Zo’n 3,4 miljoen mensen waren in 2022 lid van een bibliotheek, blijkt uit CBS-onderzoek. Hoewel dat er door corona meer waren dan het jaar ervoor, is de algehele trend dalend. Toch is van een mineurstemming geen sprake in leesland.
Ongeveer 53 miljoen boeken werden uitgeleend in 2022. Een derde meer dan in 2021, toen door coronalockdowns de bieb nog een zeldzaam uitje was. Maar wie denkt dat bibliotheken alleen boeken uitlenen, heeft het mis. Op de 1270 bibliotheeklocaties vonden bijna 250.000 activiteiten plaats.
Volgens Lieke Hoefs, coördinator online Bibliotheek bij de Koninklijke Bibliotheek (KB), staat het belang van lezen bij biebs hoog op de agenda. „Lezen is belangrijk om mee te kunnen doen in onze talige maatschappij. Het bevordert de kansengelijkheid.” Het is volgens Hoefs dan ook positief nieuws dat donderdag naar buiten kwam dat steeds meer jongeren vaker een boek lezen (zie voorpagina). „We zijn heel blij met die stijgende lijn.”
Wie denkt dat meer jonge lezers automatisch ook meer biebleden betekent, heeft het mis. Uit het donderdag verschenen onderzoek van onderzoeksbureau GfK blijkt dat jongeren liever een boek tweedehands online kopen, dan dat zij dat lenen bij de bieb. Acht op tien van de 18 tot 25-jarige ondervraagden is geen lid van een bibliotheek, terwijl driekwart van hen dat voor hun 18e verjaardag wel was. Het abonnement wordt duur gevonden en vormt daarmee een barrière om lid te blijven.
Hoewel Hoefs graag ziet dat jongeren hun boek bij de bieb halen, is ze vooral blij dat er meer gelezen wordt. „Of ze dat doen in een gekocht of geleend boek, maakt mij eigenlijk niet uit. Als ze maar lezen.” Toch vindt ze dat de bibliotheek ook 18-plussers veel te bieden heeft. „Het is steeds meer een plek geworden van talentontwikkeling. Je ontmoet er andere mensen, kunt er studeren, maar ook deelnemen aan allerlei activiteiten.” Haar ervaring is dat jongeren juist die functies van de bieb goed weten te vinden.
Positieve cijfers of niet, ook Hoefs beseft dat het probleem van ontlezing nu niet opeens is opgelost. „We zijn er nog lang niet. Want een derde van de jongeren leest nagenoeg nooit een boek.” Om ook die groep aan het lezen te brengen lanceerde de KB deze week de gratis LEES-app; e; een onlineplatform voor vmbo- en mbo-studenten waarop ze toegang hebben tot 120 gratis e-books en luisterboeken, afgestemd op hun leefwereld en interesses. „Veel jongeren lezen niet, omdat er zoveel keuze is qua boeken. Daarom hebben wij ze een handje geholpen en voor hen alvast een selectie gemaakt.”
Dat de app alleen beschikbaar is voor vmbo- en mbo-studenten komt doordat die groep vaak een minder goede toegang tot boeken heeft, zegt de coördinator. „Vooral vmbo- en mbo-scholen hebben minder schoolbibliotheken dan op de havo of het vwo. We werken hard aan de uitbreiding daarvan.” Ook bij de leerlingen thuis is er vaak weinig leesvoer te vinden. „De drempel om te lezen wordt daardoor erg hoog.”
Luisterboeken kunnen een opstap zijn om uiteindelijk weer te gaan lezen. Vooral jongens zijn er fan van, weet Hoefs uit de praktijk. „Je kunt ze luisteren terwijl je een andere activiteit aan het doen bent, dat is ideaal.” Toch ziet de coördinator de luisterboeken vooral als aanvulling op het leesassortiment. „Het moet jongeren vooral stimuleren om de stap naar een e-book of fysiek boek te maken. Daarmee leer je echt geconcentreerd lezen.”
Kerkbibliotheek
Binnen de reformatorische gezindte wordt veel gelezen, merkt Janneke de Jong-Slagman, docent Nederlands en onderzoeker aan Driestar Hogeschool. Maar die boeken komen volgens haar vaker bij een kerkbieb dan bij een openbare bibliotheek vandaan. En dat heeft gevolgen voor het leesgedrag. „Refojongeren lezen misschien meer, maar niet beter.” Ze merkt dat veel christelijke jongeren maar één leeshouding kennen. „Het boek moet zo snel mogelijk uit.”
Eenzijdig lezen van vooral christelijke lectuur wijst ze daarvoor als mogelijk oorzaak aan. „Christelijke schrijvers laten vaak weinig aan de verbeelding over. Ze willen vooral dat de boodschap van hun boek duidelijk overkomt.” Doordat vanaf begin af aan al duidelijk is wat de interpretatie van het boek is, wordt de lezer nauwelijks aan het werk gezet, zegt de docent. Er wordt volgens haar ook nog te vaak gedacht „dat iedereen wel een boek kan schrijven, terwijl het echt om vakmanschap vraagt”.
Ze roept jongeren op ook af en toe een seculier literair boek te lezen, bijvoorbeeld een Gouden Griffel-boek. „Dan ga je als lezer nadenken: wat bedoelt de schrijver met deze formulering of waarom heeft hij dit voorval in het boek opgenomen? Zo leer je aandachtiger en dieper lezen en bovendien nieuwe leefwerelden kennen. Het is ontzettend leerzaam om soms uit de eigen bubbel te stappen.”