M/V in de kerk en daarbuiten geeft moeizame discussies
De positie van de vrouw levert in de gereformeerde gezindte allerlei moeizame discussies op. Is het niet in de politiek en de maatschappij, dan toch wel in de kerk. De invloed van de moderne cultuur is daarbij een heel belangrijke factor. Allerlei Bijbelpassages botsen immers met wat in onze tijd normaal en vanzelfsprekend wordt gevonden.
Vorige week zaterdag hield het Dutch Biblebelt Network (een groep academici veelal afkomstig uit refokring) een bijeenkomst over de plaats van de vrouw in de refowereld. De positie van de vrouw in de kerk kwam maar beperkt aan de orde. Dat is ook de hardste noot om te kraken.
Dat thema staat echter niet los van de visie op de rol van de vrouw in het algemeen. In vrijgemaakte kring heeft men dat een tijdlang proberen los te koppelen, maar uiteindelijk kwam men toch ook uit bij de acceptatie van vrouwen in de kerkelijke ambten. Elders is men daar nog mee bezig.
Half om half
Uit een onderzoek van het Nederlands Dagblad bleek recent dat in ongeveer de helft van de Christelijke Gereformeerde Kerken de meerderheid voelt voor vrouwelijke ambtsdragers. Ook aan de linkerkant van de Gereformeerde Bond neemt het aantal vrouwelijke ambtsdragers duidelijk toe. Dat gaat meer geruisloos dan bij de christelijke gereformeerden.
In veel evangelische gemeenten is de vrouw als voorganger of oudste ook geen punt meer. De lage ambtsopvatting die men daar heeft, maakt die overgang gemakkelijker. Daarentegen heeft de Rooms-Katholieke Kerk met haar hoge ambtsopvatting de wijding van vrouwelijke priesters en bisschoppen tot dusver afgewezen.
Een jaar of tien geleden werd de SGP na allerlei processen gedwongen om haar blokkade van vrouwelijke volksvertegenwoordigers op te heffen. Inmiddels zijn er ook een paar vrouwelijke SGP-raadsleden, al neemt hun aantal niet stormachtig toe. Op de kandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen van deze week stonden alleen mannen. Maar veel vooraanstaande SGP’ers voelen zich niet erg geroepen om dit onderdeel van het beginselprogram te verdedigen.
Als het gaat om de maatschappelijke positie van de vrouw is het overheidsbeleid, fiscaal en anderszins, duidelijk gericht op de economische zelfstandigheid van de gehuwde vrouw. Kinderen mogen geen belemmering vormen voor haar carrière. De kritiek op het gangbare anderhalfverdienersmodel neemt duidelijk toe.
Onmiskenbaar is er een grote kloof tussen het hedendaagse denken en handelen en de wijze waarop in de Bijbel over de man-vrouwverhouding gesproken wordt. In orthodox-protestantse kring wordt dat als een probleem ervaren. Het gezag van de Bijbel gold daar immers als onaantastbaar.
De Bijbel weet van gelijkheid, maar ook van ongelijkheid tussen man en vrouw. Dat laatste wordt verbonden aan fundamentele gegevens als schepping, zondeval en verlossing. Zo geldt de man als het hoofd van de vrouw (Efeze 5:23).
Nu wordt wel betoogd dat Paulus het bij nader inzien toch niet zo bedoeld heeft als wij altijd gedacht hebben. Een stap verder gaat de gedachte dat Paulus het inderdaad wel zo bedoelde als hij het geschreven heeft, maar dat wij daar niet meer aan gebonden zijn. Of dat wij ons daar niet meer aan gebonden voelen. Er is dan sprake van een nieuwe hermeneutiek, een nieuwe manier van Bijbellezen. Die is bijvoorbeeld ook bruikbaar om homoseksuele relaties legitiem te maken. Daarmee gaat natuurlijk wel een wissel om.
Zo’n twintig jaar geleden werd de toelating van vrouwelijke ambtsdragers in de Nederlands Gereformeerde Kerken verdedigd met het argument dat het de doorwerking van het Evangelie in deze tijd zou schaden wanneer men vrouwen zou blijven uitsluiten. Zo kom je tot een verbeterde versie van het christelijk geloof!
Als het gaat om de verhouding van man en vrouw hebben allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, het hele culturele klimaat en ook de concrete verschuivingen in de brede gereformeerde gezindte zonneklaar hun invloed in reformatorische kring. Natuurlijk zijn er altijd nog wel duidelijke verschillen. Een vrouw op de preekstoel of in de ouderlingenbank is voor velen nog een stap te ver. Of men vindt het in ieder geval niet verstandig om daar nu al over te beginnen.
Nu hebben we altijd te maken met allerlei uiteenlopende omstandigheden en gewijzigde situaties. De positie van een ongehuwde vrouw is een andere dan die van een vrouw met jonge kinderen. Het huishouden vereist tegenwoordig minder tijd dan vroeger, maar een Bijbelse opvoeding van kinderen is in onze seculiere maatschappij intensiever dan voorheen het geval was.
De verzorging en opvoeding van kinderen zijn uiteraard niet alleen een zaak van de moeder. Maar het is wel een natuurlijk gegeven dat de vrouw het kind draagt, baart en zoogt. Dat geeft zonder meer een speciale betrokkenheid, zoals die in heel de geschiedenis van de mensheid tot uitdrukking is gekomen.
Zelfontplooiing
Betekent dat een rem op de zelfontplooiing van de vrouw? Bedenk wel dat de notie van de zelfontplooiing niet echt een Bijbelse gedachte is. Daarmee stelt een mens zichzelf wel erg centraal. We moeten onze talenten gebruiken, maar dan vooral goed gebruiken. Daar waar dat het meest nodig is.
Door de emancipatie van de vrouw zijn de gezinnen onder druk komen te staan. De kinderopvang is een omvangrijke bedrijfstak geworden waar veel publiek geld in gestoken wordt. Maar onder ons zou de gezinsopvoeding toch prioriteit moeten hebben en houden.
We moeten ook bedenken dat wanneer we het steeds meer vanzelfsprekend gaan vinden dat mannen en vrouwen in het maatschappelijke en politieke leven dezelfde rollen vervullen, het ook in eigen kring steeds ongeloofwaardiger zal worden om in de kerk alleen mannelijke ambtsdragers te hebben. Dat wordt dan immers een onsympathieke en moeilijk te verdedigen uitzondering op een patroon van algehele gelijkheid.
Onmiskenbaar is de Bijbel het meest expliciet over de rol van de vrouw in de kerk. Maar de serieuze Bijbellezer hoeft zich over die passages niet te verbazen. Ze sluiten immers aan bij het algehele spreken over de verschillen tussen man en vrouw, waarbij de man als gezagsdrager en leidinggevende optreedt. Dat overigens wel met de oproep om elkander onderdanig te zijn in de vreze Gods (Efeze 5:21).
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.