Oorlog in Oekraïne bracht geen voedselcrisis
Toen Rusland buurland Oekraïne binnenviel, werd gevreesd voor een mondiale voedselcrisis. De export van graan uit Oekraïne zou mogelijk stilvallen. De graanprijzen schoten dan ook omhoog. Inmiddels bevinden ze zich weer op een niveau van voor de oorlog. „De handel heeft nieuwe wegen gevonden.”
Kees Huizinga is een Nederlandse boer die in Oekraïne een landbouwbedrijf runt met 15.000 hectare grond. Voor vakblad Nieuwe Oogst maakt hij wekelijks een vlog waarin hij zijn collega’s in Nederland op de hoogte houdt van zijn belevenissen in oorlogstijd.
Huizinga houdt varkens en koeien, maar is allereerst akkerbouwer. Toen Rusland in juli 2023 na een jaar het graanakkoord met Oekraïne opzegde, zag hij de prijzen voor zijn producten inklappen. „Wij krijgen gemiddeld zo’n 50 dollar (46 euro) minder per ton dan normaal. Dat geldt voor onze 10.000 ton gerst, de 20.000 ton tarwe en de 5.000 ton koolzaad”, vertelde hij in augustus.
Ondanks die tegenslag stuurde Huizinga in de herfst zijn machines het land weer op om graan te zaaien voor het nieuwe seizoen. Half maart volgen de voorjaarsgewassen. Het land braak laten liggen is geen optie, vindt Huizinga. Boeren hopen altijd op betere tijden.
Rusland en Oekraïne horen bij de grootste exporteurs van landbouwproducten ter wereld. Samen zijn de landen goed voor 30 procent van de wereldwijde tarwe-export. Andere belangrijke Oekraïense exportproducten zijn mais, zonnebloemolie en zonnebloempitten.
Tarwe
Vooral de bevolking in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is voor de voedselvoorziening afhankelijk van tarwe uit de twee landen. Op de termijnmarkt in Parijs steeg de tarwenotering na de Russische inval naar 430 euro per ton, het hoogste niveau sinds de jaren 50 van de vorige eeuw.
Onder de graandeal kon de Oekraïense export van mais, tarwe en andere landbouwproducten in een redelijk tempo doorgaan. Zeeschepen konden de goederen vanuit drie Oekraïense havens aan de Zwarte Zee en via de Turkse Bosporus –waar onder internationaal toezicht de lading werd gecontroleerd– naar hun bestemming brengen.
In de zomer van 2023 leek alles weer op losse schroeven te staan, net als bij het begin van de oorlog. Toch wist Oekraïne al snel met behoorlijk succes nieuwe wegen te vinden. Rivierhavens aan de Donau, de grensrivier met Roemenië in het uiterste zuidwesten van het land, speelden daarbij een sleutelrol. Daar werd het graan in binnenvaartschepen geladen en vervolgens langs de kust naar de Roemeense haven Constanta gevaren, waar het werd overgeslagen in grote zeeschepen voor verder transport.
Corridor
Dat was wel een omslachtige en, vanwege het extra werk, kostbare route. Oekraïne kondigde daarom een ”humanitaire corridor” af, vlak langs de kust, tussen de zeehavens nabij het Oekraïense Odesa en NAVO-lidstaat Roemenië. Volgens Kyiv kunnen schepen daar ondanks Russische dreigementen veilig varen.
Vanaf oktober kwam het scheepvaartverkeer inderdaad langzaam weer op gang. De Russen bestoken nog wel haveninstallaties, maar vrachtboten laten ze met rust.
„Het wordt een beetje stilgehouden, maar er komt via die zeeroute weer behoorlijk veel graan uit Oekraïne op de markt”, zegt Jan Willem Baas. Hij is voorzitter van het Comité van Graanhandelaren. Van deze brancheorganisatie zijn ruim 120 handelsbedrijven lid die in Nederland actief zijn.
Sinds de start van het nieuwe exportseizoen op 1 juli tot half februari is volgens Baas 27 miljoen ton graan uit Oekraïne verscheept, vooral mais en tarwe. Voor een klein deel gingen die producten over land, per vrachtwagen of trein, voor een wat groter deel via de Donauroute, maar het leeuwendeel werd vervoerd via Odesa. De uitvoer is niet veel lager dan een jaar eerder, toen de graandeal nog van kracht was. „Toen ging het in dezelfde periode om 30 miljoen ton.”
Rusland zelf, ’s werelds grootste exporteur van tarwe, kan zijn landbouwproducten intussen ook vrij op de markt brengen. Voedsel valt namelijk niet onder de westerse sancties tegen Rusland.
Toen woensdag de Europese Unie een nieuw sanctiepakket –het dertiende– afkondigde, bleven de landbouwproducten er weer buiten. Vsevolod Tsjentsov, de Permanente Vertegenwoordiger van Oekraïne bij de Europese Unie, noemde dat in een reactie onacceptabel. Hij wees er daarbij fijntjes op dat EU-lidstaat Polen zich nog altijd verzet tegen de invoer van Oekraïens graan in Europa, om de eigen boeren te beschermen.
Geen crisis
Twee jaar oorlog bracht geen wereldwijde voedselcrisis. Volgens de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, liggen de graanprijzen momenteel behoorlijk onder het niveau van begin 2022. Dat geldt ook voor de geïndexeerde voedselprijzen, samengesteld uit graan, vlees, zuivel, suiker en plantaardige oliën (zie grafiek ”Voedsel en graan”).
Specifiek voor tarwe geeft voorman Baas van de Nederlandse graanhandelaren meerdere verklaringen. Naast het feit dat er nog behoorlijk wat tarwe uit Oekraïne op de markt komt, kijken verschillende producerende landen terug op een grote oogst. Hij noemt Frankrijk en Rusland.
Dat laatste land heeft in Azië en Afrika een deel van de Oekraïense afzetmarkten overgenomen. Van de weeromstuit komt er meer Oekraïense tarwe op de Europese markt (zie grafiek ”Oekraïense tarwe”), wat de prijzen in de EU volgens Baas behoorlijk drukt. „Daar komt bij dat ook de vraag naar tarwe is afgenomen, zowel voor diervoeders als voor menselijke consumptie”, zegt Baas. „Doordat de economie minder goed draait, geven mensen minder uit. Bovendien zijn mensen bewuster bezig met het voorkomen van voedselverspilling.”
Wat die vrees van twee jaar geleden betreft, vindt Baas dat het achteraf gemakkelijk praten is. „Er was toen wel degelijk grote paniek, en dat niet zonder reden”, stelt hij. „Bestaande handelsroutes vielen stil. In landen als Italië en Spanje was de situatie enige tijd kritiek, die hebben zelfs graan uit Zuid-Amerika gehaald. Het kostte maanden voordat de internationale graanmarkt zijn toeleveringsketen weer op orde had.”
Analisten constateren dat de graanmarkt de oorlog heeft verwerkt. In Parijs noteert tarwe voor levering in maart en mei deze week respectievelijk ongeveer 205 en 200 euro.