De provincie Utrecht roept het Rijk op zo snel mogelijk met een structurele oplossing te komen voor de zogeheten PAS-melders, bedrijven die zonder natuurvergunning zitten en daardoor formeel in overtreding zijn. De provincie zegt dat in een reactie op een uitspraak van de Raad van State. Die oordeelde woensdag dat provincies tot 2025 in een aantal gevallen kunnen afzien van handhaving.
„In algemene zin geeft de uitspraak van de Raad van State PAS-melders tijdelijk wat lucht”, stelt de provincie Utrecht. „Tegelijkertijd is er nog altijd geen oplossing voor de PAS-melders voor na midden 2025. In afwachting van een structurele oplossing blijft de provincie zich dan ook onverminderd inspannen om PAS-melders bij te staan, met als uiteindelijk doel legalisatie.”
PAS-melders worden zo genoemd omdat ze een melding van hun uitstoot deden toen het Programma Aanpak Stikstof (PAS) nog van kracht was.
De zaken waarover de Raad van State uitspraak deed, draaiden om een vleesproducent uit IJsselstein in de provincie Utrecht en twee bedrijven in de provincie Overijssel: een melkveehouderij in Kampen en een biomassacentrale in Balkbrug. De drie bedrijven hebben met elkaar gemeen dat ze geen vergunning hebben voor hun stikstofuitstoot.
Buiten de vleesverwerker in IJsselstein is er in de provincie Utrecht geen handhavingsverzoek tegen een PAS-melder aanhangig. „Op dit moment zullen de gevolgen van de uitspraak voor de Utrechtse PAS-melders dan ook zeer beperkt zijn”, schrijft de provincie.
De provincie Noord-Holland verwelkomt de uitspraak. „Deze ondernemers zijn buiten hun schuld om in deze situatie gekomen. Goed dat er nu ruimte is om tijdelijk af te zien van handhaving bij PAS-melders én dat er handvatten zijn gegeven onder welke omstandigheden dat kan.”
