Moslims zien Joden als daders en zichzelf als slachtoffers
Het huidige islamitische antisemitisme is onder andere het product van een onderbelicht deel van de geschiedenis van de islam. De moslims hebben dringend een herinneringscultuur nodig die opheldert en reflecteert. Ze moeten nauwkeurig kennisnemen van het verleden.
Op 10 oktober was ik onbedoeld getuige van een antisemitische demonstratie in het centrum van de Duitse stad Karlsruhe. Om 18.00 uur kwamen aanhangers van Hamas met Palestijnse vlaggen bijeen op de marktplaats. Het waren vooral jonge mensen en kinderen. Ze riepen „Allahu Akbar” (Allah is groot) en scandeerden anti-Joodse en antisemitische haatleuzen: „Khaibar, o jullie Joden! Mohammeds leger zal spoedig terugkomen.” „Het bloed van de martelaren schreeuwt naar jouw bloed.” „Glorieus zijn de stemmen van de wapens, wij zijn de zonen van Hamas.” „Met ziel en bloed zullen wij ons aan jou, Palestina, opofferen.” In ontzetting ben ik weggegaan.
De anti-Joodse en antisemitische zinsnede „Khaibar, o jullie Joden! Mohammeds leger zal spoedig terugkomen” komt steeds weer voor bij demonstraties tegen Joden en de staat Israël. De uit Iran geïmporteerde raketten waarmee de terreurorganisatie Hezbollah in de zomer van 2006 Israël aanviel, droegen de naam ”Khaibar 1”.
Dat alles is geen toeval. Deze kreet herinnert aan de krijgstocht van de profeet Mohammed en zijn volgelingen tegen de Joodse bewoners van de oase Khaibar in het jaar 628. Deze leus reproduceert een herinneringscultuur. Die wil de historie van de vroege islam in de zevende eeuw doen herleven. Met deze roep nemen de moslimdemonstranten en islamitische terroristen Mohammed als voorbeeld. Daarbij dromen zij over een overwinning op de staat Israël en de Joden. In principe wordt ertoe opgeroepen Joden aan te vallen en te belegeren, mannen te onthoofden en vrouwen en kinderen in slavernij te brengen, zoals dat op bevel van de profeet in de oase Khaibar gebeurde.
Hersenschim
De verdenking ligt voor de hand dat velen onder de demonstranten ook hun solidariteit met en ondersteuning van de terroristische organisatie Hamas tot uitdrukking willen brengen. Deze demonstranten maken expliciet geen onderscheid tussen de terroristen van Hamas en de aangevallen staat Israël, die zich tegen de terreur verdedigt met tegenaanvallen. Feitelijk misbruiken de islamitische terroristen de eigen bevolking als schild en verhinderen ze velen om Gaza te verlaten.
Deze demonstranten reppen met geen woord over de barbaarse moord die Hamas pleegde op meer dan duizend Israëlische burgers. Noch over de ruim 200 mensen, onder wie vrouwen en kinderen, die Hamas in gijzeling nam. Zo wordt deze bloedige escalatie gerelativeerd en worden Hamas en Israël, dat zich daartegen verdedigt, op hetzelfde niveau geplaatst. De staat Israël wordt als de belichaming van het kwaad voorgesteld. Een kwaad dat moet worden vernietigd. De moslims gelden als slachtoffers die beschermd moeten worden.
Deze opvatting bevestigt de hersenschim van de slachtofferrol van de moslims en hun samenzweringstheorieën. Ze berust op één uitgangspunt: de Joden zijn de daders en de moslims zijn de slachtoffers. Schuld aan de misère van de moslims in de gehele wereld dragen ook de Joden. En daarmee worden de Joden de belichaming van de eeuwige vijand die de moslims bedreigt. De Joden zijn de bedreigers en daarmee de daders. De moslims zijn de bedreigden en daarmee de slachtoffers. Deze dualiteit bepaalt vandaag, meer dan ooit, het denken en handelen van veel moslims wereldwijd .
Koran
Een politieke oplossing van het conflict in het Midden-Oosten zal het islamitische antisemitisme niet laten ophouden. Dat zou een wensdroom blijken. De oorzaken van het islamitische antisemitisme liggen immers verankerd in de Koran en de traditie van de profeet Mohammed als canonieke bronnen. Het politieke optreden van Mohammed vormt het richtsnoer.
