Dagboek uit Israël: Het noordfront
Het zou afgelopen vrijdag D-Day worden. Nasrallah, leider van Hezbollah, had een daverende speech aangekondigd. Toen hij op de schermen verscheen en in anderhalf uur tijd niets nieuws zei, leverde dat één grote vraag op: wat doen we met Hezbollah?
Nadat we de boodschappen voor de sjabbat hebben gedaan, gaan we er eens goed voor zitten: Nasrallahs langverwachte speech met parallelle vertaling. De vertaler klinkt benepen, alsof hij bang is om omgelegd te worden. Nasrallah spuwt gebruikelijke antizionistische, antiwesterse en antisemitische retoriek, verheerlijkt de martelaren, zegt dat 7 oktober prijzenswaardig was. Zelf had hij er overigens niks mee te maken. Nee, het waren de Israëli’s zelf die in verstandsverbijstering gehandeld hadden. Of toch niet, want dat zou krediet wegnemen van de heldenstatus van Hamas.
„Wil hij oorlog of niet?”, vraagt mijn oudste vertwijfeld. „Het klinkt van wel.” De spijker op zijn kop. Ook al kondigde Nasrallah geen grote regionale oorlog aan, zijn taalgebruik en handelen bewijzen het tegendeel. Er waren heel wat luchtalarmen, infiltratiepogingen en beschietingen vanuit Libanon de afgelopen dagen, opgeëist door Hezbollah. De terroristische organisatie, heeft naar schatting 150.000 raketten, 100.000 ‘vrijheidsstrijders’ en rijke militaire ervaring; opgedaan in Syrië waar het Bashar Al-Assad al jaren ondersteunt. Hamas speelt kinderspel in vergelijking met Hezbollah.
Het Libanese Hezbollah, letterlijk ”partij van Allah”, sluit zich ideologisch aan bij de pan-islamitische ambities van Iran. De opkomst van Hezbollah in Libanon loopt parallel met de gestadige ondergang van het Libanese christendom. Ook van antisemitisch sentiment is Hezbollah bepaald niet vrij. Zo zijn de Joden volgens Hezbollah-vertegenwoordigers „vijanden van de mensheid, vol met satanische plannen”. Propaganda in hetzelfde straatje als Hamas. Niet dat Hezbollah en wij voorheen gezellige buren waren, maar na 7 oktober begrijpt u hoe onveilig Israëli’s in de noordelijke grensdorpen zich voelen. En let wel, er wonen heel veel meer burgers aan de noordgrens dan rondom Gaza.
„Ken je dat, dat twee vrienden afspreken in het zwembad te springen, vervolgens aftellen en dat de één dan wel springt en de ander niet?”, zo vatte een Israëlische analist Hezbollah’s handelen samen. Vooralsnog heeft Hezbollah alleen zijn tenen in het water, maar als Iran roept, springt het ook. De status quo van 6 oktober is nergens meer hetzelfde. Israël moet zich bezinnen op actie tegen Hezbollah, zodat een herhaling van 7 oktober uitgesloten wordt.
Onze correspondente in Israël, Jeannette Gabay-Schoonderwoerd, houdt een dagboek bij vanuit haar woonplaats Afik, in het noorden van Israël. Deel 19.