EconomieBlauwtong

Blauwtong rekt lammerperiode in Herwijnen flink op

Schapenhouder Gerald van den Heuvel uit Herwijnen zit samen met zijn vrouw Joni al ruim twee weken elke avond bij de ooien die moeten lammeren. Vanwege de blauwtonguitbraak in het najaar worden veel lammeren laat geboren, waardoor het seizoen extra lang duurt.

Theo Haerkens
12 February 2024 21:10Gewijzigd op 13 February 2024 16:14
Voor schapenhouder Gerald van den Heuvel uit Herwijnen is de lammertijd de mooiste periode van het jaar. beeld Theo Haerkens
Voor schapenhouder Gerald van den Heuvel uit Herwijnen is de lammertijd de mooiste periode van het jaar. beeld Theo Haerkens

„De lammertijd is de mooiste periode van het jaar, maar ook de zwaarste.” Schapenhouder Gerald van den Heuvel (37) uit Herwijnen vertelt graag over zijn schapen als hij ’s avonds in de schuur in Waardenburg waakt bij de ooien die moeten lammeren. Samen met zijn vrouw Joni (35) houdt hij zo’n 200 dieren en in deze periode gunt hij zich maar beperkt de tijd om te slapen. De schapen die moeten lammeren, moeten nu eenmaal worden geholpen als de geboorte niet vanzelf gaat.

Zittend in een tuinstoeltje met een pot koffie op tafel vertelt hij dat hij zijn schapenhouderij runt naast zijn werk als zzp’er. Van den Heuvel werkt als kraanmachinist in de infrastructuur en is daarnaast lid van het calamiteitenteam dat na een ongeluk wegafzettingen plaatst zodat hulpdiensten veilig kunnen werken. Zijn vrouw werkt in de gehandicaptenzorg en offert haar vakanties op. „Ik ben geen type dat naar Spanje gaat voor de zon”, lacht ze als ze terugkeert van een korte inspectie door de kraamschuur, waar de afgelopen dagen al veertien lammeren zijn geboren. Vooral tweelingen, maar er zijn ook zes lammetjes die de aandacht van hun moeder niet hoeven te delen.

De halfopen schuur baadt in het tl-licht. Zeventien ooien knabbelen aan het hooi in de ruif die aan de kleine kraamhokken is bevestigd. De lammeren doezelen in het stro, drinken bij hun moeder of snuffelen nieuwsgierig aan de ruif met hooi. Een tweeling van nauwelijks 48 uur oud lijkt de krachten te meten en duwt de kopjes tegen elkaar tot er één gaat liggen.

Van de Schoonebeker Heideschapen die nu aflammeren, heeft het stel er zo’n veertig. Dit is een oud en sterk ras dat met weinig tevreden is. De rest van de kudde, die op verschillende plaatsen natuurgebied en zonneparken begraast, bestaat uit Swifters, een ras dat de goede eigenschappen van de Texelaar en de Vlaming verenigt en fijn lamsvlees oplevert. Sinds januari ligt het eerste lamsvlees bij een boerderijwinkel in de buurt. „Echt een product voor mensen die bewust vlees eten en van wat bijzonders houden.”

Als jonge jongen begon Van den Heuvel ooit met een paar geitjes. Hij schakelde over op schapen en koestert die hobby nog steeds. Zijn vrouw is er geleidelijk ingezogen. „Jij hebt kleine handen!” Nu assisteert ze bij aflammeren en verwerkt schapenvachten tot kleedjes, waarop je lekker kunt zitten. „Wol isoleert, houdt je in de winter warm en in de zomer koel. Ik probeer een nieuwe markt te creëren omdat pure wol niets oplevert.”


Het afgelopen najaar was spannend vanwege blauwtong. Vooral schapen worden het slachtoffer van deze virusziekte die door de knut, een kleine mug, wordt verspreid. De dieren krijgen een pijnlijk opgezwollen en ook wel blauwe tong en kunnen bijna niet meer staan of eten. Een vaccin is er nog niet.

Van den Heuvel vertelt met gepaste trots dat hij het gros van zijn dieren wist te redden. „De veearts had me medicijn gegeven.” Omdat hij daar niet van houdt, gaf hij dat maar één keer en minder dan voorgeschreven. „Daarnaast kregen de dieren wilgenblad, berenklauw, brandnetel en rozenbottel, kruiden die de zwellingen remmen en het bloed zuiveren. Dat was een heel werk omdat ze nauwelijks konden eten.”

Uiteindelijk gingen er van de zeventig schapen die ziek zijn geweest niet meer dan zes dood, terwijl de dierenarts bij de eerste uitbraak had voorspeld dat hij er hoogstens tien zou overhouden.

Na de infectie liet Van den Heuvel de ooien eerst op krachten komen, om er pas later in het seizoen de ram bij te laten, met als gevolg dat de grote geboortegolf dit jaar pas eind april, begin mei te verwachten is. „Het blijft spannend, ze zijn genezen en gedekt, maar ik weet niet of ze ook drachtig zijn.”

De schapenhouder wil zijn „uit de hand gelopen hobby” uitbouwen tot een professioneel bedrijf met een kleine 500 schapen en zoekt nog een boerderij om ze bij huis te houden. Hij vindt dat het schaap wordt ondergewaardeerd. „In het voorjaar komen veel mensen met kinderen lammetjes kijken, maar ze beseffen niet dat je 365 dagen per jaar zorg voor ze draagt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Blauwtongvirus

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer