Dat de Tweede Kamer vooruitblikt naar vier extra kernreactoren in plaats van twee is verstandig, vindt Jan-Leen Kloosterman, hoogleraar kernreactorfysica van TU Delft. „Ik denk dat de meeste mensen er inmiddels wel van zijn doordrongen dat we het niet gaan redden met zon en wind alleen.”
De bouw van de eerste twee reactoren in Borssele wordt momenteel voorbereid. Deze kunnen in 2035 klaar zijn. De vraag is hoe het daarna verder gaat met de twee andere reactoren.
Is er wel ruimte voor vier extra kernreactoren in Nederland?
„Dat denk ik wel. Bij de huidige kerncentrale in Borssele is ruimte voor de twee grote reactoren die momenteel in voorbereiding zijn. Daartoe besloot het huidige kabinet eind 2022 al. Tientallen jaren geleden heeft de overheid ook twee waarborglocaties aangewezen op de Maasvlakte en in Delfzijl. Die laatste is vooralsnog afgevallen, maar dat kan wellicht veranderen.”
Welke soorten kerncentrales komen in aanmerking om dan te worden gebouwd?
„Ik denk dat we moeten uitgaan van de algemene klasse lichtwaterreactoren. Daarvan kennen we in Nederland twee typen: in Borssele staat een drukwaterreactor, en in Dodewaard was een kokendwaterreactor operationeel. Beide staan bekend als echte werkpaarden in de wereld van de kernenergie.
Wanneer er in Nederland een nieuwe kernreactor wordt gebouwd, zal dat waarschijnlijk van het type drukwaterreactor zijn, net als in Borssele. Wat mij betreft is dat een prima keuze.”
Hoelang duurt het om een nieuwe kerncentrale te bouwen?
„Voorop gesteld: het is altijd een lang traject. Als je alle vergunningen binnen hebt, duurt het nog acht tot tien jaar voordat er een werkende centrale staat. Voor de huidige twee centrales die in Borssele in voorbereiding zijn, is het dus mogelijk om die in 2035 draaiend te hebben.
Van de bouw daarvan leren we uiteraard voor de constructie van de twee andere reactoren. Die moeten klaar zijn in 2040. Dat is haalbaar als we uitgaan van een vergunningentraject van twee jaar en een bouwperiode van acht jaar.
Maar er moet nog meer gebeuren. We moeten vooral veel meer mensen gaan opleiden om die reactoren te kunnen beoordelen en het bouwproject te kunnen begeleiden. Dat is een eerste vereiste.”
Wat moeten die kerncentrales gaan kosten?
Nadenkend: „Daar kan ik nu geen antwoord op geven. Elk bedrag dat ik noem, kan dit proces beïnvloeden. Reken in ieder geval maar op een bedrag dat in de miljarden loopt.
Er zijn drie aanbieders in de race voor de twee reactoren in Borssele. Momenteel zijn er wereldwijd, afgezien van Rusland en China, drie partijen die zo’n reactor kunnen leveren. Dat is het Amerikaanse bedrijf Westinghouse, EDF uit Frankrijk en een Zuid-Koreaans bedrijf.”
Een groot probleem van kernenergie is het langlevende radioactieve afval. Speelt dat nu niet meer?
„Hoe groot dat probleem is, hangt ervan af waarvoor we kiezen bij het verwerken van gebruikte splijtstof. We kunnen dat direct opslaan, maar we kunnen er ook bruikbare stoffen uit halen voor hergebruik. Dat zet je die stoffen opnieuw in als splijtstof. Wil je zo weinig mogelijk afval produceren, dan moet je kiezen voor de tweede optie.
Op de langere termijn komen reactoren van de vierde generatie op de markt. Deze kunnen de langlevende reactieproducten vernietigen, en daarmee energie produceren. We kunnen nu de langlevende stoffen bewaren om die op termijn in een reactor van de vierde generatie op te stoken. Maar daarvoor is het wel van belang dat we nu een langetermijnvisie ontwikkelen op kernenergie. Begin je met grootschalige kernenergie, dan moet je daarmee ook doorgaan.”
Hoe komt het dat het taboe op kernenergie de laatste jaren is afgebrokkeld? Wat ziet u maatschappelijk verschuiven?
„Ik denk dat mensen er in het algemeen wel van zijn doordrongen dat we onze energie CO2-vrij moeten opwekken. En dat het met alleen zon en wind erg moeilijk wordt; die leveren samen bij lange na niet genoeg energie om aan de vraag te voeldoen.
Er zijn twee redenen waarom we feitelijk niet buiten kernenergie kunnen. Allereerst verdrievoudigt de vraag naar elektriciteit tot 2050, omdat we van de fossiele brandstoffen af moeten. Ons transport wordt elektrisch, we gaan elektrisch verwarmen en de industrie schakelt over op elektriciteit. Hoewel we netto minder energie gaan gebruiken, betekent dit een enorme toename in de vraag naar stroom.
Daarnaast hebben we kernenergie nodig om de basislast, de lage elektriciteitsbehoefte ’s nachts, te genereren op het elektriciteitsnet. Ook vangen de kerncentrales het schommelende aanbod van stroom uit zon en wind op en helpen ze het net stabiliseren.”