De jaarlijkse Kersttoespraak is een van de weinige persoonlijke toespraken die de koning in ons staatsbestel houden mag. Tenminste, zo wordt deze toespraak altijd nog gezien en beluisterd. Leest de koning in de troonrede de tekst van het kabinet voor, met Kerst kan hij spreken over wat hem persoonlijk bezighoudt.
Juist dat persoonlijke karakter van de toespraak maakt het voor de koning extra spannend. Als staatshoofd mag hij geen partij kiezen maar is het zijn taak een brug te slaan tussen de verschillende groepen in het land. Die balanceeract was dit jaar, met de verkiezingsoverwinning van de PVV nog vers in het geheugen, nog spannender dan anders. Met dat in het achterhoofd kan geconstateerd worden dat koning Willem-Alexander de afgelopen tien jaar is gegroeid in zijn rol als staatshoofd. De ervaringen in de jaren dat hij dit ambt bekleedt, hebben hem, in de goede zin van het woord, zelfverzekerder gemaakt.
De koning nam bepaald geen blad voor de mond. Hij sprak hartstochtelijk over zijn vertrouwen in de rechtsstaat, over het belang van grondrechten en het gevaar van polarisatie. „Wij Nederlanders kennen een democratische rechtsorde. Die geeft ons houvast en zekerheid”, aldus de koning. En: „Als ik terugkijk op de tien jaar waarin ik uw Koning mag zijn, is dát de constante factor: mensen die zich vanuit hun persoonlijke idealen of levensovertuiging inzetten om tegenstellingen te overbruggen en iets positiefs bij te dragen aan de samenleving. Zij maken de toekomst bewoonbaar.”
De boodschap is helder en maar voor één uitleg vatbaar: de koning is bezorgd over de manier waarop we in dit land –„nog steeds een van de allerbeste plekken op de wereld”– met elkaar omgaan. Ook, of misschien wel juist, in de politiek.
Wie de toespraak overigens alleen als een waarschuwing ziet aan het adres van die Nederlanders die vorige maand PVV of FvD hebben gestemd, heeft niet goed geluisterd. Polarisatie ligt niet minder op de loer als juist die kiezers worden weggezet als domme, reactionaire mensen die je eigenlijk niet serieus kunt nemen. Juist het overbruggen van tegenstellingen ziet de koning als de kracht van Nederland.
Het blijft voor christenen altijd weer triest dat het staatshoofd op deze christelijke feestdag eigenlijk niet spreekt over dat waar het met Kerst eigenlijk over gaat. Namelijk dat de Heere Jezus geboren moest worden om de kloof tussen God en mensen weer te kunnen overbruggen. Vrede, een begrip dat de koning uitvoerig besprak, bestaat niet alleen uit afwezigheid van oorlog en conflicten tussen mensen onderling. Jezus Christus Zelf, het Kind dat geboren werd in Bethlehem, is onze Vrede, zegt de apostel Paulus.
Wie de kersttoespraak echter alleen beluistert om kritiek te kunnen leveren op wat de koning allemaal níet zegt, doet hem geen recht. Wat hij wél zegt, is het ter harte nemen namelijk meer dan waard.