De negen, in meerderheid conservatieve opperrechters besloten unaniem niet in te gaan op het beroep van het bestuur van een middelbare school in Martinsville (Indiana) om een transgenderjongere te verbieden gebruik te maken van schooltoiletten en kleedkamers die passen bij de genderidentiteit waarvoor deze gekozen heeft. Een lagere rechtbank had de leerling in het gelijk gesteld.

Tot nu toe stelde het federale hooggerechtshof zich terughoudend op in zaken rond de bescherming van transgenders. Ook in 2021 wilden de opperrechters geen oordeel vellen in een geschil over transgendertoiletten.

De opperrechters behandelden ook geen beroepszaken van transgenderjongeren die het door hun school verboden was te spelen in het sportteam van hun keuze, zoals de zaak vorig jaar van Becky 
Pepper-Jackson. Deze jongen uit de staat West-Virginia koos voor de identiteit van een meisje en wilde meespelen in een meisjesteam. De school verbood dat. Een lagere 
rechter stelde de transgenderjongere in het gelijk. De opperrechters lieten die uitspraak staan.

Ook in juni vorig jaar liet het hooggerechtshof de beslissing van een lagere rechter ongemoeid. Die had een vrouw in het gelijk gesteld toen ze tijdens haar gevangenisstraf eiste dat haar hormoonbehandeling werd voortgezet. De gevangenis-
leiding had dat niet toegestaan.

Deze weigeringen om transgenderzaken te behandelen, laat de onduidelijkheid in Amerika voortbestaan wat transgenders nu wel of niet mogen. Transgenderstudenten uit verschillende staten hebben rechtszaken aangespannen om het beleid van schoolbesturen aan te vechten, met het argument dat ze in strijd zijn met de wettelijke regels die discriminatie op grond van geslacht verbiedt. In minstens negen staten mogen transgenderstudenten geen gebruikmaken van de sanitaire 
faciliteiten die zij wensen.

Tot op heden leverden de processen geen eenduidigheid op. Het 
federale hof van beroep in Richmond, Virginia, bepaalde ook dat transgenderstudenten gebruik mogen maken van de toilet-
voorzieningen die aansluiten bij hun gendervoorkeur. Maar het Amerikaanse hof van beroep in 
Atlanta oordeelde daarentegen juist andersom.

Het bestuur van de school in Indiana zegt „wanhopig” behoefte te hebben aan duidelijkheid. „Een definitieve uitspraak van het federale hooggerechtshof heeft vergaande consequenties voor de inrichting van de schoolorganisatie en van bijvoorbeeld de huisvesting.”

De terughoudende opstelling van het hooggerechtshof stelt met name conservatieve Amerikanen teleur. Omdat het hoogste rechtscollege in de VS in meerderheid conservatieve rechters heeft, hadden zij verwacht dat aan de liberale regeling die 
transgenders begunstigt paal en perk zou worden gesteld.

„Waarom is het zo moeilijk om vast te houden aan de Bijbelse en biologische regels voor het geslacht?”, reageerde een woordvoerder van The Council on Biblical Manhood and Womanhood. „Onze opperrechters moeten niet zwichten voor de druk van de lhbti-lobby.”