„Laten kerkelijke gemeenten gehuwden niet in de kou staan als ze zeggen: het is geen overspel, dus je moet er samen wat van zien te maken?” Dat vroeg psychosociaal hulpverlener E.J. Verbruggen zich maandag af tijdens de eerste dag van de Haamstedeconferentie in Elspeet.
Op de driedaagse bijeenkomst, die met name bedoeld is voor predikanten en kerkelijk werkers, sprak de medewerker van De Vluchtheuvel over pastoraat bij echtscheiding. Verbruggen, pastoraal werker in de gereformeerde gemeente te Dordrecht, zei voor een dilemma te staan. Hij onderschrijft de argumentatie dat alleen overspel een Bijbelse grond is voor echtscheiding. „Maar wat moet ik nu zeggen tegen het echtpaar van wie het huwelijk door een persoonlijkheidsstoornis onleefbaar is geworden of bij wie sprake is van ernstige verslavingsproblematiek? Wat moet ik zeggen tegen die vrouw die regelmatig huiselijk geweld meemaakt?”
Hij zei dat hij te vaak heeft meegemaakt dat kerkenraden in zulke gevallen zeggen dat er geen sprake is van overspel en dat men dus niet mag scheiden. „Maar voor de vraag wat er dan wél nodig is om tot een leefbare situatie te komen, is vervolgens weinig ruimte.”
Ontrouw
Verbruggen pleit niet voor een verruiming van de echtscheidingspraktijk. Hij onderschrijft de stelling dat de grote nood in huwelijken soms meer vragen oproept dan er antwoorden zijn. „Maar ik vrees dat we als reformatorische kerken mensen soms in de kou laten staan doordat we zeggen: het is geen overspel, dus je moet er samen wat van zien te maken. Hoe zit het dan als een man digitaal of live vreemdgaat en geen geslachtsgemeenschap heeft met de vrouw in kwestie, of als dat in elk geval niet is aangetoond? Er vindt dan geen daadwerkelijk overspel plaats, maar het huwelijk wordt wel geruïneerd door ontrouw.”
Zijn observatie eindigde met een pleidooi. „Ik roep u op om in zulke situaties niet rigide vast te houden aan het statement dat alleen overspel een Bijbelse echtscheidingsgrond is. Daal af in de put van ellende waarin deze vrouw of man zit en probeer heel concreet samen te zoeken naar wat de Heere van hen vraagt in deze situatie. Als we zien dat een huwelijk onleefbaar of echt onveilig is geworden, zullen we dan in elk geval de mogelijkheid van ”scheiding van tafel en bed” als een reële optie laten staan?”
Echtscheiding
De pastoraal werker wees er verder op dat echtscheidingen een enorme maatschappelijke impact hebben en ontwrichtend werken. „Ongeveer 90 procent van de kinderen die onder toezicht staan van de jeugdzorg komt uit gebroken gezinnen.”
De overheid zou preventieve hulp kunnen bieden, meent Verbruggen. Hij wees erop dat het deputaatschap diaconale en maatschappelijke zorg van de Gereformeerde Gemeenten onlangs een brief heeft gestuurd aan alle kerkenraden van het kerkverband om dit onderwerp aan de orde te stellen in het contact met de plaatselijke overheid. „Ik zie het afgelopen jaar voorzichtig wat initiatieven ontstaan van gemeenten die bijvoorbeeld een relatieloket beginnen. De kerken kunnen dat stimuleren.”
Verbruggen pleitte ervoor om als christelijke gemeente in te zetten op preventie. Dat kan bijvoorbeeld door tijdens de prediking de onderwerpen huwelijk en seksualiteit ter sprake te brengen. Ook in de catechese kan de waarde van het huwelijk als een Bijbelse instelling genoemd worden. Verder denkt hij aan huwelijkstoerusting. Verbruggen wees ook op de cursus ”Houd me vast”, die vanuit De Vluchtheuvel is opgezet. „Het is een cursus waarbij stellen die al langer gehuwd zijn, geholpen worden om de patronen in hun huwelijk eens tegen het licht te houden.”
Geestelijke blijdschap
’s Avonds sprak ds. J.C. den Ouden, hersteld hervormd predikant te Sint-Maartensdijk, over geestelijke blijdschap. Hij zei dat het woord ”blijdschap” 60 keer en de woorden ”zich verblijden” 72 keer in het Nieuwe Testament voorkomen. Deze woorden en synoniemen ervan komen in totaal duizenden keren in de Bijbel voor, aldus ds. Den Ouden.
Hij concludeerde daaruit: „Vrolijkheid neemt een grote plaats in de dienst van de Heere in. Blijdschap is niet iets bijkomstig, maar hoort bij de kern van het christen-zijn. De Bijbel is een boek van blijdschap. Het christelijk geloof is een blij geloof. Christenen horen blije mensen te zijn.”
Vervolgens zei hij dat God blijdschap is en dat Zijn vreugde de bron is van de vreugde van christenen. Bij de schepping heeft God blijdschap aan de mensen meegedeeld. Door de zondeval is dat veranderd, maar „God heeft de schepping en het schepsel niet losgelaten. God is mens geworden om een weg te openen tot het eeuwige leven en de eeuwige blijdschap. Het geheim van de christelijke blijdschap is de genade van God.”
De predikant noemde die blijdschap „als het ware een geschenk dat een christen overkomt”.
Toch is het vasthouden daarvan volgens ds. Den Ouden niet alleen een gave, maar ook een opgave. „Wie Gods Vaderlijke zorg opmerkt, heeft veel redenen om zich te verblijden in de Heere. Tel uw zegeningen, tel ze één voor één.”
Ds. Den Ouden zei verder: „We kunnen tevreden zijn als we maar gered zijn. Maar wil de Heere dat Zijn kinderen zó mondjesmaat van Zijn schatten leven? Hij wil dat we overvloed hebben en ons in Hem verheugen.”
’s Middags sprak ook ds. D. Breure, hervormd predikant te Kockengen, over de Schotse prediker en dichter Horatius Bonar (1808-1889) en het geloof.