Wethouder Schot kwam in opspraak omdat de verbouwing van haar monumentale woning in Zierikzee op zeker tien punten zou afwijken van de vergunning. Daarbij zou onder andere op onzorgvuldige wijze asbest zijn verwijderd. De gemeente heeft de eigenaren van het huis, Schot en haar man, diverse dwangsommen en een bouwstop opgelegd.

Het college van Schouwen-Duiveland (zonder Schot) maakte woensdag in een schriftelijke verklaring bekend de twee onderzoeken te zijn gestart. Het strafrechtelijk handhavingstraject vindt plaats onder toezicht van een officier van justitie, het college handelt zelf het bestuursrechtelijke onderzoek af. Het laatste traject vindt plaats naar aanleiding van het bezwaar van de huiseigenaren tegen een dwangsom.

Het college zegt „met afkeuring” van de overtredingen te hebben kennisgenomen, ook al heeft Schot zich naar eigen zeggen niet met de vergunningaanvraag bemoeid. Burgemeester Jack van der Hoek doet „voorlopig nog geen aangifte”, maar wacht eerst de onderzoeken af, laat de gemeente donderdag desgevraagd weten. „Een vervelende zaak”, zegt woordvoerder Toon Wandel.

Of de wethouder op basis van haar handelen in deze zaak kan aanblijven als wethouder is een afweging die de gemeenteraad moet maken, schrijven de burgemeester en de andere wethouders.

De gemeenteraad van Schouwen-Duiveland buigt zich donderdag over de kwestie. Verschillende fracties vinden dat Schots geloofwaardigheid is aangetast. De VVD zou werken aan een motie van treurnis tegen de wethouder.

Spijt

Schot betuigt „spijt” in een maandag uitgegeven schriftelijke verklaring. Ze wijst erop dat ze zich buiten de vergunningaanvraag en verbouwing heeft gehouden, maar erkent als eigenaar verantwoordelijk te zijn. „Als bestuurder moet je uit een dergelijke situatie blijven en dat dat niet is gelukt, spijt mij zeer”, stelt Schot. De wethouder doet haar „uiterste best de kwestie zo snel mogelijk netjes op te lossen”.

Vanuit haar „betrokkenheid bij het eiland en haar ambt”, zegt Schot snel te zijn ingetrokken in de gemeente. „In een historisch pand, dat we netjes willen opknappen.”