Arabische landen zitten in hun maag met de aanval van Iran op Israël. Ze zijn geen fan van Israël, maar doorgaans nog minder van Iran. En intussen moeten ze hun overwegend pro-Palestijnse bevolking te vriend zien te houden.
„Voordat ik ga slapen: houd het Arabische land in gedachten dat de Iraanse drones probeerde te onderscheppen. Welterusten.” Was getekend: Muhammad Smiry, een journalist uit Gaza. Hij schreef het bericht op X maandagochtend in alle vroegte.
Het is geen vraag welk land er in de honderden reacties onder het bericht van langs krijgt. „Jordanië!!! Dit is allemaal hun schuld.” En: „Jordanië heeft Iran en Palestina verraden. Zij zijn de echte verraders in de geschiedenis.”
Toch is Jordanië niet het enige land dat de aanval van Iran op Israël probeerde te stoppen. Hetzelfde deed Saudi-Arabië, dat in tegenstelling tot Jordanië geen verdrag met Israël heeft. Beide landen stonden toe dat hun luchtruim werd gebruikt om de Iraanse rakettenregen te stoppen. Beide landen schoten naar verluidt zelfs eigenhandig een aantal drones neer.
Vriendenkring
Waarom deden Jordanië en Saudi-Arabië dit? Het korte antwoord is: omdat ze helemaal niets hebben met het Iraanse regime én omdat ze Amerika te vriend willen houden. Wat betreft het eerste: het mag dan soms lijken alsof Iran het hele Midden-Oosten tot zijn vriendenkring mag rekenen, maar niets is minder waar. In feite zijn er nauwelijks regeringen te vinden die Iran voluit steunen. Syrië is een uitzondering; verder zijn het vooral losse groeperingen.
Uiteraard krijgt Iran steun van Hezbollah in Libanon. Die partij loopt aan de leiband van Teheran, dus erg verbazingwekkend is dat niet. Ook de pro-Iraanse Houthi’s in Jemen steunden Iran in zijn rakettenregen op Israël, net als allerlei gevechtsgroepen in Irak. Dat laatste land is de afgelopen twintig jaar, sinds de val van Saddam Hussein, steeds meer een marionet van Iran geworden. Daarom kon het Iraanse regime zelfs gebruikmaken van Iraaks grondgebied om een aantal van de 350 raketten en drones te lanceren.
Maar verder? De meeste Arabische landen van het Midden-Oosten hebben al decennia een gespannen verhouding met Iran, de grote niet-Arabische buurman. De laatste jaren zijn die betrekkingen weliswaar verbeterd, maar dat geldt óók voor de relaties tussen Israël en een aantal Arabische landen.
Bovendien zijn heel wat Arabische landen, in de Golf maar zeker ook Jordanië, zich er zeer van bewust dat de Verenigde Staten een pro-Iraanse houding verafschuwen. En de VS zijn nog altijd te belangrijk om links te laten liggen.
Normalisatie
Daarom kozen de meeste landen in het Midden-Oosten er afgelopen dagen voor om alle partijen, zonder onderscheid, op te roepen tot terughoudendheid. Daar zitten belangrijke landen tussen als Saudi-Arabië en Egypte, en ook het niet-Arabische Turkije. Geen van hen zit te wachten op escalatie.
Ook al is de kritiek op Israël in deze landen sterk toegenomen –ook van de kant van de regering–, toch is de deur voor Israël nooit op slot gegaan. Geen van de landen die een normalisatieverdrag heeft met Israël (Egypte, Jordanië, de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein) heeft dat verdrag sinds 7 oktober opgezegd.
Zelfs Saudi-Arabië, het belangrijkste Arabische land in het Midden-Oosten, staat er nog steeds voor open om zo’n verdrag te tekenen. Het heeft er sinds kort alleen een harde voorwaarde aan verbonden: er moet eerst een levensvatbare Palestijnse staat komen voordat er over normalisatie kan worden gepraat.
In de knoop
Intussen staan de Arabische regeringen voor een lastig dilemma, want hun bevolking wil graag dat de leiders veel duidelijker stelling nemen tegen Israël. Alles wat riekt naar steun aan de Joodse staat kan door hun bevolking heel verkeerd worden uitgelegd. Al jarenlang blijkt uit onderzoeken dat de Arabische bevolking over het algemeen veel meer pro-Palestijns is dan de mensen die aan de macht zijn.
Heel duidelijk is dat het geval in Jordanië. Een groot percentage van de Jordaanse bevolking is van Palestijnse afkomst. In het verleden heeft dat meermalen voor grote problemen gezorgd; de Palestijnse Jordaniërs slaagden er ooit zelfs bijna in om het koningshuis af te zetten.
De Jordaanse koning Abdullah II zit dus met zijn eigen bevolking in de knoop, en dat dateert al van voor de aanval van Iran. Palestijnse Jordaniërs demonstreren al maanden tegen Israël. De laatste drie weken zijn die protesten verhevigd: elke dag komen er duizenden Jordaniërs samen in Amman om te protesteren.
Die protesten, en de leuzen die er geroepen worden, zijn niet veelbelovend voor de politieke stabiliteit van het land. Het is bekend dat ook vanuit het naburige Saudi-Arabië met argusogen naar Jordanië wordt gekeken. Het laatste wat de regering in Riyad wil is dat de onrust overslaat naar het Saudische koninkrijk.
Met andere woorden: pro-Palestijns zijn in de Arabische wereld is tot daaraan toe. Maar zodra het de stabiliteit van Arabische regeringen in gevaar gaat brengen, wordt het toch een ander verhaal.