Groen & duurzaamheid

Turbines vogelverhakselaars noemen is overdreven

Windturbine verhakselen elk jaar duizenden vogels en kun je dan ook niet echt duurzaam noemen. Deze bewering klinkt vaak uit de mond van tegenstanders van windenergie, maar klopt ze ook?

20 January 2024 19:31Gewijzigd op 22 January 2024 06:54
beeld RD
beeld RD

CLAIM

Windturbines zijn niet duurzaam, want ze veroorzaken duizenden vogelslachtoffers per jaar.

BESCHRIJVING

Molens zijn iets oerhollands. De economie van de lage landen profiteerde eeuwenlang van het winderige klimaat. Inmiddels trekken de karakteristieke houten exemplaren vooral toeristen en verrijzen er moderne, metalen exemplaren in het landschap.

Alleen al in Nederland wentelen dagelijks duizenden wieken van windturbines om hun as. De groene energievorm is aan een opmars bezig. Veel landen stappen namelijk over op windenergie omdat daarbij geen broeikasgassen vrijkomen, wat de opwarming van de aarde moet gaan stuiten. Bij het verbranden van steenkolen en aardgas komt veel van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) vrij.

Bij elke verandering klinkt er kritiek. Zo ook nu. Voor de magneten die de turbines laten draaien zouden bijvoorbeeld –net als voor computers– schaarse metalen nodig zijn. Niet zelden worden die stoffen op milieuvervuilende wijze gewonnen in arme landen.

Ander commentaar dat op menig verjaardagsfeestje langskomt, zijn de vogelslachtoffers die de turbines zouden maken. De wieken malen met een noodgang van soms wel meer dan 200 kilometer per uur door het luchtruim en doden daarbij langsvliegende vogels. Een klap met zo’n molenwiek overleven de gevleugelde vrienden niet. Daarom noemen critici windturbines wel „vogelverhakselaars”. Een bekende criticaster is de Amerikaanse oud-president Trump. In een tirade tegen windmolens in 2019 zei hij: „Wil je een vogelkerkhof zien? Kijk dan onder een windmolen. Je zult meer vogels zien dan je ooit in je leven hebt gezien.”

BELANG

Om klimaatverandering tegen te gaan zetten overheden in op duurzame energie. Windturbines produceren stroom zonder dat daarbij broeikasgassen –die de aarde opwarmen– vrijkomen. Maar als de molens daarbij veel vogelslachtoffers maken, zijn ze minder duurzaam dan gedacht en moeten ze misschien wel niet gebouwd worden.

BEOORDELING

Om te beoordelen of de bewering hout snijdt, gaan we na hoeveel sterfte windturbines veroorzaken, wat dat voor gevolgen heeft voor de biodiversiteit en wat dat dan weer betekent qua duurzaamheid.

Hoeveel vogels sterven er jaarlijks door een windturbine?

Vogelonderzoeksorganisatie Sovon monitort waarnemingen van dode vogels. Vorig jaar rapporteerde de site elf slachtoffers van turbines. Sinds 2005 zijn het er 140 in totaal. Maar dat is een onderschatting, zegt woordvoerder Albert de Jong. „Deze aantallen zijn op basis van vrijwillige, publieke meldingen, dus niet op basis van systematische monitoring.”

Adviesbureau Waardenburg Ecology doet wel systematisch onderzoek naar vogelmortaliteit. Ze maakt gebruik van radars en doet zoekwerk op de grond. Waardenburg heeft dan ook de beste data van Nederland, zegt De Jong. Ecoloog Hein Prinsen van het bureau vertelt dat uit diverse onderzoeken blijkt dat per turbine op land er zo’n twintig slachtoffers per jaar vallen. „Dat is een gemiddelde. Er zijn turbines langs de kust –bij de Eemshaven of de Maasvlakte– die voor 100 tot 200 doden per jaar zorgen. Daar staat tegenover dat het in Overijssel of Drenthe gaat om maar enkele slachtoffers per jaar.”

