Rechtop staan, handen op de buik, uitblazen op een ”fff”, en daarna inademen, laag in je buik. Nee, we zijn niet bij de afdeling logopedie aanbeland. Bij damesensemble Yerusha uit Capelle aan den IJssel weten ze: een goede repetitie begint met stevig inzingen.
Twaalf meiden zijn deze maandagavond naar de repetitie in basisschool De Olijfboom gekomen. Maar als je je ogen dichtdoet, zouden het er zomaar twintig kunnen zijn, zo veel volume weten de zangers te produceren.
Na samen Psalm 22:5 te hebben gezongen en wat oefeningen te hebben gedaan, komt het eerste stuk van de avond tevoorschijn. ”O Haupt voll Blut und Wunden” van J.S. Bach, maar dan in een Nederlandse versie. Dirigent Rianne Vogelaar besteedt veel aandacht aan de expressie in de tekst. ”Lijdt Hij die spot, die slagen” – de koorleden spuwen de woorden bijna uit. Hier en daar voeren Vogelaar en Huig van der Knijff –vaste begeleider die steevast bij de repetities is– een aanpassing door. Zo laten ze de regel ”Zie, zie, aanschouw de mens!” eenstemmig eindigen; indrukwekkend na driestemmig koor.
De dames zijn blij met de Nederlandse versie van het koraal uit de Matthäus Passion. „Beter dan dat Duits”, vindt een koorlid. „Nu weet je wat je zingt.” Vogelaar is het ermee eens: „Mooi om de tekst zo dicht bij de luisteraar te brengen.”
Het is een van de doelen van Yerusha, dat drie jaar geleden door Vogelaar en Van der Knijff werd opgericht: muziek uitvoeren die mensen raakt. „Ik ben kritisch op de tekst”, vertelt Vogelaar. „Die moet Bijbelgetrouw zijn.”
Vogelaar startte met zeven meiden uit de buurt, die het leuk vonden om te zingen. „Ik houd van de kleinschaligheid van dit koor. Het is erg gezellig, partijstudie gaat snel en ik kan veel aandacht geven aan klank, ook individueel. Meiden die hier willen zingen, moeten dus auditie doen. De meesten hebben zangles en ze kunnen allemaal solorollen zingen.”
Opera
Over dat laatste hoeft geen twijfel te bestaan: stuk voor stuk klinken de stemmen van de dames krachtig, sommige met een vibrato. De eerste sopranen stralen in het stuk ”Agnus Dei” van Tore W. Aas. Vogelaar spoort aan: „Gebruik een klassieke stem, alsof je in een opera staat.” Niet alleen de hoge stemmen, ook de lagere moeten zich laten horen. „Dit is echt een Yerusha-stuk”, verzucht een van de sopranen.
Is zo’n klein koor niet kwetsbaar, bijvoorbeeld als veel leden tegelijk ervan afgaan? Volgens Vogelaar zal het zo’n vaart niet lopen. Sterker: ze werken nu met een wachtlijst. In het najaar van 2023 verspreidde Yerusha een drietal filmpjes van een concert in de Augustijnenkerk in Dordrecht. De populairste is maar liefst 43.000 keer bekeken. „Waarschijnlijk is er meer interesse om hier te zingen door die filmpjes”, denkt Vogelaar. Maar uitbreiden doet het koor voorlopig niet. „Met zestien dames is de formatie nu compleet.”
Er wordt deze avond hard gestudeerd. Sommige stukken zitten er nog niet helemaal in, en met nieuwe concerten voor boeg moeten de puntjes op de i. Bij het ene stuk gaat het om klank, bij het andere ligt de focus meer op het tempo. Vogelaar dirigeert met veel mimiek in haar gezicht. Zit een lijntje er niet goed in bij een partij? Dan pakt ze haar standaard op, zet een paar stappen tot ze vlak bij de dames staat en studeert het onverstoorbaar in, begeleid door Van der Knijff. De zangers die dan even niets te doen hebben, grijpen zo’n moment aan om even bij te kletsen.
Vlak voor de pauze dreigt het bijna mis te gaan. Onder de sopranen ontstaat een klein theekransje. Vogelaar grijpt in. „Eerst zingen we deze nog een keer helemaal door en daarna is het pauze.” „Of andersom”, lacht een sopraan. Koor is tenslotte óók een plek voor gezelligheid.