In de Koran worden de Joden beschreven als ongelovigen, op wie de vloek van Allah rust zolang zij zich niet tot de islam bekeren. De Joden zouden het verbond dat ze met Allah gesloten hadden, hebben gebroken. Zij hadden gezamenlijk gezondigd en de geboden van Allah overtreden. De Joden zijn afgedwaald. Hun hart is harder dan steen. Velen van hen zijn heiligschenners.
In de Koran valt ook te lezen dat de toorn van Allah op hen gekomen is omdat zij niet in zijn openbaring geloofden en zijn profeten doodden. De Koran beweert eveneens dat de Joden het woord van Allah verdraaiden. Een extreme belastering van de Joden is het motief uit de Koran dat Allah de Joden vanwege hun zonden en dwaasheid in dieren veranderde, in „afschuwelijke apen”. Op een andere plaats in de Koran worden Joden en christenen gewaarschuwd en herinnerd aan het feit dat Allah anderen uit hun gelederen heeft vervloekt en „tot apen en zwijnen” heeft gemaakt.
In 624 begon in Medina een nieuwe periode in het leven van de profeet Mohammed. Een tijdperk van gewelddaden waarin hij de macht van het woord verenigde met de macht van het zwaard. Twee Joodse stammen werden op bevel van de profeet uit Medina verdreven. In april 627 werd een derde Joodse stam, de Banu Quraza, het slachtoffer van een massamoord. De Koran spreekt daar openlijk over. Slechts de Joden die zich tot de islam bekeerden, bleven leven. Ongeveer 600 Joodse mannen werden geëxecuteerd. Hun bezittingen werden onder de moslims verdeeld en hun kinderen en vrouwen werden als slaven verkocht.
Buitensluiting
Het moet duidelijk worden gezegd dat de politiek-juridische Koran, de traditie van de profeet Mohammed en zijn handelen als politiek hoofd van de religieuze gemeenschap de grondslag zijn van het anti- judaïsme en de Jodenhaat. Tot in de details is de discriminering van Joden geregeld. In feite gaat het om hun maatschappelijke buitensluiting, onder moslimheerschappij, met als basis de voorschriften van de tweede kalief Omar (634-644).
Weliswaar kan niemand ontkennen dat er historische periodes waren waarin het de Joden onder moslimheerschappij goed ging, maar dat is geenszins doorlopend het geval geweest. De ”gelukkige Jood” uit een islamitische geschiedenis –geen vervolgingen, pogroms en verdrijvingen– is niets anders dan een mythe.
Islamitisch anti-judaïsme bestaat niet pas sinds de stichting van de staat Israël. De arts en filosoof Maimonides (1138-1204) schreef al: „Geen volk heeft ooit Israël meer leed berokkend. Niemand heeft ons meer vernederd. Niemand heeft ons meer gepoogd te onderdrukken zoals zij dat gedaan hebben.” Daarmee bedoelde hij de moslims.
Auschwitz
Het huidige islamitische antisemitisme is onder meer het product van een onderbelicht stuk geschiedenis van de islam. De moslims hebben daarom dringend een herinneringscultuur nodig die opheldert en reflecteert. Dit kan op twee manieren: 1. doordat de huidige en komende generaties nauwkeurig en volledig kennisnemen van het verleden, van de manier waarop moslims sinds 624 met Joden zijn omgegaan; 2. door een kritische, reflecterende benadering en verwerking van de geschiedenis van de islam. Daarbij horen absoluut een bestrijding van het islamitische antisemitisme in het religieuze onderwijs voor moslims, evenals excursies van moslimleerlingen naar gedenkplaatsen van de Shoah, bijvoorbeeld Auschwitz. Ook de dialoog tussen Joden en moslims in synagogen en moskeeën kan veel wonden helen en de weg naar een vreedzaam samenleven effenen.
De auteur is islamwetenschapper en auteur van het boek ”Die Juden im Koran. Ein Zerrbild mit fatalen Folgen” (Claudius Verlag, mei 2023).