De overstap naar het onderwijs lag niet direct voor de hand: Van Keulen had het prima naar zijn zin in de bouw. „Ik ben begonnen als metselaar. Omdat ik bij een klein bouwbedrijf werkte, groeide ik uit tot allround bouwvakker. Timmeren, tegelen, leidingwerk verzorgen, ik deed het allemaal.”

Toen Van Keulen zijn voet brak, zat hij plotseling thuis. Alle tijd om na te denken over de toekomst. Een advertentie in het RD bracht hem op het idee om docent te worden aan de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. Een hele overstap voor de geboren Zeeuw. „We woonden met plezier in Middelburg in onze eigengebouwde, levensloopbestendige woning. In vertrouwen op God zijn we verhuisd naar Sliedrecht. Terugkijkend: het was Gods voorzienigheid en uiteindelijk niet onze keuze.”

Van Keulen begon als instructeur op de vmbo-afdeling BWI (Bouwen, Wonen en Interieur). Hij volgde daarvoor een mbo-opleiding op niveau 4. Deze maand startte hij –samen met een collega– de tweejarige lerarenopleiding technisch beroepsonderwijs aan de Hogeschool van Rotterdam. „Ik werd gelijk in het diepe gegooid. Vakken als natuurkunde en wiskunde zijn best pittig.”

Zijn dertien collega’s in de vakgroep steunen hem. „Diverse collega’s hebben kortgeleden ook een opleiding gevolgd. Ik kan met al m’n vragen bij hen terecht.”

De overstap van de bouw naar het onderwijs is Pieter meegevallen. „In zekere zin had ik meer vrijheid op de bouw. Anderzijds: in het onderwijs werk ik fulltime, maar geef ik twintig uur les. De taken die ik heb, zoals het mentor-zijn, kan ik in de andere uren invullen.”

Het contact met jongeren stimuleert Van Keulen. „Omgaan met mensen vond ik altijd al leuk. In mijn vorige gemeente was ik hulpkoster. Het is toch prachtig als jongens eerst vragen hoe ze iets moeten maken en daarna trots hun werkstuk komen tonen? Bouwvakker worden begint op school met het leggen van een goede basis. Daar heb je je hele leven wat aan.”

Dit is het vierde deel in een serie over mensen die na hun dertigste nog aan een opleiding beginnen.