De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft voor een internationale interventie op Haïti gestemd. Kenia gaat de missie leiden, die bedoeld is om de politie van het Caribische land te ondersteunen.
Het zeer arme Haïti wordt al tijden geteisterd door bendegeweld en economische malaise. De secretaris-generaal van de Verengde Naties António Guterres roept al bijna een jaar op tot internationaal ingrijpen. Hij sprak van een „tragische cyclus” van geweld, politieke instabiliteit en een gezondheidcrisis. Er zouden dagelijks schietpartijen, ontvoeringen en verkrachtingen zijn en een groot deel van bevolking lijdt honger.
Er waren lang geen landen die de internationale missie op Haïti wilden leiden. In juli kwam er een doorbraak toen Kenia zei het voortouw te willen nemen en duizend mensen te willen sturen. Het is de bedoeling dat meer landen zich aansluiten bij de missie, die niet officieel een VN-macht wordt. Jamaica, de Bahama’s en Antigua en Barbuda hebben steun aangeboden. De Verenigde Staten willen niet meedoen, maar hebben wel geld toegezegd. In eerste instantie duurt de missie een jaar.
Door samen te werken met de Haïtiaanse politie moet die zich beter kunnen organiseren en moeten ze bendes beter kunnen aanpakken. Op termijn moeten er ook weer verkiezingen worden georganiseerd. Die zijn er niet meer geweest sinds 2016.
Het was onzeker of China de interventie wel goed zou keuren. Het land heeft een veto in de Veiligheidsraad en zou dwars kunnen liggen omdat Haïti een van de weinige landen is die Taiwan erkent. China onthield zich van stemming, net als Rusland. De raad verlengde maandag ook een embargo op het leveren van wapens aan de bendes.
Van 2004 tot 2017 was er ook een VN-vredesmissie actief op Haïti. Toen kwam via die missie cholera het land in waar bijna 10.000 mensen aan overleden. Dat leidde tot veel weerstand tegen de buitenlandse interventiemacht.