Gids Joyce Holloway in baptistenkerk Alabama gruwt van Trump
Stemmen is vanzelfsprekend. Thuisblijven is voor de Afro-Amerikaanse Tasha Dangerfield uit Selma geen optie. „Onze ouders hadden hun leven ervoor over.”
Met een zelfgemaakt kartonnen bord staat Tasha op een druk kruispunt onder aan de voet van de Edmund Pettusbrug in Selma (Alabama) enthousiast te zwaaien. Zo probeert ze deze eerste dinsdag van maart voorbijgaande weggebruikers te motiveren te gaan stemmen.
De plaats is niet willekeurig. De Edmund Pettusbrug is sinds 7 maart 1965 wereldberoemd. Hier kwam het tot een bloedig treffen tussen de Amerikaanse politie en zwarte burgers die onder leiding van Martin Luther King een mars hielden om te protesteren tegen schendingen van het kiesrecht voor Afro-Amerikanen.
„De offers die onze ouders op deze bloedige zondag brachten, zijn op zich al een reden om te gaan stemmen”, zegt Tasha. Ze vertelt dat haar man als kind toeschouwer was van het hardvochtige politieoptreden. „Soms droomt hij er ’s nachts nog van.”
Man in Washington
Maar de bloedige zondag is voor de strijdlustige zestiger niet de enige reden voor haar actie. „Wie niet stemt, moet ook niet mopperen als de verkiezingsuitslag anders is dan je wilt.”
Het geeft Tasha zorg dat steeds meer Afro-Amerikanen bij verkiezingen thuisblijven. Een van hen is garage-eigenaar Mike Donahe. „Nee, ik ga niet stemmen. Het heeft geen enkele zin. De politiek luistert toch niet naar ons”, zegt hij bitter.
Tasha: „De onvrede onder onze mensen is groot. Velen leven in armoede en hebben het gevoel dat niemand naar hen omkijkt. Maar ik zeg altijd dat je moet kijken naar wat je zelf kunt veranderen.” Daarbij wijst ze erop dat de buitenlandse aandacht voor de voorverkiezingen zich richt op het presidentschap, maar dat er op deze dinsdag vooral voor lokale politici en kwesties wordt gestemd. „Dat is voor ons veel belangrijker dan de man die in Washington zit.”
Zwarte aarde
Dat te veel Afro-Amerikanen thuis blijven, vindt ook Arthur Price, predikant van de baptistenkerk Church in Birmingham, waar in 1963 vier meisjes omkwamen bij een bomaanslag. Afgelopen zondag deed hij een dringende oproep om te gaan stemmen. „Het bloed van Selma mag niet voor niets hebben gevloeid”, zo zei ds. Price.
Alabama is een van de meest christelijke staten van de VS. Bijna 80 procent van de bevolking is protestant. Na Mississippi is Alabama ook de meest conservatieve staat van Amerika. Wie de kaarten met de verkiezingsuitslagen bekijkt, ziet dat bijna alle districten rood kleuren.
Slechts twee delen hebben het blauw van de Democraten: de stad Birmingham en een strook van oost naar west in het zuidelijke deel van de staat. Dit wordt wel de Black Belt (zwarte gordel) genoemd. De streek zou dat label te danken hebben aan de zwarte aarde. Maar het duidt evenzeer aan dat de bevolking hier –net zoals in de stad Birmingham– in meerderheid Afro-Amerikaans is.
Vaak wordt gezegd: „In de Black Belt is de grond rijk en de bevolking arm”, zegt Tasha. Juist die armoede zou de Afro-Amerikanen in de armen van de Democraten drijven. „Die hebben meer aandacht voor sociaal zwakken”, legt ze uit.
„Vuile actie”
Bovendien leeft er bij de Afro-Amerikanen nog altijd het idee dat de Republikeinen hen proberen te dwarsbomen. Een sprekend voorbeeld daarvan is de discussie over de kiesdistricten. Die zouden volgens de zwarte kiezers door de Republikeinen zo zijn ingetekend dat de Afro-Amerikanen steeds net geen meerderheid halen. Recent heeft de rechter de regering echter gedwongen enkele districten anders in te delen, zodat de Afro-Amerikanen kans hebben in een paar gebieden een overwinning te boeken.
Afgelopen maandag meldden lokale media echter dat ruim 5000 kiezers uit die nieuwe districten een verkeerde oproep hadden ontvangen, waardoor de nieuwe indeling alsnog geen effect zou hebben. Volgens Afro-Amerikanen een „vuile actie” van de Republikeinen.
Een zorg voor Afro-Amerikanen is de opmars van Donald Trump. „Ik gruw van die man”, zegt Joyce Holloway, gids in de baptistenkerk van Birmingham. Jane, werkzaam in het National Voting Rights Museum in Selma, zegt ronduit bang te zijn als Trump weer president wordt.
De in Amerika bekende voetbalanalist Charles Barkley zei vorige week dat wanneer hij een Afro-Amerikaan ziet lopen met een Trumpshirt aan, deze kan rekenen op een harde dreun midden in zijn gezicht. „Ik pik zulk verraad niet.”
Toch keren niet alle Afro-Amerikanen de Republikeinse partij de rug toe. Op de parkeerplaats bij het stembureau in de Eastdale Baptist Church in Montgomery staat Linda („Nee, mijn achternaam geef ik niet”). Zij foldert voor Cedric Coley, die gekozen wil worden in de gemeenteraad. Op de flyer staat dat hij „toegewijd christen en een overtuigd Republikein is.” Voor hem zet Linda zich in. „Ik laat mijn stem niet allereerst afhangen van de persoon of van de partij, maar van het politieke program. Coley staat voor mijn principes en waarden.”