De repetitie: Bij christelijk gemengd koor De Lofstem in Huizen kun je tot op hoge leeftijd terecht
Ze zijn met een klein clubje, maar het voelt als familie: christelijk gemengd koor De Lofstem uit Huizen. Dat ze allemaal net wat ouder zijn, geeft een extra tintje aan het koor. En de tien dames en twee heren bewijzen dat je nog prima kunt zingen als je ruim boven de 55 bent.
De zangers van De Lofstem staan deze vrijdagmiddag voor een uitdaging. Nederland zit, al is het begin september, midden in een hittegolf. In het zaaltje van de Nieuwe Kerk in Huizen is het dan ook flink warm.
Maar dat weerhoudt dirigent Margreet Veerman er niet van om de stemmen en de spieren van haar zangers goed op te warmen, voor ze van start gaan. „Maak je gezicht nu heel klein, en nu weer groot.” Ze doet het zelf voor. De negen koorleden die er vandaag zijn –zeven dames en twee heren– volgen haar instructies nauwgezet op. „Ik vind dat de fotograaf en de journalist ook mee moeten doen”, roept een van de alten.
De Lofstem –dit jaar bestaat het 55 jaar– veranderde recent de naam van christelijk seniorenkoor naar christelijk gemengd koor, maar de doelgroep is nog steeds de 55+’er. Veerman legt uit dat de naamsverandering gedaan is om ook mensen die nog niet zijn gepensioneerd naar het koor te trekken. „Deze mensen voelen zich nog geen senior en hebben er misschien geen behoefte aan om te zingen bij een seniorenkoor.”
Het koor repeteert voor een bijdrage in een kerkdienst in een instelling voor mensen met een beperking. De Lofstem vervult vaker een rol in diensten die in tehuizen worden gehouden. Af en toe geeft het koor ook een eigen concert. Het optreden in het tehuis is al over een week, dus moeten de puntjes nog even goed op de i.
Concentratie
Als eerste staat ”Jezus, U bent het licht in ons leven” op het programma. De koorleden zetten bij het eerste couplet al enthousiast meerstemmig in. Dat was niet zo afgesproken: couplet één zou eenstemmig zijn. Maar om daarna de juiste toon te vinden voor het driestemmige couplet… dat blijkt lastig. Veerman laat de alten even apart oefenen tot ze hem hebben. Daarna mogen de heren –die beiden bas zingen– het ook proberen.
Door naar de ”Deutsche Messe” van Schubert; in een Nederlandse vertaling. „De schepping lag in het begin in duisternis zo dicht”, zingt het koor. En bij „Hij sprak en daar was licht” lijkt het of de zon even doorbreekt. Het is te merken dat veel koorleden dit een fijn stuk vinden om te zingen. Maar er moet ook opgelet worden. De t’s aan het eind van de regels moeten tegelijk klinken, geeft de dirigent aan. Opperste concentratie bij de koorleden, en de t’s zijn keurig gelijk.
Na de pauze pakken de koorleden er een paar stukken bij die in aanloop naar het optreden wat extra aandacht verdienen. ”Ik zal er zijn” van Sela, een bewerking van Psalm 150 en ”Mijn Jezus, ik hou van U”, een bekend lied van Johannes de Heer. Bij Psalm 150 gaan de twee achterste sopranen spontaan staan, en de rest volgt. De voeten gaan mee op het ritme.
Het warmt gaandeweg behoorlijk op in het zaaltje. Een van de alten pakt een felgekleurde waaier uit haar tas en wuift zich koelte toe. „Die heb ik altijd in mijn tas”, verduidelijkt ze. En de warmte heeft zelfs effect op de stemmen, grapt Veerman als de alten een beetje onzuiver zingen. „Het is warm hè, daar ga je van zakken.”
De dirigent staat sinds 1992 voor het koor. Volgens haar is het prima mogelijk om op oudere leeftijd nog goed te zingen. Daar besteedt ze in de repetities dan ook extra aandacht aan: door oefeningen om de stem op te warmen en door de koorleden goed naar elkaar te laten luisteren. En dat werkt, zo blijkt. Ondanks de wat hogere leeftijd dan op een gemiddeld gemengd koor, is de klank van De Lofstem fris.
Iets na vieren is de koek op. Een kwartier eerder dan normaal wordt de repetitie afgesloten. Veerman: „Nu lekker thuis genieten van de zon.”