Hoe fascistisch zijn de Broeders van Italië nog? Die vraag is actueel geworden sinds 2 augustus, toen in Bologna de bomaanslag op het station van die stad werd herdacht. Daarbij vonden 43 jaar geleden 85 mensen de dood vonden.
Na jarenlanggerechtelijk onderzoek, bewust uitgezette valse sporen en een reeks processen werden in 1995 drie neofascistische terroristen als daders tot levenslang veroordeeld. Maar in extreemrechtse kringen wordt dat vonnis nog altijd niet aanvaard. Een paar voormalige extremisten, die nu deel uitmaken van Fratelli d’Italia (in het Nederlands Broeders van Italië), de grootste regeringspartij, hebben de gelegenheid aangegrepen om de verantwoordelijkheid van hun kameraden ter discussie te stellen. Dit tot ongenoegen van premier Giorgia Meloni, die echter zelf ook een steentje heeft bijgedragen.
Fratelli d’Italia komt voort uit de neofascistische MSI. In de marge van die partij opereerden in de jaren 60 en 70 rechtsextremistische bewegingen die verantwoordelijk waren voor aanslagen waarbij tientallen doden vielen: linkse activisten, rechters, politiemensen en gewone burgers. De partij van Meloni heeft de neofascistische erfenis van zich afgeworpen en kan nu worden omschreven als een conservatief nationalistische partij. Net zoals de voormalige Partito Comunista Italiano in de afgelopen decennia evolueerde tot de gematigd linkse Partito Democratico.
Hakenkruis
Niet alle kaderleden hebben echter het rechtse extremisme vergeten en soms komen de neofascistisch wortels bovengronds. Zo reisde senaatsvoorzitter Ignazio La Russa, een politieke mentor van Meloni, op 25 april naar Praag om niet het woord te hoeven voeren bij de viering van Bevrijdingsdag. Van een staatssecretaris circuleren foto’s met een hakenkruis op zijn mouw. En minister van Landbouw Lollobrigida –de zwager van Meloni– ziet in migratie een gevaar voor „omvolking”.
In de officiële toespraken op 2 augustus gingen president Mattarella en La Russa –nu wel– in op de neofascistische oorsprong van de aanslag. Meloni vermeed echter elke verwijzing daarnaar, hetgeen in de media werd geïnterpreteerd als een veelzeggend zwijgen. Een ware rel veroorzaakte Marcello De Angelis, een voormalige veroordeelde rechts-extremist, oud-senator en nu de officiële woordvoerder van de Regio Lazio.
Op 5 augustus noemde hij in een post op Facebook het vonnis inzake de aanslag van Bologna „een verachtelijk kasteel van leugens” en iedereen die er anders over denkt –dus met inbegrip van president en senaatsvoorzitter– hypocriet. Hij werd daarin bijgevallen door vertegenwoordigers van uiterst rechtse splintergroepen, terwijl partijgenoten vergoelijkend wezen op De Angelis’ persoonlijke geschiedenis. Zijn broer Nanni, ook een rechtse extremist, overleed in 1980 namelijk onder duistere omstandigheden in een politiebureau, en een van de drie veroordeelden is zijn zwager.
Dilemma
De oppositie eist het aftreden van De Angelis, maar Fratelli d’Italia doet er het zwijgen toe en de gouverneur van Lazio, Francesco Rocca, besloot na een „goed gesprek” om hem niet te ontslaan. Meloni liet weten niet gecharmeerd te zijn van de post van De Angelis, maar zonder aan te dringen op zijn vertrek. Daarmee zou zij immers een breuk riskeren met de radicaal rechtse oude garde, waarmee zij zelf ook al dertig jaar optrekt.
Zij probeert vooral om de zaak dood te zwijgen en droeg haar bewindslieden daarom op zich van commentaar te onthouden. Desondanks plaatste een staatssecretaris een like bij de gewraakte post. „Zij wil afscheid nemen van het verleden en de voormalige neofascisten omvormen tot moderne conservatieven, maar dit is nog de realiteit”, vatte het dagblad La Stampa Meloni’s dilemma samen.