Opgeknapte reddingsboot pronkstuk bij KNRM-feest
Net afgestudeerde broekies waren ze toen ze begonnen aan een enorme en vrijwel onoverzichtelijke restauratieklus. Nu, tien jaar verder, is de op één na oudste in Nederland gebouwde reddingsboot klaar voor een nieuw leven.
Een van de stuwende krachten achter de immense opknapbeurt van de C.A. den Tex is de 35-jarige loods Bob Heikoop uit Tricht. „Na het afronden van de Zeevaartschool zochten we met onze vriendengroep een restauratieproject. We hadden een gezamenlijke liefde: historische reddingsboten. We hoorden dat dit oude vaartuig, dat inmiddels was omgebouwd tot plezierjacht, te koop stond. De eigenaar vroeg echter 40.000 euro. We kwamen net van school af. Met behulp van enkele senioren om ons heen wisten we hem ervan te overtuigen dat we de reddingsboot weer in de oude staat wilden terugbrengen. Uiteindelijk konden we het schip overnemen voor 10.000 euro.”
Om het 12 meter lange jacht weer zijn historische uiterlijk terug te geven, moest er allereerst worden gesloopt. „Alleen de ijzeren onderkant en de patrijspoorten waren nog origineel en in redelijk goede staat. De nieuwe stalen kajuit moest vervolgens op het oude ijzeren onderstuk worden gelast met een speciale techniek. Om de historiciteit van de boot te bewaren hebben we ook gekozen voor het aan elkaar klinken van de opbouw. Daarvoor waren 1200 klinknagels nodig. Mede daardoor heeft het ook zo lang geduurd. We waren tien jaar lang zo’n vier dagen per maand bezig.”
De C.A. den Tex was in 1917 de eerste gemotoriseerde reddingsboot van Nederlandse origine en kreeg als standplaats Rottumeroog. Tot die tijd hadden reddingen plaats met een roeiboot. „Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er maar weinig ijzer op voorraad. De wanden zijn dan ook 2 tot 3 millimeter dunner dan gebruikelijk. Om de stabiliteit de vergroten werd een steunzeil geplaatst. Zo slinger je minder heen en weer op de golven.”
Al snel bleek echter het motorvermogen van 35 pk onvoldoende om vanaf windkracht 8 tegen de golven in te kunnen varen. Daarom werd besloten de boot naar Harlingen te verhuizen. Daar was een rustiger zee en ondieper water. „De schroef van de C.A. den Tex zit in een soort beschermende tunnelbuis onder het schip. Dus als het schip vastloopt op de bodem, raakt de schroef niet beschadigd.”
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verkaste het vaartuig naar Hindeloopen, waarna het in 1961 bij zijn laatste station in Nijkerk uit actieve dienst werd gehaald. Daar werd het verkocht aan een particulier, die het ombouwde tot plezierjacht.
In totaal heeft de restauratie zo’n halve ton gekost, vertelt Heikoop. „Dat geld hebben we bij elkaar kregen via sponsoring en donateurs.”
Alle reddingen van de C.A. den Tex zijn vastgelegd in historische documenten. Uiteindelijk wisten de vrijwilligers op de boot het leven van 110 mensen te sparen. De meest bizarre ‘redding’ is vermoedelijk die van 1918, toen twee Duitse marineschepen vastliepen op het Borkummerrif. Door onderlinge wrijving tussen de twee buren in oorlogstijd weigerde de Duitse marine op tijd hulp in te roepen van de Hollandse redders. Met als gevolg dat toen de helpers arriveerden, er nog maar één opvarende kon worden geholpen.
Dit jaar bestaat de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) precies tweehonderd jaar. Het is de bedoeling dat de C.A. den Tex –met inmiddels een motorvermogen van 65 pk en een snelheid van 7 knopen (zo’n 14 kilometer per uur)– bij die festiviteiten in Amsterdam aanwezig zal zijn. „In mei wordt hij in de Linge te water gelaten. Daarna verhuist de boot naar Harlingen en wordt hij gebruikt voor educatieve tochten op de Waddenzee en rondvaarten.” De opvarenden worden overigens geacht een goede blaas te hebben, want er is, net als in 1917, geen toilet aan boord.