Op dit moment betekent dat in heel Nederland 50.000 vogelslachtoffers per jaar, schat Prinsen in. „Veroorzaakt door turbines op land. Over het aantal doden op zee is maar weinig informatie.” Door de toename van parken op zee maken sommige experts zich daar wel zorgen over, bleek vorig jaar in het AD. Marien ecoloog Martin Baptist van de Wageningen Marine Research stelde dat in 2050 mogelijk duizenden jan-van-genten en meeuwen zich zullen doodvliegen. Baptist: „Het gaat om minder dan een vogel per molen per jaar. Dus je kunt ook zeggen: waar hebben we het over? Maar ja, we willen zo’n 5000 windturbines neerzetten. Dan kan het voor vogelpopulaties een probleem worden.”

Is 50.000 vogels per jaar veel?

In Nederland worden jaarlijks zo’n 350 soorten vogels gezien, stelt Prinsen, die in zijn vrije wtijd fervent vogelaar is. Daarvan komen zo’n 200 soorten algemeen voor. Het zijn logischerwijs met name die soorten die getroffen worden. Een paar honderd doden op een populatie van miljoenen individuen van een soort is te verwaarlozen, weet de ecoloog. „Neem zanglijsters en spreeuwen, die zijn zeer talrijk. De levensvatbaarheid van de populatie staat niet op het spel door een paar windturbineslachtoffers.”

Wetenschappelijke studies geven aan dat populaties zelden bedreigd worden in hun voortbestaan door windturbines, maar dat er wel kwetsbaarheden ontstaan doordat leefgebied afneemt en vogels de parken gaan mijden. Dat de meeste populaties niet onder druk staan, bleek ook deze maand weer uit een nieuwe analyse van Amerikaanse gegevens, gepubliceerd in Environmental Science & Technology. Onderzoeker Erik Katovich bestudeerde alle Amerikaanse kerstvogeltellingen tussen het jaar 2000 en 2020. Hij verwachtte dat vogelpopulaties in de nabijheid van nieuwe windparken zouden zijn afgenomen. Dat bleek niet het geval. De komst van windturbines had zelfs geen waarneembaar effect op kwetsbare populaties zoals haviken, gieren en adelaars.

Turbines doden toch ook vaak grote, zeldzame roofvogels?

Inderdaad, neem in Nederland de zeearend. Elke keer dat zo’n majestueuze roofvogel gedood wordt door een windturbine haalt dat het nieuws. De dieren spreken tot de verbeelding en de zorg is ook terecht. Want de dood van een zeearend heeft relatief veel impact op de populatie, blijkt uit studies. Prinsen legt uit: „Een zeearend leeft lang en reproduceert langzaam. Per jaar brengt een paartje één en soms twee jongen groot. Heel anders zit het met zangvogeltjes: die leven kort en brengen elk jaar wel tien jongen groot.”

Tot op heden zijn er in Nederland een handvol zeearenden dood gevonden aan de voet van een windmolen. Toch lijkt het de opmars van het beest amper te stuiten. „In Noordwest Europa groeien de aantallen zeearenden enorm, terwijl in dezelfde periode windenergie ook opkwam. In Nederland zijn er tegenwoordig zo’n 36 broedparen. Twintig jaar geleden was dat nog nul.”

Hoe verhoudt zich het aantal slachtoffers van windturbines tot dat van ramen, elektriciteitslijnen, auto’s en katten?

Daarbij valt dat aantal in het niet. Alleen al het aantal slachtoffers van hoogspanningsdraden in Nederland zou minstens een factor tien hoger liggen: tussen de 500.000 en 1.000.000 vogels per jaar, blijkt uit een inmiddels wat verouderde publicatie.

En uit een grootschalig onderzoek in de Verenigde Staten bleek dat vogelsterfte varieert van miljarden (door katten), tot honderden miljoenen (door gebouwen en auto’s), tot tientallen miljoenen (door hoogspanningsdraden en -masten), tot honderdduizenden (door windturbines).

