Glyfosaat kan schadelijk zijn voor de volksgezondheid en de natuur. Maar verbieden kan óók nadelige gevolgen hebben. Met die tegenstrijdige boodschap van deskundigen moest de Tweede Kamer het woensdagmiddag doen.
Het is intussen een jaarlijks terugkerend voorjaarsritueel. In april kleurt menig landbouwperceel oranje, waarop telkens weer een hoogoplopend debat ontstaat over de veroorzaker van die typische kleur.
Dat is glyfosaat, een onkruidverdelger die in de landbouw veel wordt toegepast. Het zichtbaarst is dat in het voorjaar: de wintergewassen, die dienen om de bodemkwaliteit te verbeteren, maken dan weer plaats voor de zomerteelt.
Parkinson
Glyfosaat ligt al jaren onder vuur, omdat het de biodiversiteit in de omgeving aantast. Maar vooral ook omdat de gevolgen voor de volksgezondheid steeds meer onder een vergrootglas komen te liggen. Een aantal recente studies legt een verband tussen blootstelling aan glyfosaat en het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson.
„Daar is nog geen sluitend bewijs voor”, benadrukte neuroloog Bas Bloem van de Radboud Universiteit in Nijmegen. „Maar we weten wel dat er vier individuele gevallen zijn van mensen die aan een hoge dosis zijn blootgesteld én vrij snel daarna Parkinson kregen. Bovendien is het biologisch een plausibel verband.”
Bloem was één van de twaalf deskundigen en betrokkenen die woensdag hun visie op glyfosaat mochten geven in de Tweede Kamer. Nederland moet nog dit jaar beslissen of het instemt met het Europese plan om boeren ook de komende tien jaar groen licht te geven om glyfosaat te gebruiken. Bloems advies: doe het niet. We weten nu onvoldoende of het middel wel veilig is, was zijn conclusie. En dan geldt het voorzorgsprincipe: bij twijfel niet inhalen.
Naast Bloem zat Ingrid Becks- Vermeer, directeur van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Die instantie beoordeelt de veiligheid van pesticiden in de landbouw. „Op wetenschappelijke gronden kunnen we positief oordelen over het opnieuw toelaten van glyfosaat”, concludeerde zij. Er is nu geen methodiek om stoffen te testen op een verband met Parkinson. „Maar onze toetsingskaders zijn uitgebreid en streng. Onze conclusie nu is dat we geen zorgen en geen bewijs hebben.”
Ook vanuit het perspectief van landbouw en bodem kregen de Kamerleden twee tegengestelde visies te horen. Pieter de Wolf, praktijkonderzoeker op het gebied van duurzame landbouw aan de universiteit in Wageningen (WUR), zei dat een verbod op korte termijn waarschijnlijk meer kwaad dan goed doet.
Effectief
„Glyfosaat is een noodzakelijk kwaad”, redeneerde De Wolf. Maar soms is het óók het duurzaamste alternatief om de grond op tijd geschikt te maken voor een nieuwe teelt. „Het alternatief is dat je de grond intensief moet bewerken en verstoren”, redeneerde hij. Dat kost veel brandstof en is óók niet best voor het bodemleven. Terwijl glyfosaat snel en effectief is tegen alle onkruid. „Bij een verbod op glyfosaat zullen boeren alternatieve middelen gaan gebruiken. Die werken vaak maar tegen één soort en zijn vaak giftiger dan glyfosaat.” Bovendien is glyfosaat soms de enige remedie. Zo is het vaak erg schadelijk als aardappelplanten uit een vorig jaar weer opkomen tussen een nieuw gewas. „Andere middelen zijn daar niet effectief.”
De Wolfs collega bij de Wur, Violette Geissen, plaatste daar weer een heel andere lezing tegenover. „Weet u wat glyfosaat is?”, vroeg zij de Kamerleden. Een antibioticum, was het antwoord. Ooit bedoeld om bacteriën te doden. Dat doet het spul nog steeds, benadrukte zij. „Het doodt niet alleen onkruid, maar ook schimmels en bacteriën. In de bodem, maar ook in de darmflora van vogels en bijen. En van onszelf.” Bovendien is glyfosaat overal, benadrukte Geissen. Het waait soms honderden kilometers weg. Mensen krijgen het merendeel zelfs niet via voeding binnen, maar via huisstof.
Landbouwminister Piet Adema maakt naar verwachting binnen enkele dagen duidelijk of hij voor of tegen de nieuwe Europese toelating van glyfosaat stemt. Gebruikelijk is dat hij daarbij het advies van het Ctgb volgt. Maar in dit geval ligt er óók al een eerdere motie van de Tweede Kamer die hem tot een tegenstem verzoekt.