigheid bekeren zullen stralen als de sterren voor eeuwig en altijd. En verheug u als gij waardig wordt geacht om te lijden in uw reputatie of op een andere manier omwille van het Evangelie, want dan is uw beloning groot.””
Als Newton gelijk heeft, zijn de bekering van Israël en de wederkomst van Christus zeer nabij.
„Ik hoop dat hij gelijk heeft. Mijn vrouw en ik bidden elke dag of de Joden tot de erkenning van Jezus als de Messias mogen komen. De voortekenen zien we in de toenemende belangstelling onder Joden, ook orthodoxe, voor het Nieuwe Testament.”