Deze aantallen relativeren de slachtoffers van windenergie. Het zet het in perspectief. Wat dan wel de vraag oproept: waarom accepteren de meeste mensen de sterfte van autoverkeer of gebouwen haast klakkeloos en wordt het bij windturbines opeens problematisch? Ecoloog Prinsen: „Het maakt weleens mismoedig hoe makkelijk mensen de klimaatcrisis ontkennen. Men is tegen en daar worden dan argumenten bij gezocht. Daarbij doel ik niet op natuurliefhebbers die echt bezorgd zijn om vogels.”

(Bouw)activiteiten van de mens zorgen dus voor sterfte onder vogels. Moeten we vogelsterfte door windturbines dan maar gewoon accepteren?

Nee, dat is te kort door de bocht en ook niet hoe het werkt. Zeker omdat er nog veel meer windenergie bij gaat komen. In de praktijk gebeurt er veel om te voorkomen dat vogels tegen de wieken aanvliegen.

Dat begint al bij het aanwijzen van locaties voor windparken. Bij ”wind op zee” houdt het Rijk rekening met migratieroutes van zeevogels. Prinsen: „Op land komt ecologie helaas vaak pas in beeld als de locatie al is gekozen.”

Een andere maatregel is het aanpassen van het landgebruik. Zo is bekend van de kiekendief dat deze graag nestelt in graanvelden. Door geen graan te zaaien rond een windpark voorkom je botsingen. Ook kunnen wieken worden stilgezet bij het maaien van graslanden, omdat dan roofvogels –zoals rode wouwen– op muizen komen jagen.

Technische foefjes om aanvaringen te voorkomen namen de afgelopen vijf jaar een grote vlucht. Zo zijn er slimme camera’s die roofvogels kunnen herkennen en de turbine stilzetten als een botsing dreigt. Dat lukt binnen veertig seconden. Ook zijn er radars die op grote afstand vliegbewegingen kunnen signaleren en meerdere turbines aansturen. Op zee draaien er al radars en zijn windparken tijdens de vogeltrek afgelopen jaren al een paar keer stilgezet.

Verder vinden er momenteel tests plaats met het zwartverven van een wiek waardoor vogels de turbine beter zien staan. In Noorwegen leverde dat goede resultaten op.

Voor de slachtoffers die niet te voorkomen zijn, kan tot slot gecompenseerd worden. Bijvoorbeeld door extra broedgelegenheid te creëren voor een specifieke soort. Of in het geval van een meeuwenkolonie: door predatie door vossen –die veel meer slachtoffers maken– te voorkomen.

Als het gaat om slachtoffers op zee, dan wordt tegenwoordig voor de aanleg van een windpark grondig studie gedaan naar de opgetelde effecten voor populaties zeevogels, zoals jan-van-genten. Dit wordt uitgedrukt in ali’s (acceptable level of impact, vertaald: acceptabel niveau van impact).

Daalt het aantal botsingen door technische snufjes in te zetten?

Ecoloog Prinsen weet te vertellen dat met name de slimme camera’s inmiddels zeer nauwkeurig werken. „Sommige systemen herkennen bijna alle roofvogels die langsvliegen correct. Ze zijn soortspecifiek en reduceren het aantal botsingen met 90 procent.”

Het camerasysteem IdentiFlight blijkt het overgrote deel van de aanvaringen te voorkomen, blijkt uit een studie. Dit product zou wereldwijd al 2,2 miljoen arenden hebben waargenomen in de nabijheid van windparken.

Voor een eerlijke afweging of windenergie duurzaam is, moeten ook de ecologische gevolgen van winning van fossiele brandstoffen mee worden gewogen. Hoe zit het daarmee?

