Recentelijk vroeg ik een buurman hoe het met hem ging. „Best goed”, antwoordde hij, waarna hij –geschrokken van zijn eigen antwoord– zijn hand voor zijn mond sloeg. „De eerste keer sinds 7 oktober dat ik dat zeg”, verklaarde hij.
We zijn er inderdaad beter aan toe dan twee maanden geleden, maar er is nog een lange weg te gaan. Tijd voor grondige verwerking hebben we nog niet gehad, we vechten een oorlog op vele fronten. Dokters melden onderwijl een sterke stijging van stressgerelateerde ziektebeelden, zowel fysiek als psychisch.
Het collectieve trauma in Israël is diep. Zo diep dat het zien van witte pick-ups –veelvuldig gebruikt door de terroristen op 7 oktober– bij velen nog altijd zorgt voor huivering. Israëlische eigenaren van dergelijke voertuigen, zich bewust van het effect, zetten grote Israëlische vlaggen op hun auto’s om alle twijfel weg te nemen.
Hetzelfde associatieve trauma geldt voor de frase ”allahu akbar”. Op opnames van 7 oktober is een eindeloze, jubelende herhaling van het zinnetje te horen. Bij ieder volgend gruwelijk handelen weer. In een land waar moslims vrijelijk door minaretten op mogen roepen tot gebed, horen we de woorden dagelijks schallen. En ook al is de context anders, iedere keer flitsen onze gedachten kort terug.
Een andere graadmeter voor onze gepijnigde geest is het feit dat het mij en velen om mij heen zwaar valt om bijvoorbeeld romans te lezen. De werkelijkheid is te zeer aanwezig om op wat voor wijze dan ook te ontsnappen. Het voelt ook onjuist, nu onze zoons en dochters, mannen en vrienden vechten met gevaar voor eigen leven. Je onderdompelen in iets gemaakts, iets parallels, voelt een beetje als verraad.
Ook de gijzelaars beslaan een groot deel van onze denkwereld. We voelen ons collectief gegijzeld. Hoe zeer het leeft, is merkbaar aan de enorme hoeveelheid verwijzingen in de publieke ruimte. De woorden ”bring them home” prijken op de meest uiteenlopende plekken: van supermarktproducten tot ambulances, van halskettinkjes tot billboards. Gele lintjes, symbool geworden voor de gijzelaars, hangen aan autospiegels, deurposten, polsen en bomen. Door het delen van foto’s en verhalen houden we de gijzelaars gevoelsmatig nabij.
En toch, ondanks alles. Existentiële dreiging ervaren, leidt ook tot intense waardering van het leven. Gevoelsmatig hebben we een tweede kans gekregen, een waardevolle levensles in wat echt belangrijk is. Wat is het bijzonder als je ogen opengaan voor alles wat je toevertrouwd is.
Onze correspondente in Israël schrijft twee keer per week vanuit haar woonplaats Afik, in Noord- Israël over de oorlog. Deel 34
> rd.nl/dagboek