De campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen is dit jaar uniek, omdat ze langer duurt dan anders. Sinds begin maart is bekend dat ze gaat tussen Joe Biden en Donald Trump. „Die lange duur heeft verschillende risico’s”, zegt politicoloog Kerwin Swint uit Atlanta. „En ze wordt heel venijnig.”
„De partijfanaten kan de campagne niet lang genoeg duren. Maar de gematigde kiezer zal er –zo verwacht ik– rond de zomer genoeg van hebben. Als begin november de daadwerkelijke verkiezingen worden gehouden, zal de redelijke burger knap gefrustreerd zijn”, zegt Swint.
De hoogleraar politicologie aan de Kennesaw State University (Georgia) geldt in de VS als een expert op gebied van politieke campagnes. Ruim vijftien jaar geleden schreef hij het boek ”Mudslingers”, waarin hij de 25 meest vuile campagnes uit de Amerikaanse geschiedenis beschreef. „Ja, met die titel (Moddergooien, WK) heb ik proberen aan te geven dat het er in veel campagnes bepaald niet fatsoenlijk aan toegaat. Kandidaten halen alles uit de kast om hun rivaal te besmeuren. Campagnevoeren is vaak smerig werk.”
Dat zal dit jaar volgens Swint zeker niet anders zijn. Hij noemt als voorbeeld de State of the Union, die Biden begin maart uitsprak. Deze toespraak tot het Congres wordt in de VS algemeen gezien als de start van de titanenstrijd tussen Biden en Trump. Swint constateert dat Biden ervoor koos om een heel vijandige toon jegens Trump aan te slaan.
„Biden probeert daarmee de kritiek van Trump dat hij als 81-jarige te oud is, te pareren. Biden toonde zich vitaal, bijna op het overdrevene af. Volgens mij moet hij na afloop doodmoe zijn geweest. Zonder de naam van Trump te noemen, zette hij hem neer als een monster dat de Amerikaanse democratie bedreigt. Op zichzelf is dat begrijpelijk, gelet op de aanvallen van Trump op Bidens leeftijd, gezondheid en mentale gesteldheid. Maar het is niet zonder risico. Negatieve campagnes hebben lang niet altijd een positief verkiezingsresultaat opgeleverd.”
Gepolijste taal
Direct geeft Swint toe dat Donald Trump omgekeerd hetzelfde doet met Biden. „Hij slaat zeker ook een vijandige toon aan. Het verschil is echter dat veel mensen dat van hem accepteren. Zij kennen Trump niet anders dan iemand die ruwe, soms zelfs vulgaire taal gebruikt om zijn tegenstander uit het veld te slaan. Hij is berucht om de bijnamen die hij bedenkt, zoals ”Crooked Hillary” en ”Sleepy Joe”. Maar mensen vinden dat van hem normaal.”
Donald Trump is berucht om de bijnamen die hij bedenkt
Volgens Swint verwachten kiezers van Biden meer gepolijste taal omdat hij een lange staat van dienst in de Amerikaanse politiek heeft en daar zou hebben geleerd zich politiek of diplomatiek uit te spreken. „Van Trump weet men dat hij leeft bij invallende gedachten. Hij gebruikt ook geen vooraf bedachte tekst als hij een toespraak houdt. De woorden borrelen als het ware uit zijn onderbuik op. Dat past ook bij zijn charisma.”
Dat kandidaten proberen de politieke tegenstander in een negatief daglicht te zetten, is volgens Swint van alle tijden. „Daarbij speelt mee dat de verkiezingsstrijd vooral ook een botsing van ego’s is geworden. Niet vreemd overigens, want alleen met een groot ego red je het. Kandidaten die bescheiden zijn delven doorgaans het onderspit.”
Wel stelt Swint vast dat het in de loop van de geschiedenis steeds meer gaat om de persoon en minder om zijn politieke programma. „Dat gebeurt dit keer ook. Je kunt kritiek hebben op de politieke resultaten van Biden, maar je kunt niet zeggen dat hij niets heeft bereikt”, zegt de politicoloog, die –zo blijkt tijdens het gesprek– zelf Republikein is. „Op gebied van infrastructuur, onderwijsontwikkeling en sociale zorg heeft hij zeker resultaten geboekt. Dat weet Trump ook. Maar hij focust –net als Biden– op de persoon.”
Een groot manco bij veel Amerikaanse verkiezingen is volgens Swint dat emoties een belangrijkere rol spelen dan rationele overwegingen. „Daar speelt Trump beter op in dan Biden. Die komt met cijfers en feiten. Maar die overtuigen aarzelende kiezers veelal niet. Zij willen het idee hebben dat hun kandidaat aanvoelt waar ze bang voor zijn.”
Sociale media
Als voorbeeld noemt Swint het vraagstuk van de immigratie. Zowel Trump als Biden is het niet gelukt om de toestroom van immigranten uit Midden-Amerika echt te stoppen. „Maar Trump speelt heel nadrukkelijk in op de angst dat Amerika overspoeld wordt door immigranten en dat het karakter van de Amerikaanse samenleving onder druk komt te staan. Hij stelt soms irreële oplossingen voor. Toch denken veel mensen dat hij dit vraagstuk beter aanpakt dan Biden.”
De smerigheid van de campagnes wordt volgens Swint versterkt door de sociale media. „Die stimuleren dat kandidaten direct en heel impulsief reageren. Wie een interview voor de televisie of de radio geeft, zal automatisch zijn woorden zorgvuldiger kiezen. Op sociale media tik je haastig, soms met veel taalfouten, een reactie in, die bovendien ook nog eens kort en krachtig moet zijn. Nuances ontbreken. Je ziet ook dat vooral Trump hiervan gebruikmaakt. Dat medium past ook prima bij zijn opgewonden en impulsieve karakter”, aldus Swint.
Kandidaten halen alles uit de kast om hun rivaal te besmeuren