Amerikanen en VN botsen over genocide Darfur
Het was al lang duidelijk dat de Amerikaanse regering en de Verenigde Naties nog eens zouden botsen over het internationaal strafrecht. Het is zelfs een dubbele botsing geworden. Het gaat niet alleen om de belangrijke (juridische én politieke) vraag of er in Darfur sprake was van volkerenmoord, maar ook of de schuldigen al dan niet voor het Internationaal Strafhof moeten komen.
De Verenigde Staten en de Verenigde Naties zijn het erover eens dat de misdaden in Sudan afschuwelijk zijn. Ook is er geen verschil van mening dat de misdrijven moeten worden bestraft door een internationaal hof.
In het rapport dat vijf internationale deskundigen schreven op verzoek van VN-topman Kofi Annan wordt klip en klaar gesteld dat er in heel Darfur sprake was van „lukrake aanvallen, inclusief het vermoorden van burgers, marteling, gedwongen verdwijning, vernietiging van dorpen, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, plunderingen en gedwongen verplaatsing.” En dit geweld was „wijdverbreid en systematisch.” De commissie noemt dit zonder omhalen misdaden tegen de mensheid.
Maar kan het dan erger dan dit? Ja, want bij genocide (volkerenmoord) wordt gemoord en verkracht vanuit de doelbewuste intentie om een andere (etnische, religieuze of raciale) groep te vernietigen. En voor deze „genocidale drijfveer” ziet de commissie geen bewijs in Darfur, waar in twee jaar tijd 70.000 mensen de dood hebben gevonden en bijna 2 miljoen mensen op de vlucht zijn.
De Amerikaanse regering is er echter wel van overtuigd dat er in de Sudanese regio sprake was (en misschien nog steeds is) van genocide. Colin Powell, minister van Buitenlandse Zaken, zei in september voor de commissie buitenlandse betrekkingen dat zijn departement de zaak in het land zelf had onderzocht en conclusies had getrokken: „Wij geloven dat het bewijs een bevestiging is voor de specifieke intentie van de daders om een groep in zijn geheel of een deel ervan” te treffen, aldus Powell.
Het VN-rapport dat deze week verscheen, bracht de Powells opvolger Rice niet op andere gedachten. „Wij blijven bij onze conclusie dat er in Darfur sprake was van volkerenmoord”, zei Rices woordvoerder. „De feiten in het commissierapport ondersteunen die zienswijze.” Deze keer zijn internationale mensenrechtenorganisaties op de hand van de Amerikanen.
Het lijkt een juridische haarkloverij of de vraag of er al dan niet van een „intentie” sprake was. Toch is de zaak niet zonder politiek gewicht. Als de VN concluderen dat er in Darfur sprake was van volkerenmoord, zouden de VN volgens het eigen handvest verplicht zijn daar in te grijpen. En zolang er ’slechts’ misdrijven tegen de mensheid plaatsvinden, blijft de afstand wat groter. Het ligt daarom voor de hand dat er over deze conclusie van de commissie vooraf druk overleg is geweest met VN-topman Kofi Annan en de belangrijkste lidstaten van de Veiligheidsraad.
Ook op een ander, meer praktisch punt zijn de rapportschrijvers en de Amerikaanse regering het niet eens. Het rapport adviseert de Veiligheidsraad de zaak „onmiddellijk” door te sturen naar het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. De situatie is namelijk „een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid.”
De Amerikaanse regering vindt echter dat dit in Afrika moet worden opgelost. Op basis van de structuur en ervaring van het Rwanda-tribunaal in het Tanzaniaanse Arusha zou de Afrikaanse Unie kunnen laten zien wat ze waard is. Uit angst voor politiek gemotiveerde vervolgingen -bijvoorbeeld tegen Amerikaanse soldaten in Afghanistan en Irak- zijn de Amerikaanse regeringen al vanaf de oprichting in 2002 tegen het ICC geweest.
Er is wel een route om de Amerikanen mee te krijgen in een Sudanese zaak voor het ICC. Het belangrijkste bezwaar van de VS is dat niet de VN-Veiligheidsraad, maar de aanklager van het strafhof zelf zou beslissen welke zaken vervolgd moeten worden. Maar in deze kwestie zou het juist wel de Veiligheidsraad zijn die het ICC als ”ad-hoctribunaal” gebruikt.
Maar in de afgelopen jaren hebben de Amerikanen het ICC al zo vaak als partijdig en onbetrouwbaar afgeschilderd, dat deze weg eigenlijk niet meer begaanbaar is. Of het geloofwaardig is om opnieuw een speciaal tribunaal op te zetten terwijl het ICC toe is aan de eerste zaak, is een vraag die diplomaten de komende weken mogen oplossen.