„Vito is een vader voor me, hij heeft me gered”
Amanuel Syum (39) groeit op in de Eritrese stad Massawa. Rond 2009 verlaat hij zijn land „vanwege de moeilijke situatie” en vlucht met een vriend naar Sudan. Na enkele jaren besluit hij door te reizen naar Europa en daar asiel aan te vragen.
Begin oktober 2013 stapt hij met ruim 500 andere vluchtelingen en migranten in Libië op een boot richting Italië. Na een reis van zo’n 24 uur raakt het schip rond 3 uur ’s nachts voor de kust van Lampedusa zwaar in de problemen, vertelt Amanuel via de telefoon.
„De boot stopte er ineens mee. Ik weet niet waarom.” Als hulp uitblijft, maken enkele opvarenden een klein vuur, herinnert de Eritreeër zich, in de hoop daarmee aandacht te trekken van mensen op zee of aan de kust.
Als de boot kapseist, springt Amanuel noodgedwongen in zee, waar hij enkele uren in grote onzekerheid en angst doorbrengt. Om hem heen verdrinken mensen die niet kunnen zwemmen. Uiteindelijk duikt er een boot op, waar hij naartoe zwemt. Zo komt hij in de vissersboot van Vito Fiorino terecht. Uiteindelijk belandt hij veilig op Lampedusa.
Tijdens de ramp komen twee vrienden van Amanuel, met wie hij in Sudan optrok, om het leven, naast anderen die hij goed kende. „De situatie was onwerkelijk. Ik vroeg me af of het echt was gebeurd of niet. Iedereen moest de hele dag huilen.”
De bewoners van Lampedusa zijn vriendelijk en behulpzaam, herinnert Amanuel zich. „We kregen telefoonkaarten om onze familie te bellen. Zo kon ik mijn ouders in Eritrea laten weten dat ik veilig was.”
Asiel in Zweden
Ongeveer anderhalve maand verblijft Amanuel in een opvangkamp op Lampedusa. Daarna gaat hij via de Italiaanse stad Milaan naar Zweden, waar hij asiel aanvraagt en een verblijfsvergunning krijgt. Inmiddels is hij getrouwd met een Eritrese vrouw. Het echtpaar woont in de stad Uppsala, niet ver van de hoofdstad Stockholm, waar Amanuel in de ouderenzorg werkt.
Verscheidene keren ging de vluchteling vanuit Zweden terug naar Lampedusa, waar hij de visser opzocht die hem in veiligheid bracht. „Vito is een vader voor me. Hij heeft me gered en gaf me een nieuw leven. Daarom noem ik hem vader.”
Amanuel vindt het belangrijk om bij de jaarlijkse herdenking op 3 oktober te zijn. „Zaterdag ga ik er ook weer heen. We mogen deze tragedie nooit vergeten.”