Muziek
Oud goud - gesprekken met musici: organist Jan Bonefaas

Net als in de zomer van 2021, toen het Reformatorisch Dagblad vijftig jaar bestond, diept de muziekredactie deze zomermaanden een serie oude interviews met musici op uit het archief van de krant. Onder de noemer ”Oud goud” krijgen de gesprekken met dirigenten, organisten, een pianist en een violist een nieuw leven. Vandaag het negende en laatste deel: Gert de Looze sprak in 2001 met Jan Bonefaas (1926-2004), destijds organist van de Grote Kerk in Gorinchem.

Jan Bonefaas in de Grote Kerk van Gorinchem. beeld RD, Henk Visscher
Jan Bonefaas in de Grote Kerk van Gorinchem. beeld RD, Henk Visscher

Vergroeid met Bätz en Witte

Jan Bonefaas: Je kunt niet van je fiets springen en vijf minuten later de gemeentezang begeleiden

Vrijwel dagelijks kruipt Jan Bonefaas achter de klavieren van zijn orgel in de Grote Kerk van Gorinchem. Orgelspelen vergelijkt hij met eten en drinken. Volgende maand hoopt de musicus 75 te worden. Bedachtzaam formulerend blikt hij terug op zijn leven, op de lessen van Asma, op de complimenten van Willcocks. „Willcocks’ oordeel had voor mij dezelfde waarde als het winnen van het Koningin Elizabeth Concours voor een pianist.”

19603384.JPG
beeld RD

Sleeuwijk, 1942. Jan Bonefaas (1926), de pasbenoemde organist van de gereformeerde kerk, brengt hele dagen studerend op de orgelbank door. Een boer die de kerk regelmatig passeert, begrijpt er niks van: „Ga toch bieten dunnen, jongen. Daar verdien je tenminste wat mee.” Bonefaas kan het spelen echter niet laten. Net als zijn latere leermeester, Feike Asma, is hij bezeten van het orgel. Tussen 1943 en 1951 steekt de Sleeuwijkse organist zijn licht bij Asma op. In de Evangelisch-Lutherse Kerk in Den Haag en kort na de oorlog enige tijd in Oegstgeest, Asma’s woonplaats.

Jan Bonefaas spreekt met waardering over zijn leermeester, maar is nooit een kopie van hem geweest. „Ik ben mezelf en wil niemand imiteren. Asma zette me op het spoor van de Franse orgelliteratuur, van Widor en Vierne. Hij leerde me het orkestrale element in mijn spel leggen en grote lijnen in de muziek zien. Asma had een ontzettend grote muziekbibliotheek. Hij verzorgde jaarlijks in Den Haag 52 concerten met 52 verschillende programma’s. Een topprestatie.

Zijn soms onstuimige spel sprak me minder aan. Ik was meer gegrepen door het gladde, verzorgde spel van organisten als Thalben Ball en Marcel Dupré. Asma heeft bij mij de basis gelegd. Voor de rest ben ik autodidact.”

Stimulans

Het was aanvankelijk niet de bedoeling dat Jan Bonefaas de muziek in zou gaan. „Nadat ik de ulo had afgerond, kon ik vanwege de oorlogssituatie geen vervolgstudie oppakken. Ik hield van orgelspelen en ben naar Asma gegaan om iets om handen te hebben. Al snel had ik zelf orgelleerlingen. Mijn eerste leerling woonde in Dussen. Een uur fietsen, een uur lesgeven en een terugreis van een uur: drie uur voor 75 cent. Na de oorlog ging ik koren dirigeren en werd ik muziekdocent op een middelbare school. Mijn benoeming per 1 januari 1955 als organist van de Grote Kerk in Gorinchem betekende een enorme stimulans.”

Bonefaas is vergroeid met zijn orgel. Vrijwel dagelijks is hij ’s morgens en ’s middags enkele uren in de Grote Kerk te vinden. Bätz leverde het drieklaviersinstrument met aangehangen pedaal in 1760 op. Witte bouwde in 1853 een nieuw rugwerk en een zelfstandig pedaal. Hij behandelde het werk van zijn voorganger met veel respect. „Daardoor is het orgel een eenheid en smelten bijvoorbeeld een oude Baarpijp en een nieuwe Viola prachtig samen”, vindt Bonefaas. „Je kunt een breed repertoire op dit instrument kwijt: Bach, Mendelssohn, Franck en Reger. Het is een krachtig, warm, sprankelend en deftig orgel.” Binnenkort wordt het pedaal op verzoek van de titularis met een Gedekt 8’, een Roerquint 6’ en een Trompet 4’ uitgebreid. Zijn wens om het bovenwerk in een zwelkast te plaatsen, is nog niet gehonoreerd.

