Vertrouwensinspecteurs onderwijs drukker met mogelijk wangedrag
De vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs hebben over het vorige schooljaar weer meer mogelijke gevallen van geweld, misbruik en intimidatie in de sector gemeld gekregen dan eerder. Ze hadden 2152 dossiers op hun bureaus over psychisch en fysiek geweld en over wangedrag op seksueel gebied. In het schooljaar 2021-2022 lag dit aantal nog op 1743. Een dossier kan over meerdere meldingen gaan.
De groei kan misschien worden verklaard door de grotere bekendheid van een speciaal meldpunt, maar zeker is dat niet. Een vertrouwensinspecteur zoekt ook niet uit wat er gebeurd is, maar kan hulp bieden bij het vinden van oplossingen en het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte.
Sinds enkele jaren maakt de inspectie al meer dossiers op seksueel gebied op. Daaronder groeit het aantal dossiers over „met taken belaste personen richting minderjarige leerlingen of studenten”. De mogelijke boosdoeners zijn dus leerkrachten of ondersteunende personeelsleden.
Vermoedelijke betrokkenen bij de diverse gevallen zijn ook vaak erg jong. „Voor het vierde jaar op rij valt het hoge aantal meldingen op waarbij leerlingen jonger dan 13 jaar betrokken zijn”, aldus de inspectie. Ze ziet verder ernstigere vormen van geweld. Er zijn ook meer dossiers over oneigenlijk gebruik van sociale media. Discriminatie op grond van afkomst wordt eveneens veelvuldig gemeld.
Er wordt een toename gezien bij alle vormen van ongewenst gedrag, radicalisering uitgezonderd. In 992 dossiers ging het volgens de rapportage van de inspectie vorig schooljaar over psychisch geweld, in 560 van de dossiers om fysiek geweld, in 318 dossiers over seksuele intimidatie en in 152 dossiers om seksueel misbruik. Het aantal dossiers over discriminatie en radicalisering bedroeg respectievelijk 116 en 7.
Over de kinderopvang liep het aantal dossiers ook op, namelijk in 2022 tot 233 dossiers. In 2019 waren het er nog 134. Ook hier gaat het over seksueel misbruik en seksuele intimidatie, over fysiek en psychisch geweld en over discriminatie en radicalisering. „Een gedeelte van de dossiers komt voort uit de meld-, overleg- en aangifteplicht”, verklaart de inspectie.
Demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf noemt de cijfers „zeer zorgelijk” in een brief aan de Tweede Kamer. „Het versterkt alleen maar onze motivatie om ons samen met het veld onverminderd te blijven inzetten om het onderwijs veiliger te maken.”