Wereldreligies op sociale media: een saaie protestantse kerk is niet zo instagrammable
Religieuze leiders als de paus of de dalai lama maken grif gebruik van Instagram. Maar naast een groot bereik zijn er keerzijden. „Hoe belangrijk is zichtbaarheid in het licht van de schadelijkheid van sociale media?”
De paus op de foto met een ziek kind, in gesprek met een oudere of rijdend door een mensenmenigte, terwijl hij zijn hand uitstrekt. Bijna tien miljoen mensen volgen paus Franciscus op Instagram. Maar Franciscus is bij lange na niet de enige religieuze leider die op Instagram te vinden is.
De foto’s die religieuze leiders of hun pr-teams daar publiceren, zijn een heel bewuste keuze, meent communicatiewetenschapper en theoloog Theo Zijderveld. Hij promoveerde maandag aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het onderwerp ”The Instagrammable Authority of Religious Leaders”.
Zijderveld onderzocht het Instagramgebruik van vier wereldwijd invloedrijke figuren: de paus, de dalai lama, Brian Houston, oprichter van megakerk Hillsong, en Deepak Chopra, schrijver van hindoeïstische spirituele boeken. „Instagram kan de autoriteit van religieuze leiders versterken”, stelt hij in zijn promotieonderzoek. „Maar er kan ook een spanningsveld zitten tussen het imago op Instagram en de werkelijkheid.”
Waar komt dat spanningsveld tot uiting?
„Bijvoorbeeld bij Brian Houston, de oprichter van megakerk Hillsong. Hij lag geregeld onder vuur, wegens grensoverschrijdend gedrag, het verzwijgen van het seksueel misbruik door zijn vader, of over misbruik van geld en macht. Maar op Instagram zag je daar weinig van. Je zag eerder een verhaal wat daar recht tegenin ging. Familiefoto’s waarop hij er gelukkig uitziet met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Later stapte hij op als leider van Hillsong na beschuldigingen van ongepast gedrag richting vrouwen.”
Maar is het niet logisch dat je je beste kant laat zien op sociale media?
„Ja, dat klopt. Religieuze leiders maken gebruik van Instagram om een bepaald beeld van zichzelf te promoten. Op Instagram krijg je autoriteit op basis van een positief gevoel dat je opwekt bij volgers. Mensen willen iemand volgen die succesvol of spiritueel inspirerend is. In mijn promotieonderzoek stel ik dat autoriteit van geestelijk leiders steeds meer afhankelijk is van een goede presentatie. Hoe zien ze eruit, hoe gedragen ze zich, hoe komen ze over in de media. Dan gaan mensen hun post liken en erop reageren, omdat ze een goed gevoel krijgen bij een bepaalde leider. Daar spelen die leiders heel bewust op in. Ze weten wat hun volgers willen zien, dus dat laten ze zien. Op Instagram, en sowieso in de maatschappij, gaat het veel meer over mensen, steeds minder over instituties. Die zijn niet aantrekkelijk. Je ziet bijvoorbeeld dat de paus en de dalai lama nadrukkelijk als persoon worden gepresenteerd.
Op Instagram lijken veel momenten spontaan en authentiek, maar die zijn vaak zorgvuldig geënsceneerd. De gepubliceerde foto’s zijn een bewust gekozen stukje van de werkelijkheid.”
Is het erg dat zij zo bewust kiezen hoe ze zichzelf presenteren?
„Misschien niet, maar er kan dus wel een groot verschil zitten tussen wat mensen zien op Instagram en de werkelijkheid. Maar als volger moet je je dus realiseren dat je niet de hele werkelijkheid ziet op een medium als Instagram.
Tegelijk zie je dat religie in het algemeen steeds minder lokaal is. Mensen kunnen zingeving halen uit alles wat er wereldwijd wordt aangeboden. Als je als religieuze leider op die wereldwijde marktplaats invloed wilt uitoefenen, moet je die media wel gebruiken. Maar voor gezonde religieuze gemeenschappen is het belangrijk dat de buitenkant en de presentatie niet gaan overheersen. Dat het vormgeven van religie in de persoonlijke levens van mensen niet bepaald wordt door wie er het leukst uitziet, of het vlotst praat. Daarmee worden belangrijke waarden en principes uitgehold waar het christelijk geloof wel voor staat.”
Wat kan dan uitgehold worden?
„In de christelijke traditie wordt gewaarschuwd tegen mensen met macht, er moet gerechtigheid zijn en er ligt een focus op nederigheid. Het gaat ook over wat mensen doen, maar niet zichtbaar is. Goede, stabiele religieuze gemeenschappen zijn ook gebaseerd op intrinsieke waarden en motivaties. Als mensen hun keuze baseren op wie de charmantste preken heeft, er het beste uitziet, de beste muziek heeft, past bij hun lifestyle, wordt de waarde van het christendom ondergeschikt aan de consumptiecultuur.”
Als het gaat om macht en geld, dan moet je als religieuze leider toch ook kijken naar de bedrijven achter sociale media?
„Bedrijven als Meta en Google zijn inderdaad geen onschuldige spelers. Het zou goed zijn als daar vanuit religieuze hoek meer vraagtekens bij worden gesteld. Op dit moment is dat vrijwel afwezig. Paus Franciscus zegt weleens kritische dingen over likes en volgers, maar communicatie- en mediateams zetten vol in op sociale media.
Op de platforms zelf hebben religieuze leiders weinig kritiek op de functie van algoritmes, verslavingsgevoeligheid en de verzameling van gegevens om geld mee te verdienen. Een vraag die een leider zichzelf toch moet stellen is: hoe belangrijk is mijn eigen zichtbaarheid in het licht van de schadelijkheid van socialmediaplatforms die verleidelijk zijn om te gebruiken.
Mensen als de paus hebben macht en invloed. In hoeverre zetten zij zich in om een kritisch licht te werpen op de grote spelers? Als leider heb je daar echt een verantwoordelijkheid in.”
Is er ook een duidelijk verschil te zien tussen hoe rooms-katholieken sowieso meer een beeldcultuur hebben, en protestanten meer een tekstcultuur?
„Je ziet wel verschil in hoe gemakkelijk het is om religie te vertalen naar beeld. Een saaie protestantse kerk is toch minder instagrammable dan een mooie kathedraal. Bij katholieken, maar ook bij evangelischen, zijn visuele middelen en de rol van gevoel in het geloof veel meer geaccepteerd.
Evangelischen blijven wat dat betreft op Instagram dicht bij de populaire cultuur. Voorgangers van megakerken gedragen zich op sociale media als popsterren en acteurs. Daarbij hebben ze in evangelische hoek minder problemen om kerk en geloof te verkopen. Daarnaast is daar een grote missionaire drive en de bereidheid om aan te passen aan de populaire cultuur.”