Charkiv zucht onder nieuw Russisch wapen: de zweefbom
Zweefbommen vernielen Charkiv. De stroomvoorziening is al verwoest. Door Rusland bedoeld om Oekraïne aan de onderhandelingstafel te dwingen. Maar de mensen in Charkiv hebben er geen oren naar om te praten met de vijand.
Het is lente in Charkiv. In het park pronken kersenbomen, pruimenbomen en abrikozenbomen rijkelijk met hun bruidswitte pracht. Maar het luchtalarm gaat om de haverklap af.
De ene nacht blijft het bij geloei van sirenes, maar zijn er overdag luide ontploffingen te horen, gevolgd door een zwarte rookwolk boven de stad. De volgende dag is het rustig, maar klinken ’s nachts vlak achterelkaar maar liefst tien explosies: de vloer trilt; de stroom valt uit. ’s Ochtends grommen overal generatoren. Mensen gaan gewoon naar hun werk, al moeten ze zich in volle busjes proppen omdat het metrosysteem platligt.
„De afgelopen drie weken is het bijna dagelijks raak”, zegt Natalie Zoebar, activiste van de ngo Maidan die sinds de invasie Russische oorlogsmisdaden in Charkiv documenteert. In het café 1654 –genoemd naar het geboortejaar van de stad– scrolt de vijftiger door foto’s die ze maakte van verwoeste woonblokken, scholen en ziekenhuizen. De beelden reizen nu als expositie langs publieke plaatsen in Europa. „De Russen willen angst aanjagen. Ze hopen dat bewoners bij de regering zullen pleiten voor onderhandelingen.”
Testen
De Russen teisteren Charkiv met een nieuw wapen: de geleide zweefbom. Op oude, zware bommen uit de Sovjettijd worden vleugels en een navigatiesysteem gemonteerd. Met vliegtuigen bestoken de Russen vanaf eigen grondgebied de stad – met een bijna onuitputtelijke voorraad.
„Het lijkt of ze dit wapen op ons testen”, zegt Zoebar. „Ze schieten, en zien wel wat ze raken.” Precies zijn de bommen niet. De afgelopen weken werden woonwijken, een supermarkt en een tankstation getroffen. Daarbij vielen doden en gewonden.
Of het lukt de mensen bang te maken? Zeker. Natalie Zoebar rept van de toename van fysieke klachten vanwege de explosies die je ruw uit je slaap wekken. Toch kent ze geen voorbeelden van mensen die de stad ontvluchten. „Het werkt juist andersom.”
Meer bereidheid tot onderhandelen ziet Zoebar al helemaal niet. „Als je instemt met de voorwaarden van de dader moedig je hem slechts aan”, verwoordt ze het gevoel dat in de stad leeft. In een bestand gelooft ze niet. „De Russen zouden ons na een pauze opnieuw aanvallen.” Ze verwijst naar de eerdere Minskakkoorden, toen het nooit stil was aan het front in de nabijgelegen regio Donbas.
Bevroren conflict
Die stemming in Oekraïne –dat onderhandelen zelfmoord betekent– benadrukte president Volodymyr Zelensky onlangs nog eens in een interview met de Duitse krant Bild. „Het idee van een ‘bevroren conflict’ spreekt sommige mensen aan, maar geeft Rusland vooral de kans het militaire arsenaal aan te vullen met drones en raketten.”
Hij dringt aan op de levering van luchtafweer. Om Charkiv te kunnen beschermen moet hij de verdedigingssystemen nu elders weghalen. Waarnemers van de Amerikaanse denktank het Institute for the Study of War zien dat militairen aan het front daardoor zwaar lijden onder bombardementen.
Wat de burgers betreft richten de Russen zich op het vernietigen van de energievoorziening. Op 22 maart werd de TEC-5, de energiecentrale die Charkiv en de omgeving van de stad van stroom voorziet, volledig kapotgeschoten.
Zwarte doos
„Kijk, daar werd het gebouw vorig jaar al geraakt”, wijst Dima Ribroen (53) op een intact gedeelte van het gebouw. De voormalig vrachtwagenchauffeur woont nabij de centrale. De volledige zijkant ligt open; het puin is zichtbaar. „Dit keer raakte de raket de machinekamer.” Reparatie ervan zal jaren in beslag nemen, zeggen de autoriteiten.
De oorlog drukt zwaar op Ribroen, die zich nu beperkt tot online administratief werk. Omdat hij vreest te worden opgeroepen voor het leger blijft hij zo veel mogelijk thuis; onder de radar.
Nu zit hij ook nog zonder stroom. „Alsof je in een soort zwarte doos leeft”, omschrijft hij zijn situatie. Ook het transformatorgebouw nabij zijn appartement werd vorige week geraakt. De klap deed zijn raam en balkondeur openzwiepen. Hij laadt zijn telefoon nu op in het buurtwinkeltje, waar een generator is. Daar staan lange rijen.
Ribroen staat onder contract bij een oliebasis, meer westelijk in Oekraïne, die vorige week werd verwoest. Hij vreest voor zijn inkomen. „Dan heb ik niks meer om van te leven.”
„Het kan me niet schelen hoe, maar deze oorlog moet stoppen” - Dima Ribroen, voormalig vrachtwagenchauffeur uit Charkiv
Als de Russen moed willen ontnemen, lukt dat wat hem betreft. „Het kan me niet schelen hoe, maar deze oorlog moet stoppen.”
Onderhandelen
Ribroen is voorstander van onderhandelen met Rusland, maar gelooft niet dat het een oplossing zal zijn. „Als we zeker zouden weten dat ze gestraft worden als ze zich niet aan de afspraken houden, dan zou het misschien kunnen werken”, zegt hij, zichtbaar twijfelend. Tot die tijd probeert hij zo min mogelijk aan de oorlog te denken. „Gewoon doorgaan alsof er niets aan de hand is.” Hij heeft houtskool voor de barbecue gehaald: niet voor een feestje, maar om buiten vuur te stoken, mocht de gasvoorziening stokken.
Oorlogsdocumentalist Natalie Zoebar, die een T-shirt draagt met ”Charkiv, stad van gewapend beton”, blijft strijdbaar. „We zijn een grote stad. Om Charkiv te verwoesten heb je bommenwerpers nodig.” Vlak na de invasie bestookten bommenwerpers de stad met bommen waarbij zweefbommen een peulenschil zijn.
Als je gezondheid lijdt onder de beschietingen, kun je de stad beter tijdelijk verlaten, denkt ze. „De mensen die de stad verdedigen, draaiende houden, belasting betalen, voor andere mensen zorgen, en bestand zijn tegen de psychische druk, kunnen hier prima leven.”