De Amerikaanse president Joe Biden heeft bij zijn vertrek als vicepresident geheime documenten meegenomen, maar zal daar niet voor vervolgd worden. Dat heeft een speciale onderzoeker bekendgemaakt. Het gaat om verschillende documenten over nationale veiligheid. Het Witte Huis zegt blij te zijn met de bevindingen, maar vindt wel dat de onderzoeker zich „ongepast” heeft uitgelaten. Biden zelf zegt „tevreden” te zijn dat de zaak nu is afgesloten.
De zaak werd onderzocht door Robert Hur, een zogenoemde ‘special counsel’. Volgens Hur zijn er verschillende redenen om Biden niet te vervolgen. Zo heeft de huidige Amerikaanse president mogelijk sommige documenten mee naar huis genomen toen hij nog in functie was als vicepresident. Dan mocht hij dat wel. Hur zegt dat Biden tijdens het verhoor overkwam als een „sympathieke, goedbedoelende bejaarde man met een gebrekkig geheugen”.
Onder de stukken zijn onder meer een handgeschreven memo aan de toenmalige president Barack Obama uit 2009 over Afghanistan en aantekeningen van briefings van de inlichtingendiensten. Er zijn documenten gevonden op verschillende plekken: in zijn privéwoning in Delaware, in een huurwoning in Virginia en bij zijn denktank in Washington. Volgens het Witte Huis ging het om een beperkt aantal stukken die na de ontdekking, jaren later, meteen zijn teruggegeven.
Ook naar Donald Trump is onderzoek ingesteld voor het meenemen van geheime documenten, waarbij wel strafrechtelijk onderzoek is ingesteld. Trump weigerde stukken over te dragen, waarna de FBI na een inval ruim honderd documenten aantrof in zijn resort Mar-a-Lago. Hij wordt ervan beschuldigd dat hij het onderzoek tegenwerkt.
Hur bekleedde hoge posities op het ministerie van Justitie onder de regering-Trump. Hij werd in januari vorig jaar op verzoek van het huidige ministerie onder Biden special counsel om te voorkomen dat het onderzoek als partijdig gezien kan worden.