Fiets

De zondag is voor Jan Bonefaas het hoogtepunt van de week. Hij begeleidt twee diensten, die afwisselend door het open pastoraat, het middenpastoraat en de gereformeerdebondsgemeente belegd worden. „Gemeentezang maakt wat bij me los, ontroert me. Spelen tijdens de eredienst is mijn liefste werk, dat ik tot het laatst toe hoop vol te kunnen houden. Ik ben altijd een uur van tevoren in de kerk. Het is nodig je te bezinnen en de sfeer van de ruimte in te drinken. Ik houd mijn leerlingen altijd voor dat je niet van je fiets kunt springen om vervolgens vijf minuten later het Kyrie te zingen.”

De Gorinchemse organist wil dienstbaar zijn, niet zichzelf op de voorgrond zetten: „Ik voel me, net als Jan Zwart, een profeet op de orgelbank. Waar het Woord ophoudt, begint de muziek. Die muziek moet wel in het verlengde van het Woord liggen.”

Wie Bonefaas op zondag zou gadeslaan, ziet hem licht gebogen achter de klavieren zitten, turend in zijn psalmboek. Al improviserend probeert hij psalm- en liedteksten muzikaal te verklanken. De Frans-romantische toonzetting, het symfonische met een mystieke inslag, noemt hij zijn handelskenmerk. „Ik voel me erg thuis bij de muziek van Vierne vanwege zijn impressionistische inslag en het kleurenpalet dat hij gebruikt. Dupré stelde dat de adagio’s van Vierne weergaloos zijn, omdat hij wat deze muziek verklankt zelf heeft meegemaakt. Hij heeft bij het graf van zijn broer en zijn zoon gestaan. Neem het eerste deel uit Viernes Tweede symfonie of de finale van de derde: wat realiseert hij daarin een majesteitelijke klanken, terwijl er tegelijk een zekere bezonkenheid aanwezig is.

Ook in mijn eigen composities klinkt mijn verbondenheid met Vierne door. Ze bevatten veel boventoonreeksen, die je ook bij Debussy tegenkomt. Voor mij is Vierne de schakel tussen Debussy en Messiaen.”

Zelfvertrouwen

De Engelse koordirigent David Willcocks is van grote waarde voor Jan Bonefaas geweest. „Ik woonde in 1965 in Engeland een koorrepetitie van hem bij. Na vijf minuten had ik al door dat ik er als koordirigent weinig van bakte. Het was grandioos wat Willcocks voor elkaar kreeg: de rust en discipline in het koor, het evenwicht in de stemverhouding en het schetsen van grote muzikale lijnen.”

Nog belangrijker voor Bonefaas was Willcocks’ oordeel over zijn improvisaties. Hij staat op en pakt een plakboek uit de kast en bladert het door. „Kijk.” Onder aan een vel handgeschreven muziek staat: ”With many thanks for a very exiting improvisation upon Thema no. 3” (Veel dank voor de bijzonder knappe improvisatie over het derde thema.)

Bonefaas: „Willcocks gaf me thema’s op om over te improviseren. Zijn oordeel heeft me het zelfvertrouwen gegeven dat ik nodig had. Als zo’n groot musicus dit gunstig beoordeelde, moest ik me in deze stijl van improviseren verder bekwamen. Voor die tijd improviseerde ik wel, maar ik was niet zeker van mijzelf. Marius Monnikendam en Simon C. Jansen hebben me ook horen improviseren en waren lovend in hun reactie. Eens liep Hendrik Andriessen de Evangelische Lutherse Kerk in Den Haag binnen en voorspelde: „Jij komt er wel.” Toch bleef de onzekerheid knagen: Improviseer je wel? Verval je niet in clichés? Je kunt jezelf wijsmaken dat je eigen improvisaties de moeite waard zijn, maar klopt dat ook? Willcocks’ reactie had voor mij dezelfde waarde als het winnen van het Koningin Elizabeth Concours voor een pianist.”

Drang

Er liggen stapels onuitgegeven muziek in de kast van de Gorinchemse musicus. Hij kan er niet van wakker liggen. „Wat goed is, komt vanzelf een keer bovendrijven. Ik blijf componeren en hoop nog een groot koorwerk te kunnen schrijven en mijn Vijfde orgelsymfonie te reviseren.”

Bonefaas is bezorgd over de toekomst van het orgel. „Als ik soms hoor wat tijdens een jeugddienst gegalmd en geknoeid wordt… Het orgel sluit niet aan bij de beleving van veel jongeren. Zij hebben liever een combo in de kerk.

Het is zorgelijk dat ook binnen orthodoxe kerken de roep om opwekkingsliederen klinkt. Dat is funest voor de kerk en het orgel. Laten we alsjeblieft zuinig zijn op de gemeentezang, op het zingen van liederen uit het Liedboek en uit de psalmen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer