Evangelist uit Siberië bij Friedensstimme: Christenen zijn onze goudmijn in Evenkië
„Ik leefde zoals ik dacht dat het goed was. De mensen kenden mij als een boosaardig persoon. Ik was immers als een Saulus, maar door Gods genade was ik een Paulus geworden. De Heere heeft mij naar Hem toe getrokken.”
Dat zei Nikolaj Soechanov zaterdag op de ontmoetingsdag van de stichting Friedensstimme in de Veluwehal in Barneveld. De dag had als thema ”Daar zijn geen grenzen” en werd door ruim 2000 belangstellenden bezocht.
Soechanov dient als evangelist in de nederzetting Teya, op de grens van de provincie Evenkië, in het hart van Siberië. In Evenkië wonen minder dan 20.000 mensen. Er werken zes evangelisten die door Friedensstimme worden ondersteund. Velen van hen werken er al jaren op eenzame posten en in barre omstandigheden.
Soechanov leefde voor zijn bediening zoals hij dacht dat het goed was. „Maar de Heere heeft mij bezocht en naar Zich toe getrokken.” Nu neemt hij allerlei initiatieven om mensen te bereiken met het Evangelie. Voorzichtig neemt hij waar dat de Heere zijn bediening zegent.
Toen Soechanov na zijn jeugd weer naar de kerk ging, kenden ze hem als een boosaardig persoon. „Ik was immers als een Saulus geweest. Maar door Gods genade was ik een Paulus geworden.”
Soechanov reist soms 400 tot 900 kilometer om in de dorpen mensen te bezoeken met het Evangelie. „We wonen in Evenkië. Daar zijn veel goudmijnen. Onze goudmijn zijn de christenen daar”, zei hij. „Verder ervaar ik kracht te ontvangen uit Jezus’ opdracht uit Handelingen 1:8: „Gij zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen en Mijn getuige zijn…tot aan het uiterste der aarde.”
Zendingsbevel
Ds. P. den Ouden, die begin dit jaar ds. A. van der Zwan is opgevolgd als voorzitter van Friedensstimme, stond in zijn openingswoord stil bij het zendingsbevel: „Gaat dan heen, onderwijst alle volken….tot aan het einde der aarde.”
„Jesaja moest het volk terugbrengen tot de Heere, maar het volk wilde niet luisteren. Alles lijkt tevergeefs. De evangelisten werken jaren tevergeefs, zo lijkt het soms. Het zijn geen succesverhalen. Mensen zijn vaak niet geïnteresseerd. Jesaja schrijft echter: „Nochtans zal Ik verheerlijkt worden… Mijn God zal Mijn sterkte zijn”. Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht. Daar mogen de evangelisten zich aan vasthouden.”
Ds. J.A. van den Berg, predikant in Sint Anthoniepolder, stond in zijn openingswoord tijdens de middagbijeenkomst stil bij de 2 Korinthe 12: 9: „Mijn genade is u genoeg.” „Paulus had een scherpe doorn in zijn vlees. Wat dat geweest is, weten we niet. Drie keer heeft hij gebeden of de Heere die doorn in zijn vlees zou wegdoen. Dat gebeurde niet. Waarom niet? Omdat ik mij niet zou verheffen. Zo kan het ook over u en mij gaan. Mijn genade is u genoeg”, zei ds. Van den Berg.
Wonderen
In plaats van de aangekondigde Nikolaj Serin uit Navoi in het zuiden van Oezbekistan –hij kreeg geen visum– getuigde Gennadi Aleksajev, uit een dorpje bij Odessa in Oekraïne, over Jesaja’s woorden uit hoofdstuk 9:4: „Zijn naam is Wonderlijk.”
„Het is wonderlijk hoe de Heere mij heeft klaargemaakt om het Evangelie te verkondigen”, zei Aleksajev. In een dorpje bij Odessa weidde hij koeien in het bos. Thuisgekomen ging hij zwemmen met zijn kleine broertje in de rivier. Hij had zijn moeder beloofd goed op hem te passen, want de jongen kon niet zwemmen. Hij vergat zijn broertje, die bijna verdronk. „Toen heb ik voor het eerst gebeden”, zei hij. Zijn broer is nu ook evangelist.
Het tweede moment was toen hij een kaart uit Nederland kreeg met de tekst: Jezus wil dat je gaat arbeiden in Zijn wijngaard. „Een teken dat Zijn naam Wonderlijk is.” Aleksajev mag nu als zestien jaar werken in Gods wijngaard. „Hij is Wonderlijk en doet ook wonderen.”
De ontmoetingsdag werd opgeluisterd door een samengesteld koor en orkest uit Büdingen, Hennef, Schloβ Holte en Sankt Augustin (Duitsland) met Russisch-Duitse zang en muziek.