‘Geheime’ brief en motie van afkeuring in Staten van Zuid-Holland
Een ‘geheime’ brief van minister Hugo de Jonge, een motie van afkeuring en veel discussie over afspraken in het coalitieakkoord. De maandelijkse Statenvergadering in de provincie Zuid-Holland verliep woensdag zeer rumoerig. JA21 diende tijdens een debat over woningbouw een motie van afkeuring in tegen verantwoordelijk gedeputeerde Anne Koning, maar trok die onder druk van andere partijen weer in.
Jaap Smit, de commissaris van de Koning, schorste op een bepaald moment de vergadering en riep alle fractievoorzitters in een andere zaal bij elkaar. Het ging daar vooral over de verhoudingen tussen de coalitie- en oppositiepartijen. Ze spraken volgens Smit af om binnenkort „op een leuke locatie de koppen bij elkaar te steken”, om hier langer door te praten. „Ik heb de organisatie hiervan op me genomen. We moeten eens goed nadenken over hoe het hier gaat. Wat daar uit komt, zien we wel”, aldus de commissaris.
Een deel van de oppositie voelt zich regelmatig buitenspel gezet door de coalitiepartijen en het college van Gedeputeerde Staten. Ook binnen de coalitie rommelt het echter. De VVD wil de woningbouw versnellen en pleit ervoor om dit makkelijker te maken. Toen Koning onlangs aankondigde dat de provincie - in lijn met het coalitieakkoord - nieuwbouwplannen strenger gaat beoordelen op het percentage sociale woningen, stelde de VVD daar kritische vragen over. De partij wil de afspraken die het over woningbouw heeft gemaakt met GroenLinks-PvdA, BBB en CDA opnieuw bespreken, iets wat vragen opriep bij de oppositie over de stabiliteit van het provinciebestuur.
Daar bovenop kwam een brief die minister De Jonge eind december aan Zuid-Holland heeft gestuurd. De minister schrijft daarin het gevoel te hebben „dat we niet alle doelstellingen en afspraken uit de woondeals gezamenlijk nastreven”. De Jonge wijst erop dat de provincie bijna 248.000 woningen moet bouwen tussen 2022 en 2030, terwijl Zuid-Holland zelf stuurt op ruim 235.000 huizen.
Deze ‘bestuurlijke correspondentie’ was in eerste instantie niet openbaar gemaakt door de provincie. Nadat enkele Statenleden de brief echter in handen hadden gekregen, besloot de provincie deze woensdagochtend alsnog op de website te publiceren. Het leidde tot een rumoerige Statenvergadering en aanvankelijk zelfs een motie van afkeuring tegen Koning, een signaal van onvrede over de gang van zaken.