Eigen auto minder belangrijk voor Nederlander
Nederland telt 10,7 miljoen voertuigen op een bevolking van bijna 18 miljoen inwoners. Dat zijn drie voertuigen per vijf inwoners. Is dat niet wat veel? En kan dat niet anders?
De 10.694.220 voertuigen die op 1 januari geregistreerd waren bij de RDW (Dienst Wegverkeer), bestonden voor het overgrote deel uit personenauto’s in particulier bezit (9.413.692). De overige 1.280.528 voertuigen waren bedrijfsauto’s, zoals bestelauto’s, vrachtwagens en bussen.
Als die 9,4 miljoen personenauto’s worden vergelijken met het inwoneraantal op 1 januari van dit jaar (17.960.302) kom je op 1,91 inwoner per auto.
Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de Technische Universiteit Delft, rekent liever per 1000 inwoners. Hij rekent 524 personenauto’s voor elke 1000 Nederlanders. „Dat ligt iets onder het niveau wat je zou verwachten voor zo’n rijk land als Nederland. In omliggende landen zoals Duitsland en België rijden er per 1000 inwoners meer auto’s rond.”
Dat heeft er volgens de Delftse hoogleraar deels mee te maken dat Nederlanders meer fietsen dan onze buren. „Ons fietsnetwerk is veel beter ontwikkeld. Als je bijvoorbeeld in een grote stad als Amsterdam naar het centrum moet, kun je dat beter op de fiets doen dan per auto.”
Na-effect
Vorig jaar kwamen er ruim 180.000 personenauto’s bij, terwijl de jaarlijkse toename normaal gesproken zo rond de 100.000 ligt.
Dat hoge aantal is volgens Van Wee niet representatief voor de komende jaren. „Het is een na-effect van de coronatijd. Toen was het openbaar vervoer onaantrekkelijk vanwege besmettingsgevaar en dergelijke. Veel mensen schaften een nieuwe auto aan, maar die kon vanwege leveringsproblemen –ook door corona– niet geleverd worden. Veel nieuwe auto’s zijn vorig jaar alsnog uitgeleverd.”
Op de eeuwwisseling reden er 6.343.000 personenauto’s rond in een Nederland dat 15.848.000 inwoners telde. Dat komt neer op 2,5 inwoner per auto, of 400 personenauto’s voor elke 1000 Nederlanders. Het autobezit is sindsdien dus toegenomen. De grootste groei in autobezit zat tussen 1970 en 2000.
„De groei is aan het afvlakken”, zegt Van Wee. „Dat heeft mede te maken met een wereldwijde trend dat autobezit voor jongeren tot 30 jaar minder belangrijk is dan dertig jaar geleden. Toen was een eigen auto veel meer een statussymbool. Zodra je ging werken, kocht je een auto.
Nu blijven jongeren langer studeren en kopen ze pas op latere leeftijd een auto als dat echt nodig is. Ze blijven namelijk ook langer bij hun ouders wonen en dan als je dan een auto nodig hebt, kun je die vaak wel van pa of ma lenen.”
Sowieso zit het lenen of huren van andermans auto in de lift. Vooral hogeropgeleide inwoners van (binnen)steden maken daar gebruik van. „Midden in de stad kun je geen auto kwijt. En je hebt hem ook niet nodig omdat de meeste bestemmingen per fiets of openbaar vervoer goed bereikbaar zijn. Maar als je dan een keer naar het platteland moet, is het wel handig als je een auto kunt lenen van een vriend of familielid. En anders heb je nog de deelautodiensten zoals Greenwheels, Snappcar en Mywheels.”
Vol?
Zit Nederland met 9,4 miljoen personenauto’s en 1,3 bedrijfswagens vol? „In bepaalde delen van Nederland wel”, geeft Van Wee aan. „Bij het bouwen van nieuwbouwwijken binnen de bebouwde kom zoals het Westelijk Havengebied in Amsterdam is er simpelweg geen ruimte voor parkeerplaatsen voor auto’s. Dus daar ligt het autobezit veel lager dan het landelijk gemiddelde. In Amsterdam zijn er bijvoorbeeld 250 auto’s per 1000 inwoners.”
In het grootste deel van Nederland zijn die 10,7 miljoen voertuigen geen probleem. Er zit volgens Van Wee nog wel wat rek in het Nederlandse wegennetwerk. Hij verwijst naar ”The Global Competitiveness Report” van het World Economic Forum in 2019. Daar staat Nederland qua transportinfrastructuur op plek 2, na Singapore. Ook International Transport Forum (ITF) staat Nederland bovenin het lijstje als het om de capaciteit van het transportsysteem gaat.
Files
En de files dan? „De files kostten ons verhoudingsgewijs niet zoveel als bijvoorbeeld de verkeersveiligheid en het milieu. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat veel mensen het over het algemeen niet zo heel erg vinden om even in de file te staan. Zelfs als werknemers de mogelijkheid hebben om thuis te werken, kiezen ze er in sommige gevallen toch voor om naar het werk te gaan, de files nemen ze dan voor lief.”
Er is zelfs een kans dat de files in Nederland gaan afnemen. „Als de economie wat minder hard groeit en het thuis- en telewerken wordt meer gestimuleerd, dan is er een kans dat we in de toekomst minder met files te maken krijgen. Maar dan moeten meer werkgevers wel actief beleid gaan voeren als het om thuiswerken gaat.”