Dat is inderdaad een nuance die vaak vergeten wordt. Uit het eerder genoemde onderzoek met Kerstvogeltellingen in de VS bleek dat vogelpopulaties rond nieuwe winninglocaties van schaliegas (een fossiele brandstof) wel significant achteruitgingen. Ook in gebieden waar kolen gedolven worden, loopt de biodiversiteit terug door verwoesting van het leefgebied.

Windenergie voorkomt uitstoot van broeikasgassen en moet de klimaatcrisis tegengaan. Wat is daar het ecologische effect van?

Ook deze kant van de medaille krijgt weinig aandacht, al schrijven wetenschappers er steeds vaker over in relatie tot duurzame energie. Want: minder opwarming van de aarde is positief voor de natuur. Uit tal van wetenschappelijke onderzoeken komt naar voren dat klimaatverandering slecht uitpakt voor soorten, waaronder vogels.

Het klimaatpanel van de VN –het IPCC– zet eens in de zoveel jaar de nieuwste inzichten rond klimaatverandering op een rij. In een rapport uit 2022 bracht het IPCC een overzicht met de gevolgen van klimaatverandering: daarin was ook veel aandacht voor vogels. Uit onderzoek blijkt dat vogels door een opwarmend klimaat op zoek moeten naar nieuwe leefgebieden. Dat overleven ze lang niet altijd. Door een veranderend klimaat staat broedsucces onder druk, wijzigen migratiepatronen, is er soms minder voedsel beschikbaar, en houden ziektes sneller huis. Zo geldt bijvoorbeeld dat hoe warmer het is, over in relatie tot duurzame energie. Want: minder opwarming van de aarde is positief voor de natuur. Uit tal van wetenschappelijke onderzoeken komt naar voren dat klimaatverandering slecht uitpakt voor soorten, waaronder vogels. 
Het klimaatpanel van de VN –het IPCC– zet eens in de zoveel jaar de nieuwste inzichten rond klimaatverandering op een rij. In een rapport uit 2022 bracht het IPCC een overzicht met de gevolgen van klimaatverandering: daarin was ook veel aandacht voor vogels. Uit onderzoek blijkt dat vogels door een opwarmend klimaat op zoek moeten naar nieuwe leefgebieden. Dat overleven ze lang niet altijd. Door een veranderend klimaat staat broedsucces onder druk, wijzigen migratiepatronen, is er soms minder voedsel beschikbaar, en houden ziektes sneller huis. Zo geldt bijvoorbeeld dat hoe warmer het is, hoe groter het gebied wordt waar vogelmalaria kan toeslaan.

Een studie uit 2017 stelde dat een kwart van de vogels op de Rode Lijst al negatieve gevolgen van klimaatverandering ervaart. En uit een groot onderzoek van Audubon, de Amerikaanse versie van de Vogelbescherming, bleek in 2019 dat klimaatverandering het voortbestaan van 389 van de 604 destijds onderzochte soorten bedreigt.

Vorige winter werden de gevolgen van de opwarming wel heel zichtbaar voor een specifieke vogelsoort. Uit een studie bleek dat door een gebrek aan zee-ijs rond de Zuidpool in zeker vier kolonies keizerpinguïns geen enkel kuiken het had overleefd.

Samenvattend: op de lange termijn helpen windturbines vogels juist omdat ze klimaatverandering tegengaan.

CONCLUSIE

Windturbines veroorzaken inderdaad duizenden vogelslachtoffers per jaar. Toch kun je ze wel duurzaam blijven noemen. Het is van belang naar het grotere plaatje te kijken. Want zaken zijn niet zo zwart-wit. Andere menselijke activiteiten zorgen voor nog veel meer vogelslachtoffers. De turbines komen daarnaast in de plaats van fossiele brandstoffen die ook leefgebied van vogels verwoesten. Daarbij gaat windenergie klimaatverandering tegen, een probleem dat het uitsterven van veel vogelsoorten kan veroorzaken. Tegelijk krijgen er nog veel te veel vogels een klap van de molenwiek en dat vraagt om maatregelen. Maatregelen die ook genomen worden en steeds effectiever blijken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer