De Veenendaalse grondwetdeskundige dr. Henk Post vindt dat minister Dijkgraaf doorschiet in de toepassing van de horizontale werking van de grondwetsartikelen. „De minister holt vrijheidsrechten uit en marginaliseert de orthodoxe minderheid.”
Waar zijn grondrechten van oorsprong voor bedoeld?
„De grondrechten zijn bedoeld om de burger tegen de macht van de overheid te beschermen. Dat noemen we de verticale werking. Voor de overheid zijn alle mensen gelijk en moeten gelijkwaardig worden behandeld. Er mag geen aanzien des persoons zijn. Grondrechten borgen dat burgers gelijke vrijheidsrechten hebben zodat ze zich kunnen ontplooien.”
Grondrechten hebben nu ook een horizontale werking gekregen. Hoe kon dat zover komen?
„Horizontale werking betekent dat grondrechten ook in de onderlinge verhouding tussen burgers gelden. Gelijke behandeling zat van oorsprong ook al in de oude Grondwet. In 1983 is dat tot artikel 1 gepromoveerd. Op zich is dat niet verkeerd. Gelijkheid en non-discriminatie zijn de basis van de Grondwet.
Het gaat fout als de voorstanders van de gelijkheidsideologie artikel 1 meer waarde toekennen dan de klassieke vrijheidsrechten. Het gevolg is een nieuwe vorm van discriminatie. Dat is in strijd met hetgeen de wetgever van oorsprong bedoelde.
De horizontale werking verbiedt dat burgers onderling onderscheid mogen maken, bijvoorbeeld op grond van man- of vrouw-zijn. Maar dat in het economische verkeer bijvoorbeeld bakkers die weigeren een taart te maken voor homostellen, veroordeeld worden, acht ik een ontsporing van het recht op gelijke behandeling. De horizontale werking wordt te ver doorgetrokken.”
Holt de gelijkheidsideologie eeuwenoude vrijheidsrechten uit?
„Zeker. De gelijkheid was van oorsprong gericht op gelijke vrijheidsrechten. Als je in het openbaar geen bezwaar mag maken tegen bijvoorbeeld de lhbti-ideologie, dan worden vrijheidsrechten uitgehold, ingeperkt en afgenomen. Het gelijkheidsbeginsel van artikel 1 van de Grondwet is slechts een van de vele grondrechten. Het moet onder meer worden afgewogen tegen vrijheidsrechten.”
Ziet u die uitholling terug in de Emancipatienota?
„Nogal. Minister Dijkgraaf legt in de nota veel nadruk op de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. En tegelijkertijd ontzegt hij orthodoxen het recht om zich daarop te beroepen. Die krijgen te maken met een inperking van grondrechten. Dat klopt niet. De overheid dient in een democratische rechtsstaat burgers gelijk te behandelen. Zo holt de overheid de grondrechten van de orthodox gelovige burgers en die van hun gemeenschappen en organisaties uit.”
Hoe kan aan de uitholling een halt worden toegeroepen?
„Dat is niet zo moeilijk. Dat kan de Tweede Kamer doen. Maar die moet dat wel willen. Daar heb ik wel twijfels bij. De lobby van de gelijkheidsideologen is sterk en politici zijn bang om in ongenade bij hen te vallen. Overigens is die drang wereldwijd gaande. Ik vind dat zorgelijk en verbazingwekkend.”
Het emancipatiebeleid richt zich sterk op individuele vrijheden. De gemeenschap en religie spelen nauwelijks een rol. Welke gevolgen heeft dat?
„Feitelijk worden gemeenschappen met hun groepsrechten vergeten. De uitgangspunten van de Franse Revolutie waren: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat derde punt vergeten de moderne liberalen. De mens wordt helemaal op zichzelf teruggeworpen. Dat leidt tot een overmatige profileringsdrang en een overmatig beroep op rechten om niet te worden gediscrimineerd. Dat resulteert weer in ontwrichting van de samenleving.
Het wordt gevaarlijk als iedereen zijn individuele recht claimt te zijn wie hij wil zijn en dat niemand anders daar iets van mag vinden. Als iemand daar toch de vinger bij legt, wordt hij met pek en veren besmeurd. Kijk naar iemand als de sociaalwetenschapper Laurens Buijs van Universiteit van Amsterdam. Die onderzoeker is zelf vrij links, maar omdat hij vraagtekens plaatst bij allerlei uitwassen in de emancipatiebeweging, krijgt hij vanuit progressieve hoek heel agressieve reacties. Reken er maar op dat we hier in de toekomst vaker mee te maken krijgen.”