Hof Israël: Dienstplicht voortaan ook voor ultraorthodoxen
Het Israëlische hooggerechtshof heeft donderdag bepaald dat vanaf 1 april ook ultraorthodoxe Israëliërs in militaire dienst moeten. De baanbrekende uitspraak kan grote politieke en maatschappelijke gevolgen hebben, inclusief nieuwe verkiezingen.
De Israëlische regering had vorig jaar juni een resolutie uitgevaardigd waarin de strijdkrachten werd opgedragen geen ultraorthodoxe studenten op te roepen voor de dienstplicht. Die tijdelijke maatregel was nodig omdat de wetgeving waarin voor de zogenoemde Haredim vrijstelling was geregeld, afliep.
Maandag om middernacht komt echter van rechtswege een einde aan die tijdelijke maatregel. Daarna bestaat er geen wettelijke basis meer om uitzonderingen op de dienstplicht te maken. Sinds de oprichting van de staat Israël in 1948 hadden religieuze studenten vrijstelling. Aanvankelijk was dat niet zo’n groot probleem, gezien de demografische verhoudingen in de Joodse staat. De ultraorthodoxe gemeenschap groeit echter met zo’n 4 procent per jaar, waardoor de last van de dienstplicht steeds zwaarder op de rest van de bevolking drukt.
De opperrechters hadden al in 2017 geoordeeld dat het systeem van vrijstelling voor ultraorthodoxe Israëliërs onwettig en discriminerend was. De staat kreeg opdracht om nieuwe regels in het leven te roepen die ervoor zouden zorgen dat de dienstplicht geleidelijk aan voor iedereen van kracht wordt. De regering verklaarde vorige maand nog dat zij niet tijdig nieuwe wetgeving kon uitvaardigen vanwege de oorlog in Gaza.
Koortsachtig overlegd
Met de deadline van 31 maart in het vooruitzicht, werd er de afgelopen dagen echter toch nog koortsachtig in de coalitie overlegd om in elk geval tijdelijke regels te stellen die aan de eis van het hof tegemoet kwamen. Er lag onder andere een voorstel op tafel dat weliswaar voorzag in opkomstplicht voor Haredim, maar de leeftijdsgrens voor uitstel van 26 naar 35 oprekte. Daarmee zouden veel studenten alsnog het leger kunnen ontwijken, zo lang ze maar aan een yeshiva –religieuze school– staan ingeschreven.
Dat voorstel stuitte op veel bezwaren. Vooral oppositieleider Benny Gantz keerde zich fel tegen het plan. Hij dreigde zelfs uit het oorlogskabinet, dat is gevormd om de politieke gelederen te sluiten in de strijd tegen Hamas, te stappen. Premier Benjamin Netanyahu voerde koortsachtig overleg, vooral met zijn rechts-religieuze coalitiegenoten, die fel op afschaffing van de vrijstelling voor ultraorthodoxen tegen zijn. Hij vroeg het hof een aantal keren om uitstel, maar donderdag verliep het ultimatum zonder akkoord.
Het hooggerechtshof bepaalde vervolgens dat het leger vanaf 1 april moet beginnen Haredim voor dienstplicht op te roepen. De rechters gaven de regering tevens opdracht subsidies te bevriezen voor yeshiva’s waarvan de studenten geen gehoor geven aan de oproep voor opkomst in militaire dienst. Er zouden volgens cijfers van de Israëlische overheid vanaf maandag zo’n 63.000 religieuze studenten in aanmerking komen om in het leger te dienen.
Het oordeel van het hooggerechtshof laat zien dat de opperrechters genoeg hebben van de pogingen van de regering om besluitvorming over dit gevoelige thema eindeloos uit te stellen. Tegelijkertijd is het de vraag of de uitspraak direct effect zal hebben. Nieuwszender Channel 12 berichtte vrijdag dat het onwaarschijnlijk is dat de militaire politie de opkomstplicht direct zal handhaven door mensen thuis op te halen. Wel kunnen dienstweigeraars worden gearresteerd als ze proberen het land te verlaten of op andere manieren met de politie in aanraking komen. De bevriezing van subsidies zal naar verwachting grotendeels pas in augustus beginnen.
De uitspraak van het hof kan grote politieke en maatschappelijke gevolgen hebben. De ultraorthodoxe regeringspartijen hebben gedreigd uit de coalitie te stappen als er wetgeving wordt aangenomen die hun uitzonderingspositie te zeer aantast. Zij vinden dat zij door religieuze studie en gebed voor het leger op eigen wijze hun steentje aan het welzijn van het land bijdragen. Zo’n stap zal vermoedelijk tot vervroegde verkiezingen leiden.
En maatschappelijk gezien zal het oordeel van de opperrechters de toch al forse spanningen tussen seculiere en religieuze Israëliërs alleen maar verder aanwakkeren.
In alle gevallen zijn de ontwikkelingen fnuikend voor een land dat zich momenteel op meerdere fronten tegen externe vijanden moet verdedigen.