Na de bloedige aanval van Hamas op 7 oktober was al snel duidelijk dat Israël tot een invasie van Gaza zou besluiten. De grimmige belofte van de regering-Netanyahu om eens en voor altijd met de Palestijnse terreurbeweging af te rekenen, vereist nu eenmaal de inzet van grondtroepen.

Die grondoorlog leek een week na het bloedbad op punt van beginnen te staan. Israël gaf inwoners van het noordelijke deel van de Gazastrook 24 uur de tijd om naar het zuiden te vluchten. Alles wees erop dat het leger na het verstrijken van die deadline het gebied binnen zou trekken. Niets bleek minder waar.

Politiek en legertop in Israël blijven benadrukken dat er hoe dan ook een grondoorlog komt en dat de voorbereidingen daarvoor hun voltooiing naderen. Minister van Defensie Galant hield zijn troepen vorige week nog voor dat zij nu Gaza van een afstand zien. „Maar spoedig zullen jullie het van binnenuit bekijken.” Aan een voorspelling over de start van het offensief waagt echter niemand zich meer.

Intussen groeien de speculaties over de redenen voor het uitblijven van de grondoorlog. Aanvankelijk had Israël tijd nodig om de 360.000 reservisten die het had opgeroepen van wapens en uitrusting te voorzien en in positie te brengen. Die operatie is inmiddels zo goed als voltooid. Voor het moreel van deze troepen zal te lang wachten niet gunstig zijn.

Een tweede argument was dat de Israëlische luchtmacht zoveel mogelijk dreigingen wilde uitschakelen voor de grondtroepen aan hun missie beginnen. Nog altijd bestookt Israël vele tientallen doelen per dag, maar die voegen volgens militair analisten op dit moment geen beslissend tactisch voordeel meer toe.

Momenteel zijn er feitelijk nog twee belangrijke argumenten waarom het grondoffensief niet van start gaat. Internationaal is er forse druk op Israël om nog even te wachten, om zo meer de kans op vrijlating van gijzelaars in de Gazastrook te bieden. Afgelopen vrijdag liet Hamas twee Amerikaanse gijzelaars vrij.

Een andere reden is de humanitaire situatie in het gebied. Inmiddels zijn enkele tientallen vrachtwagens met hulpgoederen vanuit Egypte in Gaza aangekomen, maar volgens hulpverleners is er veel meer nodig. En Israël dringt er nog steeds op aan dat Palestijnen vanuit het noorden van de kuststrook naar het zuiden trekken. Aan die oproep hebben zo’n 700.000 inwoners gehoor gegeven. De verwachting is dat er niet veel meer zullen volgen.

Dat zou betekenen dat het Israëlische leger bij een grondoffensief nog altijd met grote aantallen burgers te maken zal krijgen. In combinatie met te verwachten verliezen aan Israëlische zijde, is de huiver om Gaza binnen te trekken begrijpelijk.

Minister Galant zette eind vorige week de drie voorziene fases van de strijd tegen Hamas uiteen. Momenteel is de eerste fase –luchtaanvallen, gevolgd door een grondoffensief– aan de gang. De tweede fase zal bestaan uit gevechten „met een lagere intensiteit” om de laatste verzetshaarden op te ruimen. De laatste fase zal het „vestigen van een nieuw veiligheidsregime in Gaza” omvatten. Wat dat precies inhoudt, maakte de bewindsman niet duidelijk.