Delen van Derna zijn een week geleden weggevaagd toen storm Daniel over het gebied trok. Toen braken slecht onderhouden dammen door, waarna een kolkende watermassa door de stad stroomde. Die sleurde inwoners mee naar zee. Over het exacte dodental bestaat nog onduidelijkheid, maar het staat vast dat duizenden mensen zijn omgekomen.

Reddingswerkers zoeken nog in het puin naar sporen van de duizenden vermisten. Zij kunnen nog vastzitten in de restanten van gebouwen of beschadigde voertuigen. Een medewerker van de veiligheidsdiensten vertelde persbureau AFP over het lot van een 3-jarig meisje. „Haar hele familie is dood, ze is de enige overlevende.”

Meerdere landen hebben reddingswerkers of hulpgoederen gestuurd. Een team uit EU-lidstaat Malta liet de krant Times of Malta weten een kleine baai te hebben aangetroffen vol puin en lichamen. „Het waren er waarschijnlijk ongeveer vierhonderd, maar het is lastig om dat met zekerheid te zeggen”, zei de coördinator van de groep. De baai zou vanwege de harde wind moeilijk toegankelijk zijn geweest.

Door de ramp zijn alleen in Derna naar schatting al zo’n 30.000 mensen dakloos geworden. De Libische autoriteiten hebben een onderzoek aangekondigd naar de oorzaak van de damdoorbraak. Een aanklager zei in Derna dat wordt gekeken of is gesjoemeld met geld dat was bedoeld voor onderhoud. De dammen zouden al in 1998 barsten hebben vertoond.

Ondertussen groeien de zorgen over een tweede humanitaire crisis. Zo wordt gevreesd voor een uitbraak van ziektes als cholera door besmet water. Ook zou politieke instabiliteit in het olierijke land de wederopbouw in de weg kunnen staan. In Libië heerst chaos sinds de dood van dictator Muammar Kaddafi in 2011. Er zijn momenteel twee rivaliserende regeringen.