rd-actie

Togo, mijlen ver weg, maar toch zo dichtbij ​

Naast Guinee-Bissau is Togo het tweede land in West-Afrika waar de RD-actie is neergestreken. NET Foundation wil er dorpspredikanten Bijbels leren preken. Ze wonen mijlenver weg, maar als christenen spreken ze ónze taal en zijn ze onze naaste. Maar wat weten we van hun land? Hieronder een kennismaking aan de hand van twee kenners.

​Ab Jansen
15 January 2024 18:31Gewijzigd op 4 April 2024 14:15
Dorpelingen op het platteland van Togo hebben zich verzameld bij de hut van  de toverdokter, tevens dorpshoofd. Animisme komt nog veel voor in dit West-Afrikaanse land. beeld Jaco Klamer
Dorpelingen op het platteland van Togo hebben zich verzameld bij de hut van de toverdokter, tevens dorpshoofd. Animisme komt nog veel voor in dit West-Afrikaanse land. beeld Jaco Klamer

Togo. Op de kaart van West-Afrika oogt het als een kleine inkeping. Meer landen langs de Afrikaanse westkust lijken op zo’n insnede. Het zegt iets over de waarde van de Atlantische Oceaan voor westerse koloniale machten. Met die oceaan wilden ze een directe verbinding hebben – al was het maar omwille van de slavenhandel.

Togo kwam eind 19e eeuw als Togoland in Duitse handen, maar al tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914) werd het opgedeeld in een Brits deel (het latere Ghana) en een Frans deel, dat Togo werd. In 1960 kreeg het onafhankelijkheid. Vandaag de dag zou je het Gnassingbé-land kunnen noemen, want de familie Gnassingbé regeert het land sinds 1963. En doet dat met harde hand, alle democratische hervormingen en dito instituten ten spijt.

Hans en Diet Hoddenbagh kwamen in 1986 naar Togo om er voor SIL, een partneroganisate van Wycliffe Bijbelvertalers, vertaalwerk te doen. Het Frans mag er dan de officiële taal zijn, Togo geldt taalkundig als een lappendeken – meer dan dertig talen zijn er geteld. Werk aan de winkel dus voor Bijbelvertalers! Het aantal talen loopt bijna gelijk met de hoeveelheid etnische groepen, zo’n 37. De Ewe (42 procent van de bevolking) in het zuiden, en de Kabiye (26 procent) in het noorden zijn de grootste.

„Veel christenen zijn ons daar tot voorbeeld”

Veelkleurig lint

Met een oppervlakte van bijna 57.000 vierkante kilometer (ter vergelijking: Nederland meet ruim 44.000 vierkante kilometer) ziet Togo er uit als een veelkleurig lint. Religieus is het beeld wat rustiger: het christendom neemt 42 procent van de bevolking voor zijn rekening, de islam (vooral in het noorden) bijna 15 procent. De overige 40 procent is animist, of meer specifiek: voodoo-aanhanger. Togo is een arm land. Volgens de VN leeft 45,5 procent van de bevolking onder de armoedegrens (Nederland: 14 procent). Zo’n 60 procent van de Togolezen leeft van 3 dollar per dag.

Het echtpaar Hoddenbagh leerde de bevolking kennen als „heel vriendelijke mensen”. Diet en Hans voelden zich er „meteen veilig, welkom en vrij”. Verhalen uit de begintijd van het missie- en Bijbelvertaalwerk klonken een stuk grimmiger, weet Hans. „Zendelingen die deze kant opkwamen vervoerden hun spullen vaak in een doodskist, omdat ze verwachtten niet lang te zullen leven. Er was malaria, gele koorts, werkelijk alles wat je aan ziektes niet wilt krijgen.”

Zendelingen kwamen uit Amerika en Europa en tot begin jaren 80 bleven ze komen. Inmiddels is dat anders, weten de Hoddenbaghs. „Er zijn in kerken en op het zendingsveld aanzienlijk minder blanken.” Ook voor het vertaalwerk gaat dat op. „Het zijn nu eigen mensen die vertaalprogramma’s runnen en die daarvoor verantwoordelijk zijn. Als westerling kom je er eigenlijk nog enkel als consulent, en dan alleen als je gevraagd wordt.”

Het missionaire verleden is nog wel terug te vinden in de veelkleurigheid aan kerken. Baptisten van allerlei snit, rooms-katholieken, methodisten, pinkstergemeenten zijn er, en niet te vergeten de presbyteriaanse kerken, verenigd in de Église Évangélique Presbytérienne du Togo (EEPT).

„Mooi vinden wij”, zegt Diet, „dat je net als in andere delen van Afrika, er altijd over God kan praten. Hij is altijd aanwezig in de gesprekken. Ook het enthousiasme en de gedrevenheid waarmee christenen het Evangelie delen met anderen sprak ons aan.” Hans noemt als voorbeeld de jaarlijkse actie rond de Bijbelkalender, die wordt verspreid vanuit zijn eigen kerkverband, de Vergadering van Gelovigen. „Nog altijd worden die kalenders –met daarop een Bijbeltekst voor elke dag– door het hele land verspreid, en bijvoorbeeld op zoveel mogelijk scholen uitgedeeld.”

20010309.JPG
Het Oude Testament kan een belangrijke rol spelen bij het uitbannen van heidense praktijken in de kerk. beeld Jaco Klamer

Genealogie

Of het christelijk geloof er ook een eigen karakter heeft? Hans antwoordt met een stellig ja en geeft als voorbeeld een kerstlied dat Jezus’ genealogie uit Mattheüs 1 tot thema heeft. „Wij zouden zeggen: moet je daar nu een lied op maken? Maar Togolese christenen willen juist vieren dat Jezus’ geboorte echt was en daarom geloofwaardig: kijk maar naar Zijn genealogie.”

Daartegenover staan heidense praktijken die ook binnen de kerken zich weten te handhaven. „Bij moslims kom je het tegen”, zegt Diet, „maar ook onder christenen. Dat er kippen worden geslacht voor de huizen bij wijze van offer. En als iemand een ongeluk overkomt , is er kennelijk een vloek over hem of haar uitgesproken. Ook bij sommige christenen zit dat geloof nog diep.”

Daar tegenover staan de vele voorbeelden van ceremoniële verbrandingen in kerken. Het wegdoen van magische voorwerpen zodra iemand tot geloof is gekomen. „Dat is voor veel gemeenten echt wel een ding”, zegt Hans. „Nog altijd krijgen we foto’s toegestuurd van zulke vuurtjes.”

Als oud-vertaler in dienst van SIL wijst Hans erop dat het beschikbaar maken van het Oude Testament (OT) hierbij een positieve rol kan spelen. „Wij beginnen als vertalers vaak met het Nieuwe Testament, maar in het OT staan veel meer verhalen waarin afgoderij wordt afgewezen als niet te combineren met een leven in dienst van de Heere.”

Diet wil graag benadrukken dat het christelijk geloof in Togo allesbehalve een verloren zaak zou zijn. „Veel christenen zijn mij tot voorbeeld als ik kijk naar hun gedrevenheid en vroomheid.” Ze wijst op enkele „Togolese zusters”. „Zij staan om vier uur op, want er moet water worden gehaald en eten klaargemaakt. Niet alleen hun eigen kinderen, ook enkele weeskinderen en wat neefjes horen bij het gezin. Maar om vier uur is het eerst: gezamenlijk bidden. Als ik dat hoor, denk ik wel eens: wat stelt dat geloof van mij –een geloof op wieltjes noem ik het wel– dan voor?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer