Er zijn in het Nieuwe Testament heel wat voorbeelden van mensen die vasten
Moet een christen vandaag nog vasten? Een Bijbels bevel daartoe ontbreekt, maar er zijn in het Nieuwe Testament wel heel wat voorbeelden van mensen die vasten. En velen ervaren het als heilzaam.
De reformatorische traditie staat ambivalent tegenover vasten. De waarschuwende woorden van Calvijn over de roomse invulling van de veertigdagentijd werken blijkbaar door tot vandaag. Maar hebben we misschien te veel weggegooid? Want vervolgde christenen vasten ook, zoals Arco van Doleweerd schreef (RD 15-5), en binnen evangelische kringen ervaren ze het positieve van vasten.
Sociale media
De discussie over vasten begint al met de definitie. Wat is vasten? De meeste lezers zullen denken aan het zich onthouden van eten en drinken gedurende een bepaalde periode, waarbij we ons meer concentreren op het Woord van God. Dat is mijns inziens een gangbare en bruikbare omschrijving.
Maar er zijn allerlei varianten op dit thema, die we soms ook in de Bijbel tegenkomen. Denk aan minder en soberder eten dan gebruikelijk, bijvoorbeeld door geen vlees of nagerecht te nuttigen (Daniël 10:3). Anderen geven vasten een hedendaagse invulling, door gedurende een week geen koffie te drinken, geen autoradio te luisteren of sociale media te mijden. Dan wordt de invulling wat vager. Calvijn maakt mensen die vasten door geen vlees te eten het verwijt dat dit geen echt vasten is, maar slechts een andere menukeuze. Persoonlijk zou ik hedendaagse mensen die van plan zijn te vasten willen meegeven: het breken met bepaalde gewoonten (zoals een verslaving aan koffie of aan sociale media) is geen vorm van vasten, maar past binnen het Bijbelse gebod van bekering. Dat moeten we sowieso al doen.
Woordeloos gebed
Naast de uiteenlopende invullingen van vasten is er ook een Bijbelse ontwikkeling in het vasten waarneembaar. De Bijbel spreekt en oordeelt er in het Nieuwe Testament anders over dan in het Oude.
Ik begin met het Oude Testament. Naast het zich onthouden van voedsel en soms ook van drinken deden Israëlieten die vastten geen sieraden om. Ze maakten soms scheuren in de kleding en deden as op het hoofd. Het vasten was een zichtbaar gebed om ontferming. Wie weet, God mocht Zich wenden. „Och, dat Gij de hemelen scheurdet” (Jesaja 64:1). Door bewust af te zien van deze aardse zegeningen, zoals eten en goede kleding, maakten ze duidelijk geen recht te hebben op deze weldaden. Met vasten beleden ze: we zijn slechts stoffige mensen (as op het hoofd) en we verdienen niet anders dan het oordeel. Bekende voorbeelden zijn de inwoners van Ninevé, Esther en Daniël. Vasten is dan een woordeloos gebed om genade.
Gods wil
In het Nieuwe Testament zien we een omslag. De discipelen van Jezus vasten niet. Dat roept vragen op. Jezus neemt het voor hen op. De Bruidegom is immers gekomen. Het gebed om genade is verhoord. God heeft Zich ontfermd over Zijn volk. Hij heeft gedacht aan Zijn genade en de hemel is gescheurd. Jezus heeft alles volbracht.
Zijn verlossingswerk leidt ook tot een nieuwe vorm van vasten. Nieuwe wijn hoort immers in nieuwe leren zakken (Lukas 5:33-39). Jezus verwijst degene die vast naar de binnenkamer; het mag niet zichtbaar zijn voor anderen (Mattheüs 6:16-18).
De voorbeelden van vasten in het Nieuwe Testament bevatten daarom veel minder een gebed om genade, maar veel meer een zoeken naar de wil van God in een persoonlijke levenssituatie. Denk aan Paulus, die door vasten en bidden meer duidelijkheid wil krijgen over zijn zendingsreizen.
Moeilijke keuze
Moet een christen vandaag nog vasten? Een Bijbels bevel daartoe ontbreekt, maar er staan in het Nieuwe Testament wel heel wat voorbeelden van mensen die vasten. En velen ervaren het als heilzaam. Calvijn noemt als voorbeeld dat iemand vast wanneer hij voor een moeilijke keuze staat en niet weet wat Gods wil is. Of wanneer de pest een stad treft en de inwoners zoeken naar duiding. Dan passen bidden en vasten, aldus de reformator.
Tegelijk wijst hij op het oude gevaar van verdienstelijk vasten. Alsof we door middel van vasten betere christenen zijn en we God beter kunnen overtuigen. Dan lijken we op die farizeeër: „Ik vast tweemaal per week” (Lukas 18:12). Dit gevaar blijkt in de hele kerkgeschiedenis voortdurend aanwezig te zijn. Het begon al in het Nieuwe Testament…
Het is namelijk opvallend dat Paulus in bijna iedere brief kritiek uit op dwaalleraren die regels uitvaardigen met betrekking tot eten en drinken. Hij doet dit in uiterst scherpe woorden. Het zijn „leringen van duivelen” (1 Timotheüs 4:1); „…welker God is hun buik”, en ze zijn „vijanden van het kruis van Christus” (Filippenzen 3:18-19). Hij roept daarentegen op tot verdraagzaamheid (Romeinen 14:1-3).
Navolging
Moet een christen nog vasten? Het mag maar het is niet verplicht. We worden daarentegen wel opgeroepen tot navolging: het kruis opnemen en de wereld verzaken (1 Johannes 2:15). Daar hebben we onze handen vol aan. En wat minder eten is nog gezond ook.
De auteur schreef ”Vasten en minderen”.