De regering van president Joe Biden staat vierkant achter Israël. Maar binnen zijn eigen partij en bij de Republikeinen klinken kritische stemmen, waaronder die van oud-president Donald Trump.
In een toespraak afgelopen woensdag beschuldigde Trump de Israëlische premier Benjamin Netanyahu ervan Amerika in 2020 in de steek te hebben gelaten toen de Verenigde Staten een Iraanse topgeneraal uitschakelden. Trump suggereerde dat het beleid van Biden en het Israëlische leiderschap de Libanese terreurorganisatie Hezbollah hielpen bij het plannen van aanvallen: hij noemde Hezbollah „heel slim”. Donderdag zei Trump in een interview dat Israël „niet voorbereid hoefde te zijn” als hij nog in het Witte Huis zat. Bovendien zette Trump de Israëlische minister van Defensie in schunnige woorden als incompetent weg.
De woordvoerder van het Witte Huis veroordeelde onmiddellijk de opmerkingen van Trump als „gevaarlijk, onmenselijk en absurd” en zei dat de oud-president „totaal van de realiteit was losgezongen”.
Prominente Republikeinen keurden de uitspraken van Trump scherp af. Voormalig vicepresident Mike Pence zei donderdag in een interview bij het programma ”New Hampshire Today” dat men nu vierkant achter Israël moet staan. „Hezbollah is niet slim, ze is slecht.” Trump beweerde ook dat Vladimir Poetin een genie was toen Rusland Oekraïne binnenviel met „een soortgelijke niet-uitgelokte, gewetenloze invasie”, aldus Pence. „Alle schuld ligt bij Hamas en destijds bij het Russische leger. Zij moeten ter verantwoording worden geroepen.”
Gymnastiek
Ook de Republikeinse presidentskandidaat Ron DeSantis keert zich tegen Trump. Hij vindt het ongepast om nu Netanyahu en de Israëlische minister van Defensie aan te vallen. „Het maakt niet uit welke retorische gymnastiek Trumps campagneteam uitvoert in een poging hem weer te dekken. Niemand kan ontkennen dat Trump zijn ware aard liet zien door de Israël te beledigen en een compliment te geven aan een terroristische groepering die een ernstige bedreiging vormt voor zowel Israëliërs als Amerikanen”, aldus DeSantis.
Chris Christie, voorheen Trumps vertrouweling en nu als presidentskandidaat diens criticaster zei: „Wat doet Trump? Hij prijst de moordenaars en valt Israël aan vanwege kleine persoonlijke grieven.”
Trumps oud-ambassadeur in Israël, David Friedman, distantieerde zich ook van zijn vroegere baas. „Ik blijf kritisch op de regering-Biden, maar de morele, tactische, diplomatieke en militaire steun die zij Israël de afgelopen dagen boden was uitzonderlijk”, schreef hij op X.
Andere Republikeinen verdedigen Trump. Partijstrateeg Ford O’Connell zei deze week: „Trump wordt onder Republikeinse kiezers als gouden standaard gezien als het gaat om buitenlands beleid. Tijdens zijn regering waren er geen oorlogen en was het stabiel in de wereld, vooral in het Midden-Oosten.”
De regering-Trump speelde een sleutelrol bij het bemiddelen in de Abraham-akkoorde: een overeenkomst uit 2020 om de diplomatieke betrekkingen tussen Israël, de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein te normaliseren. Ook verplaatste Trump de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem. De oud-president sprak woensdag dat hij Israël blijft steunen.
Palestijnen
Ook bij de Democraten, de partij die gesteund wordt door progressieve Joden, zijn er critici. De linkerflank vraagt nadrukkelijk aandacht voor de situatie van Palestijnen. Alexandra Ocasio-Cortez, Democratisch lid van het Huis van Afgevaardigden, laakte de onverdraagzaamheid en ongevoeligheid jegens Palestijnen. Haar collega’s Rashida Tlaib en Cori Bush stelden deze week voor de steun aan „het apartheidsregiem van Israël” in te trekken. Tlaib noemde de aanval van Hamas „een daad van verzet.”
De voormalige Joodse presidentskandidaat en onafhankelijk senator Bernie Sanders, die voorheen botste met pro-Israëlische Democraten, bracht woensdag een verklaring uit waarin hij stelde dat Hamas een „terroristische aanval op Israël” pleegde die „gruwelijke gevolgen” kan hebben. Hij verwees ook naar „rechtvaardigheid voor het Palestijnse volk”. De aanval van Israël is „een ernstige schending van het internationaal recht”, stelde hij. „Deze aanval is een grote tegenslag voor elke hoop op vrede en verzoening in de regio en gerechtigheid voor het Palestijnse volk.”
