BinnenlandReportage expositie Airborne Museum

Buiten werd geschoten, binnen werden gewonden geopereerd

In zijn operatiejas stapte dokter Stuyt naar buiten en beval de Duitse soldaten hun wapens af te staan en met hem mee te gaan. Ze deden het nog ook.

L. Vogelaar
6 April 2024 16:44
Het Sint Elisabeths Gasthuis tijdens de Slag om Arnhem in 1944. beeld Airborne Museum
Het Sint Elisabeths Gasthuis tijdens de Slag om Arnhem in 1944. beeld Airborne Museum

Het is een van de verhalen over het Sint Elisabeths Gasthuis in Arnhem die verteld worden in een nieuwe tentoonstelling in het Airborne Museum in Oosterbeek. Het ziekenhuis speelde een belangrijke rol tijdens de Slag om Arnhem in 1944. Ondanks het oorlogsgevaar ging het personeel door met het helpen van gewonden, van welke nationaliteit ze ook waren.

Jaap Stuyt was leerling-chirurg en stond op 17 september, nadat geallieerde troepen waren geland, onafgebroken te opereren. Die middag namen Duitse troepen posities in rond het ziekenhuis. Stuyt nam daar aanstoot aan, want volgens het Verdrag van Genève was dit niet toegestaan. Het doet denken aan de Gazastrook, waar Israëlische troepen Hamasterroristen hebben moeten verdrijven die zich in ziekenhuizen verschanst hadden.

Dat de Duitse soldaten naar de jonge dokter luisterden, was wel opmerkelijk. Ze volgden hem naar een ruimte in het ziekenhuis, stonden hun wapens af en daarna ging de deur op slot. Pas later kwamen de Britten, die het ziekenhuis overnamen en de Duitsers als krijgsgevangenen afvoerden. Het had voor Stuyt slecht kunnen aflopen.

Wantrouwen

In het roomse ziekenhuis had Nederlands personeel tientallen jaren samengewerkt met zusters van een Duitse nonnenorde, de Franciscanessen van Münster. Na de Duitse inval in mei 1940 verzorgde het personeel honderden Duitse en Nederlandse militairen die gewond waren geraakt tijdens de Slag om de Grebbeberg. „Op die beide pinksterdagen hebben ze dag en nacht onafgebroken gewerkt”, schreef een van de nonnen. Niemand werd rust gegund.

De komst van de Duitsers als bezetters verstoorde de onderlinge verhoudingen binnen het ziekenhuis; er ontstond wantrouwen.

In 1944 kwam er een nationaliteit bij: Britse artsen behandelden in het hospitaal gewonde militairen. Geallieerde en Duitse patiënten lagen gebroederlijk naast elkaar. Ook burgers die tijdens een bombardement op de binnenstad gewond waren geraakt, hadden medische zorg nodig. En dat terwijl de stroom was uitgevallen.

Dutje

Rond het Sint Elisabeths Gasthuis werd hard gevochten. Binnen werden wonden verzorgd, terwijl buiten hevig geschoten werd. Daardoor viel in het ziekenhuis een dode en raakten meerdere mensen gewond.

Het gebied was even in geallieerde handen, maar de volgende dag waren de Duitsers terug. Een anesthesist die na vele uren eindelijk een dutje kon doen, werd wakker gemaakt en zag een Duits geweer op zich gericht. Hij was een van de weinige Britten die mocht blijven, al waren ze nu wel krijgsgevangene. De volgende dag was het ziekenhuis weer even in geallieerde handen, maar dat duurde maar kort.

Een Britse chirurg werd het zat dat hij constant in de gaten werd gehouden. Hij zorgde ervoor dat de Duitse bewakers een nogal gruwelijke amputatie goed konden zien. Toen gingen ze maar even weg.

Smokkelen

Vrijwilligers van het Rode Kruis kwamen helpen. Een van hen was Marijke Stuyt, zus van de dokter die de Duitsers had ontwapend. Ook zij bleek dapper: toen Duitse militairen Britse artsen onder schot hielden, sprong ze ertussen en wist ze de soldaten te kalmeren. Het leverde haar na de oorlog een onderscheiding op.

Sommige helpers waren betrokken bij het verzet. Ze wisten geallieerde parachutisten en achtergelaten wapens weg te smokkelen. Wie gepakt werd riskeerde doodstraf. Wie was er te vertrouwen in de chaos en wie niet?

Het zijn vragen die aan de orde komen in de expositie die in de kelder van het museum in Villa Hartenstein –het toenmalige geallieerde hoofdkwartier– is ingericht. Er zijn foto’s en filmbeelden te zien, brieven, werkvergunningen, uniformen.

Toen het aantal patiënten te groot werd, werden honderden van hen afgevoerd naar andere ziekenhuizen en naar krijgsgevangenenkampen. Wie maar even kon lopen, moest lopen.

Uiteindelijk moesten de geallieerde luchtlandingstroepen zich uit Oosterbeek terugtrekken, de Rijn over. De gewonden bleven achter als gevangenen.

De expositie ”Wisseling van de wacht: Het St. Elisabeths Gasthuis in oorlogstijd” in het Airborne Museum in Oosterbeek is te bekijken tot 2 maart 2025.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer