Refoschool biedt zelf bijles aan leerling die vastloopt
Het aantal bedrijven dat bijlessen aanbiedt, zit al jaren in de lift. Veel reformatorische scholen regelen echter zelf intern extra ondersteuning, blijkt uit een rondgang.
Het Van Lodenstein College heeft met het geld uit het Nationaal Programma Onderwijs –een subsidie in coronatijd– een Leerachterstandenteam (LAT) ingesteld, vertelt Arie van der Vlies. Hij is verantwoordelijk voor bijles op het Van Lodenstein College in Hoevelaken en vertelt met trots in zijn stem over het programma. „Ongeveer acht collega’s, samen ongeveer twee fte’s, helpen leerlingen met plannen, huiswerk leren en maken.”
Voordat scholen door de coronamaatregelen tijdelijk moesten sluiten, waren er ook leerlingen die extra begeleiding nodig hadden. „Toen gaven onderwijsassistenten die. Maar door de pandemie hebben veel leerlingen een achterstand opgelopen.” Daarom is de ondersteuning op het Van Lodenstein College in Hoevelaken gestructureerd, vertelt Van der Vlies. „Als een docent ziet dat een leerling voor een vak structureel onvoldoende scoort, meldt hij hem aan bij het LAT. Van de ruim 700 leerlingen op onze school zijn er ongeveer 110 die voor een vak extra ondersteuning krijgen. Ze krijgen die in principe in tussenuren. In een enkel geval ook na schooltijd, of, in overleg met de docent, tijdens een reguliere les.”
Het bijlesprogramma wordt nog steeds voor het grootste deel uit de subsidie betaald, zegt Van der Vlies. „Maar we vinden het team zoveel meerwaarde hebben dat we er ook zelf al formatie voor hebben vrijgemaakt. Want de geldpot uit de overheid is een keer leeg, en dan willen we wel door met dit programma.” Ouders zijn er volgens Van der Vlies blij mee, omdat ze zien dat de cijfers van hun kinderen omhoog gaan. „En ook leerlingen zijn gemotiveerd om in hun vrije uur bijgespijkerd te worden. „Nu snap ik eindelijk wat er staat”, vertelde een meisje me pas nadat iemand van het LAT haar bijles wiskunde had gegeven. Zoiets bewijst de waarde van individuele aandacht. Die kun je in een volle klas vaak te weinig bieden.”
Scheefgegroeid
Het Ichthus College in Veenendaal regelt zelf extra begeleiding voor leerlingen die dat nodig hebben, bijvoorbeeld door de inzet van studenten. „In principe moet bijles niet nodig zijn. Onderwijs vindt plaats in de les, dat is ons uitgangspunt”, stelt Evert-Jan Smits, directeur onderwijs op het Ichthus. „Als veel leerlingen niet kunnen meekomen en moeten leunen op bijlesbureaus, is er iets scheefgegroeid.”
Leerlingen die dat nodig hebben kunnen echter wel ondersteuning krijgen op het Ichthus College. „Bijvoorbeeld bij dyslexie, dyscalculie of studievaardigheden.”
Maar ook leerlingen die moeite hebben met de stof van een bepaald vak, hoeven niet direct aan te kloppen bij een commercieel bureau. „Tijdens keuzewerktijd geven vakdocenten bijles op onderdelen van de stof waarvan ze weten dat veel leerlingen erop onderuit gaan.”
Tijdens de coronapandemie tuigde de school nog een ander systeem op, zegt Smits. „We werken met studenten, vaak oud-leerlingen van ons. Een student biologie legt de stof van biologie uit aan een leerling. Of een pabostudent helpt met het plannen van leerwerk.”
Smits ziet tal van voordelen aan de inzet van studenten. „Het zijn vaak jonge, gedreven mensen. Ze verdienen er een leuk zakcentje mee en krijgen de kans aan het onderwijs te snuffelen. Zo snijdt het mes aan twee kanten.”
Het is niet de bedoeling dat deze ondersteuning lang nodig is, tekent Smits aan. „In principe gaat het om maximaal drie bijlessen per aanmelding.”
Aan de samenwerking met een commercieel bureau kwam zo’n twee jaar geleden een einde. „Ouders van leerlingen zijn natuurlijk nog steeds vrij zich daar aan te melden. Dat is buiten onze verantwoordelijkheid. Maar waar wij eerder huisvesting boden aan een bedrijf, doen we dat nu niet meer.”
Bijspijkeruurtjes
Op de Jacobus Fruytier scholengemeenschap in Apeldoorn is nog wel een commercieel bureau actief voor een „intensieve vorm van huiswerkbegeleiding”. Daar kiezen en betalen ouders en hun kinderen zelf voor, zegt Jacobien van Willigen-van Beijnum, directeur onderwijs.
Deze begeleiding is niet voor iedereen te betalen, beaamt Van Willigen. „Daarom bieden we kosteloos bijlessen aan voor wie dat echt nodig heeft en onvoldoendes scoort.” Vaak vinden deze extra bijspijkeruurtjes online plaats, omdat leerlingen uit de wijde omgeving komen. „Er is ook een huiswerkklas waar leerlingen gebruik van kunnen maken na schooltijd.”
Engels
Scholengroep Driestar-Wartburg regelt zelf de bijlessen, zegt Lute-Geert Verdouw, adjunct-directeur van havo 2 en 3 in Gouda. Vooral aan bijles Engels en Wiskunde is behoefte op de acht scholen onder de groep. Ook huiswerkbegeleiding wordt op de meeste scholen aangeboden. „Wie dat nodig heeft, kan in een klein groepje extra les krijgen. Die wordt meestal gegeven door de vakdocenten of onderwijsassistenten. We financieren dat met geld uit het Nationaal Programma Onderwijs. Ouders hoeven hier in de meeste gevallen niet voor te betalen.”
Na corona maakten scholen vaker gebruik van een extern bureau, vertelt Verdouw, die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de bijlessen in Gouda. „Dat gaat in de papieren lopen. Daarom zijn die contracten beëindigd.” De vraag naar bijles is nu gestabiliseerd. Daardoor kunnen de eigen docenten de leerlingen helpen. „Per cijferperiode wordt opnieuw bepaald of extra aandacht nog nodig is.”
Voor ouders is het kostbaar om bijles te kopen bij een extern bureau, beseft Verdouw. „Huiswerkbegeleiding kan zo’n 300 euro per maand kosten. Dat kan zeker niet ieder gezin betalen.”