Tranen bij terugkeer op vliegbasis Eindhoven
Na dagen van onzekerheid sluiten ouders en kinderen elkaar in de armen. Woensdagavond laat landde een Defensietoestel met aan boord bijna 200 Nederlanders vanuit Israël op de militaire vliegbasis in Eindhoven.
Broertjes en zusjes drukken hun hoofd tegen het glas van de aankomsthal. Dochters pinken een traan weg. Vaders houden de Flightradar-app in hun trillende hand. „Nog één minuut, dan landen ze!” Het blijft donker buiten. Soms duren enkele minuten uren. Dan, om 22.10 uur, stijgt een gejuich op. Mensen klappen: daar zijn ze. Een moeder slaat een arm om de schouder van een huilende lotgenoot.
Eindelijk, na dagen van onzekerheid, zijn ze veilig terug. Terug uit het land waar het ineens oorlog was. Waar de dreiging hen tot op het allerlaatste moment op de nek zat. Toen de evacués woensdag op het vliegveld van Tel Aviv stonden te wachten, ging het luchtalarm af. Binnen drie seconden lag iedereen plat op z’n buik. Het geschut vloog over. Knallen klonken. En na een paar minuten krabbelde iedereen weer overeind.
Omdat het vliegveld onder vuur lag, kon het Defensietoestel pas later landen op Ben-Goerion. Als de passagiers aan boord stappen, hangt er een vreemde stilte. De gespannen sfeer blijft als de wielen loskomen van de grond, zelfs zolang het vliegtuig boven Israëlisch luchtruim is. Pas als de piloot koers zet richting Griekenland, vervliegt de spanning. Ze zijn bevrijd.
Nu kunnen ze zingen. ’k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God – in canon. Hine Ma Tov, het sabbatslied van de Joden. En: Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen. De bemanning vraagt of ze niet méér kunnen zingen.
In de aankomsthal op de vliegbasis in Eindhoven wachten families. De opluchting spat haast van het gezicht van Albertien Veldhuijzen. Ze heeft zo „enórm” in spanning gezeten over haar zoon, die met de Guido de Brès in Israël zat. „Al vanaf het moment dat ik over de aanvallen hoorde. Mijn man zei gelijk: Het is goed mis.” Haar zoon zat minder over de dreiging in. „Hij maakte er grapjes over. Ik zei tegen hem: De Heere moet je wel bewaren, hè.” Wat haar hielp was een ouderbijeenkomst op school dinsdagmiddag. „Dan zie en spreek je moeders die in hetzelfde schuitje zitten.”
Zaterdagavond was het moeilijkste moment, vonden Bas en Tanja Hooghwerff. „Toen werd duidelijk dat de groep het land niet uit kon.” In de spannende dagen die volgden, konden ze gelukkig appen en videobellen met hun dochter die in Jeruzalem en Tiberias zat.
Ieder gaat op zijn eigen manier om met de onzekerheid, weet Rob Boersma als geen ander. Hij wacht op zijn vrouw, deeltijdstudent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). „Afgelopen dagen zat ik met een emotionele dochter én met nuchtere zoons die alles relativeerden.” Zelf probeerde hij de botsende gevoelens in het gezin te managen. „Meestal doet de moeder dat, hè.”
Zelf beleefde Boersma ook een spannend moment, afgelopen maandag. „Ik kreeg m’n vrouw niet meer te pakken. Ze nam maar niet op. Net nadat we gehoord hadden dat in de buurt twee raketten waren neergekomen. Toen heb ik me wel echt zorgen gemaakt.” Wat bleek: zijn vrouw was zo moe dat ze buiten op een bankje in slaap was gesukkeld.
Ondergaande zon
Geertje Messemaker was er niet gerust op voordat het Defensietoestel de lucht in was. Samen met drie dochters en een schoonzoon haalt ze haar man op, die als docent mee is met de Guido-groep. „Ik was tot het laatste moment bang dat het vliegtuig tóch niet zou opstijgen. En dan krijg je ineens een appje dat iedereen plat op de grond ligt…”
De terugkeer geeft het gezin een dubbel gevoel. „Veel mensen kunnen niet weg. Je voelt je bijna schuldig om de blijdschap dat onze vader wél thuis kan komen”, zeggen Annegreet en Mariëtte. Hun moeder knikt. „De situatie daar zit je in de weg om ongeremd blij te zijn.” Het was op het nippertje dat de groep weg kon, beseften ze, toen ze lazen over nieuwe aanvallen in het noorden.
Het duurt lang voordat alle passagiers de trap van het vliegtuig af zijn. En nog langer voordat ze hun geliefden in de armen kunnen sluiten. Mensen verdringen zich voor de dichte deuren in de aankomsthal. Een ouderpaar uit Barneveld staat met een bos bloemen in de hand, bestemd voor hun dochter die met de CHE naar Israël afreisde. Ze laten een foto zien die de studente vlak voor vertrek stuurde: van een ondergaande zon die haar stralen over de vleugel van het vliegtuig laat vallen. De vader, die niet met naam in de krant wil, schreef eronder: „De zon gaat onder voor het aardse Israël… Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan.”
De ouders hoorden van de studenten dat zij de afgelopen dagen als samenbindend hebben ervaren. In het klooster waar ze verbleven konden ze volgens hen ook veel betekenen voor de Guido-leerlingen. „Ze zijn veel met het geloof en levensvragen bezig geweest. Het gaat er juist op zo’n moment om op welk fundament je staat.”
Mooiste cadeau
Bij de deur staan mensen tegen elkaar gedrukt om de eerste glimp van hun geliefde maar niet te missen. Slechts een smal paadje tussen de massa biedt doorgang aan de reizigers en hun rolkoffers. „Een erehaag”, noemt iemand het. Met recht, want de evacués worden onthaald met applaus en gejuich. Mensen vliegen elkaar om de nek.
Ook Theo en Nanny Hijink drukken hun dochter Karin tegen zich aan. Ze was met haar man René en een bevriend stel op vakantie in het heilige land. Haar vader, die vrijdag jarig is, straalt. „Dit is het mooiste cadeau wat ik kan krijgen.”
Ja, de ouders hebben er erg over in gezeten. „Ze waren geen moment uit onze gedachten”, zegt Nanny. „We hebben veel gebeden. Maar garantie op terugkeer heb je niet.” Ze realiseert zich: „Er zijn ook ouders van wie de kinderen gegijzeld zijn. Of vermoord.”
Wel drie vluchten hadden Karin en René Woltenbrug geboekt voor de terugreis. Allemaal werden ze geannuleerd. Uiteindelijk konden ze met het repatriëringstoestel mee. „Het was spannend op Ben-Goerion”, vertelt Karin. „Je hebt al je spullen ingeleverd, maar je denkt steeds: staan we wel echt op de lijst? En dan nog dat luchtalarm dat afging.” René: „Je moet je voorstellen dat er dan binnen drie tellen duizenden mensen met hun neus tegen de grond liggen.” Karin: „Ik ben gaan bidden.”
Niet voorbij
Ook Guido-leerling Marianne Hooghwerff, de dochter van Bas en Tanja, is opgelucht. Het luchtalarm op Tel Aviv was „effe eng”. „Ik schrok wel. Sommige mensen gingen huilen, anderen lachten een beetje.”
De afgelopen dagen waren spannend voor de scholiere. „We wisten niet hoe het zou lopen.” Ze staart even voor zich uit. „Voor de mensen in Israël is het nog niet voorbij.”