Bisschoppen in de Rooms-Katholieke Kerk moeten hun macht meer delen, bijvoorbeeld door ook aan leken (niet-geestelijken) verantwoording af te leggen. Er is „theologisch en pastoraal onderzoek” nodig naar de wijding van vrouwelijke diakens.
Dat staat in het zaterdag verschenen slotdocument van de bisschoppensynode in Rome. Daar, in de Paulus VI-zaal, spraken de afgelopen weken enkele honderden afgevaardigden –behalve bisschoppen ook priesters, diakens, religieuzen en leken, onder wie 54 vrouwen– over de toekomst van de Rooms-Katholieke Kerk. Een historische gebeurtenis, omdat paus Franciscus het grondvlak van de kerk nadrukkelijk bij de besprekingen betrekt en het een grotere en luidere stem wil geven.
Dat begon drie jaar geleden al, toen de paus het startsein gaf voor het ”synodaal proces”. Rooms-katholieken in de hele wereld werden gevraagd naar hun mening en ideeën over de toekomst van de kerk. Dat leverde een waaier aan onderwerpen op, zoals het celibaat (moeten priesters ongehuwd zijn?), vrouwelijke ambtsdragers (mogen zij diaken worden?), de macht van de bisschoppen en de inbreng van leken in het kerkelijk leven.
Die onderwerpen, en vele andere, stonden deze maand op de agenda. De afgevaardigden vergaderden bijna vier weken aan ronde tafels om de gesprekken gemakkelijker te maken en om elkaar eens echt in de ogen te kijken. Het resultaat van deze sessie, die daarom ook besloten was, ligt nu op tafel: een slotdocument van zo’n veertig pagina’s en meer dan 250 paragrafen, die allemaal met een tweederdemeerderheid werden aangenomen. Besluiten zijn het niet; wel richtlijnen waarover de lokale kerken het komende jaar verder zullen spreken.
Machogedrag
Er verscheen woensdag al een begeleidende ”Brief aan het volk van God”, waarin de bisschoppensynode de bijna 1,4 miljard rooms-katholieken wereldwijd oproept om een jaar lang naar „absoluut iedereen” te luisteren: naar de allerarmsten, maar ook naar slachtoffers van racisme en seksueel misbruik. En naar de geestelijken.
Dat laatste leek niet helemaal naar de zin van de paus, die juist sterk inzet op een gedeelde verantwoordelijkheid van geestelijken en leken. De kerk moet leren denken „van beneden naar boven”, vindt hij, in plaats van andersom.
Franciscus verwees woensdagmiddag in een korte toespraak in de synodehal dan ook naar het belang van het „gelovig volk”, dat „heilig en zondig” tegelijk is. „Een van de kenmerken van dit trouwe volk is zijn onfeilbaarheid”, zei de paus. „Ja, het is onfeilbaar in geloof. En ik leg dat als volgt uit: als je wilt weten wat de heilige moeder, de kerk, gelooft, ga dan naar het magisterium (leergezag van paus en bisschoppen, MS), want het is zijn taak om het je te leren. Maar als je wilt weten hoe de kerk gelooft, ga dan naar het gelovige volk.”
Franciscus haalde uit naar de geestelijkheid, die „uit dit volk voortkomt en het geloof van dit volk ontvangen” heeft, „meestal van onze moeders en grootmoeders”. Geestelijken die hun boekje te buiten gaan en de gewone kerkleden slecht behandelen, ontsieren volgens de paus met hun „machogedrag en dictatoriale houding” het gezicht van de kerk. Hij noemde het „pijnlijk” dat in sommige parochies prijslijsten voor sacramentele diensten hangen. Daarmee wordt de kerk een „supermarkt van het heil en zijn priesters slechts werknemers van een multinational. Dit is de grote nederlaag waar het klerikalisme ons met groot verdriet en tot schande naartoe leidt.”
Rijpe vrucht
„Tamelijk bijzonder”, noemde het enige Nederlandse synodelid, hulpbisschop T.C.M. (Ted) Hoogenboom van het aartsbisdom Utrecht, vrijdag in een persontmoeting de „interventie” van de paus. Een „reprimande” wilde hij zijn woorden niet noemen, maar ze vormen volgens hem wel een bevestiging van wat de bisschoppensynode ook signaleert: op een aantal plekken in de kerk is het klerikalisme „een groot probleem. Jezus Christus is de Goede Herder. We weten ook uit het Oude Testament dat er herders waren die zichzelf op de eerste plaats zetten, en niet de kudde.”
De bisschoppensynode sprak onder meer over de uitoefening van gezag in de kerk en de bestrijding van klerikalisme. „Bijzondere aandacht was er voor de kerk als gemeenschap van gedoopten en voor het belang van catechese en vorming in de rijkdom van de Schrift, de traditie van de kerk en de werken van barmhartigheid.” Gesprekken over de positie van vrouwen en lhbti’ers (zoals lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders) gebeurden „in de context van de uitspraak van de paus dat iedereen welkom is in de kerk”.
Hoogenboom noemde het synodaal proces een „onomkeerbare beweging”. Hij vergeleek dat met het planten van een boom. „Die is in twee jaar tijd behoorlijk stevig gegroeid, en het ziet ernaar uit dat er rijke vruchten komen. Maar ze zijn nog niet rijp voor de oogst.”
Lhbti
Het slotdocument stipt een aantal, maar niet alle hete hangijzers aan. De afkorting ”lhbti” komt er niet in voor, waarschijnlijk omdat die gevoelig ligt bij synodeleden uit onder meer Afrika. Wat omfloerst stelt de synode dat „de antropologische categorieën die we hebben ontwikkeld soms niet voldoende zijn om de complexiteit te vatten van de elementen die voortkomen uit ervaring of wetenschappelijke kennis”. Er is verder gesprek nodig, terwijl iedereen –ook homoseksuelen– in de kerk een „veilige plek” moeten kunnen vinden.
Het document geeft aan dat er verschillende meningen bestaan over het wijden van vrouwen tot diaken. „Sommigen vinden dit onacceptabel, omdat het in strijd zou zijn met de traditie” of een toegeven aan de „tijdgeest” betekent. Anderen vinden echter dat de wijding van vrouwelijke diakens juist „de praktijk uit de Vroege Kerk herstelt” of nodig is vanwege de huidige tijd.
Rode draad in het document is de vraag bij wie in de kerk het gezag ligt. Zo zouden bisschoppen verantwoording aan leken moeten afleggen. Iedere parochie dient een pastorale raad te krijgen, waarin „zowel mannen als vrouwen” zitten.
Na de afsluiting van de bisschoppensynode afgelopen zondag, loopt de „synodale weg” in de verschillende landen weer verder. Dan wordt er op het grondvlak verder gesproken over thema’s uit het slotdocument. In oktober volgend jaar staat een tweede en laatste bisschoppenconferentie gepland, die het voorlopige sluitstuk vormt. De paus zal dan nog zijn goedkeuring aan een tweede en definitief slotdocument moeten geven. Maar als het aan Franciscus en een deel van de geestelijkheid ligt, verandert de Rooms-Katholieke Kerk van gezicht en is ze beter op de toekomst voorbereid.