Bij het woord ”buitenspelen” komen warme herinneringen aan lange woensdagmiddagen naar boven. Gevuld met schatzoeken, varen en hutten bouwen. Als je ouder wordt, lijkt die tijd voorbij. Een beeldscherm verdringt het spel en de dagen zijn gevuld met ‘belangrijker’ zaken. Maar waarom is en blijft het nodig om toch met regelmaat een frisse neus te halen?
Een pas op de plaats tussen de zomer- en kerstvakantie: de herfstvakantie. Wat extra tijd voor een middag scrollen op Instagram, voor het afstruinen van Marktplaats en voor het kijken naar tientallen vlogs van een favoriete influencer. Maar maak vooral eens wat extra tijd voor een middag buitenspelen. Ook als je geen kind meer bent. Juist dan.
In de meeste gevallen staat buitenspelen gelijk aan bewegen. Rennen naar de beste verstopplek, klimmen naar de boomhut of fanatiek achter een voetbal aan draven. Een middag buitenspelen levert de hersenen genoeg brandstof op om actief en gezond te blijven.
Bewegen zorgt ervoor dat het hart beter in staat is om ervoor te zorgen dat de doorbloeding van de hersenen goed verloopt. De hersenen krijgen de zuurstof en de voeding die ze nodig hebben om goed te functioneren en de communicatie tussen de verschillende hersengebieden en -cellen zonder problemen te laten verlopen, legt Erik Scherder in zijn boek ”Laat je hersenen niet zitten” uit. Hij is hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. „Door genoeg te bewegen verklein je de kans op een hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. En dat zorgt er weer voor dat je minder kans hebt op het krijgen van dementie”, zegt Scherder.
Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken blijkt gelukkig ook dat de gevolgen van te weinig beweging niet onomkeerbaar zijn. De executieve functies van mensen met een inactieve levensstijl verbeteren op het moment dat zij meer gaan bewegen. Plannen en het nemen van initiatief zijn voorbeelden van deze executieve functies.
Bewegen zorgt daarnaast voor een toename van zogeheten neurotransmitters: stofjes die signalen doorgeven van de ene naar de andere zenuwcel. Een van die stoffen is endorfine. Dit hormoon vermindert angst en maakt minder gevoelig voor pijn.
Dopamine, een ander stofje dat vrijkomt als je beweegt, is op haar beurt verantwoordelijk voor een goed humeur, concentratie en motivatie. Het hormoon zorgt voor een geluksgevoel en wordt door de hersenen afgegeven als beloning.
Een tekort aan dopamine kan voor vermoeidheid, een somber gevoel of onrust zorgen. Suiker en cafeïne lossen een tekort tijdelijk op. Maar voldoende bewegen en een goede nachtrust zijn toch een meer bestendige oplossing.
Het fijne gevoel dat een dopaminebeloning geeft, kan een bijna verslavende werking hebben. Het gedrag dat voor die beloning zorgde, vraagt om herhaling. Geen probleem als het gedrag ”beweging in de frisse buitenlucht” betreft. Maar ook bij het gebruiken van sociale media, het doen van computerspellen of het kijken van films geven de hersenen dopamine af. Een beeldschermverslaving ligt op de loer.
Ontwerpers van computerspellen maken slim gebruik van die behoefte aan dopamine. Onverwachtse beloningen in een spel of een overwonnen uitdaging belonen de speler met een geluksgevoel. Uit het onderzoek ”Nederlandse Health Behaviour in School-aged Children”, dat in 2021 voor de zesde keer werd uitgevoerd, bleek dat 13 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs 24 uur per week of meer gamet. Bij 3 procent van de middelbareschoolleerlingen was het gamegedrag problematisch.
Stress
Het hormoon serotonine hoort ook in het rijtje neurotransmitters. Deze stof is belangrijk voor zelfvertrouwen en zelfbeheersing. Ook dempt serotonine de effecten van het stresshormoon cortisol. Een hormoon dat je nodig hebt om te kunnen presteren, maar dat in een te grote hoeveelheid voor problemen zorgt. Moeilijk in slaap kunnen komen, somberheid of en hoofdpijn zijn daar voorbeelden van.
Niet alleen beweging, maar ook de natuur zorgt voor een verlaging van het stresshormoon. De natuur biedt je hersenen een voorspelbaarheid die kalmte met zich meebrengt, ontdekte omgevingspsychologe Agnes van den Berg. Een grasveld is bijvoorbeeld een prettig patroon van sprietjes. Dat kalmeert. Een fijne bijkomstigheid? Zonlicht zorgt voor een aanmaak van vitamine D en die speelt op zijn beurt weer een rol in de productie van dopamine.
Genoeg redenen om eens wat vaker het beeldscherm aan de kant te schuiven en om met de neus in de wind de strijd tegen een overmaat aan cortisol aan te gaan.