Massale aanschaf zonnepanelen en warmtepompen funest voor stroomnet
Bouwen, bouwen, bouwen; dat is het devies. Maar is er wel genoeg stroom voor nieuwe huizen? Netbeheerders Stedin, Tennet en Enexis maakten woensdag bekend dat de maximale capaciteit is bereikt in Den Haag en de provincies Groningen en Overijssel. Vijf vragen over een vol stroomnet.
Wat is er aan de hand?
Opnieuw zijn er in Nederland plekken waar het elektriciteitsnet vol is. Eerder dit jaar kwamen er noodsignalen uit Noord-Brabant, Gelderland en Zeeland. Concreet betekent het dat de maximale capaciteit voor zogenaamde grootverbruikers is bereikt; voor grote bedrijven is code oranje van kracht. Dat betekent dat aanvragers voor nieuwe aansluitingen op een wachtlijst komen te staan.
De volgende stap is code rood. Dan moeten de bedrijven wachten op een nieuwe aansluiting tot het netwerk is uitgebreid. Capaciteitstekorten zijn overigens niet alleen een Nederlands probleem. Ook België en Frankrijk kampen ermee.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
De vraag naar elektriciteit stijgt harder dan de huidige infrastructuur aankan. Manon van Beek, CEO van netbeheerder TenneT, zei in oktober tegen RTL Nieuws dat er sprake is van een „nieuwe, uitdagende fase” voor de energietransitie. „De behoefte aan stroom groeit veel sneller dan wij als netbeheerders hadden voorzien.”
Nederland is in korte tijd op het gebied van de productie van groene stroom uitgegroeid van een van de slechtste tot een van de beste leerlingen van de klas, zei woordvoerder Peter Hofland van TenneT woensdag tegen persbureau ANP. Hij doelt op het massaal aanschaffen van elektrische auto’s en zonnepanelen. Ook het vervangen van gasketels door elektrische warmtepompen is een oorzaak.
Woordvoerder Lennart Wegewijs van de Haagse netbeheerder Stedin voegt daaraan toe dat veel meer mensen na de coronapandemie thuis zijn gaan werken. Ook dat zorgt voor een toename van stroomgebruik.
Wat zijn de gevolgen van een vol stroomnet?
Voor de huidige stroomgebruikers verandert er niets. Ook voor huishoudens en kleine ondernemers die een nieuwe stroomaansluiting nodig hebben of op een warmtepomp willen overstappen is er niets aan de hand.
Anders is dat voor grootverbruikers. Als een ondernemer bijvoorbeeld een nieuw elektrisch wagenpark wil aanschaffen in Den Haag, komt hij op een wachtlijst terecht. Maarten Otto, voorzitter van Netbeheer Nederland, sprak in oktober over ongeveer 6600 bedrijven die in Nederland op de wachtlijst staan.
Energieleverancier Vandebron noemt als mogelijk gevolg dat lampen in huis vaker kunnen knipperen of dat de stroom zelfs helemaal uitvalt. „Dit heeft te maken met spanningsproblemen door piekbelasting.”
Hoe kan dit opgelost worden?
Er zijn meerdere oplossingen. Netbeheerders moeten aan de slag met het uitbreiden en het verzwaren van het elektriciteitsnet. Oftewel, meer kabels aanleggen en de bestaande kabels sterker en dikker maken zodat er meer stroom doorheen kan. Omdat dat niet vandaag of morgen geregeld is, gaan Enexis, TenneT en Stedin in gesprek met grootverbruikers over het efficiënter gebruiken van het stroomnet.
Netbeheerders zouden bijvoorbeeld contracten kunnen afsluiten met bedrijven om tijdens piekmomenten –aan het einde van de middag en het begin van de avond– machines stil te zetten of minder hard te laten draaien. Bedrijven kunnen ook onderling afspraken maken. Als de een zijn ruimte op het net niet gebruikt, kan een ander bedrijf daarop inspringen.
Twee deskundigen wezen vorige maand op de verantwoordelijkheid van consumenten. Hoogleraar energietechnologie David Smeulders van de TU Eindhoven pleitte onder meer voor contracten waarbij consumenten met zonnepanelen moeten betalen om stroom terug te leveren op piekmomenten. „Mensen kunnen dan het net ontlasten door hun eigen elektriciteit te verbruiken. Dan help je al een klein handje mee.” Ook zouden consumenten hun wasmachine, droger of vaatwasmachine tijdens piekmomenten minder moeten gebruiken.
Energieleverancier Vandebron ziet kansen in samenwerking met andere landen. Het bedrijf noemt als voorbeeld energie uit waterkracht van Noorwegen naar Nederland transporteren op momenten dat er veel aanbod is. Nederlandse wind- en zonne-energie zouden bij overschotten andersom geëxporteerd kunnen worden naar landen die op hetzelfde moment een grote stroomvraag hebben.
Wanneer is het geregeld?
Dat kan nog jaren duren. De provincie Groningen verwacht in 2029 extra capaciteit te hebben. In Den Haag zijn de werkzaamheden voor uitbreiding naar verwachting ergens in 2033 afgerond.
Demissionair minister Rob Jetten (Klimaat) wil intussen zorgen voor snellere procedures die nodig zijn om het elektriciteitsnetwerk te verzwaren.